Ga naar de inhoud

Zwartmakers en pleidooi voor witboek kraken

Nu de VVD en de politie, met gebruik van bereidwillige media, krakers criminaliseren, pleit Tjebbe Van Tijen voor een ‘witboek kraken’.

14 min leestijd
Placeholder image

Het is nu 40 jaar geleden dat het woord
"kraken" meer is gaan betekenen dan
een knarsend, brekend geluid, of het openbreken van brandkasten en andere
bewaarplaatsen van waardevolle zaken (een kraakje zetten, de brandkastkraker).
Het was in een keldertje in de Amsterdamse Koestraat onder de woning van
beeldhouwer Hans ’t Mannetje dat het "Woningburo de Kraker" in de
vroege winter van 1968 het licht zag. Het kraken in de zin van het bezetten van
een leegstaande woning of het zonder rechtmatige titel in gebruiknemen werd
daar niet uitgevonden, maar het woord "kraken" werd daar voor het
eerst gebruikt voor een al bestaande praktijk van persoonlijk initiatief om het
eigen gemis aan woonruimte niet op te lossen in de verre toekomst door het
stemmen op een bepaalde partij, of het aangaan van ander associaties met
organisaties die voorgeven de wereld te gaan veranderen … maar direct op te
heffen door een niet in gebruik zijnde woonruimte zelf te betrekken.

 Daar is in principe weinig voor nodig: enig
inzicht in het ontgrendelen of omzijlen van afsluitende voorzieningen, of beter
nog een list waarbij het binnentreden zonder enige vorm van braak plaats vindt.
Daarnaast is het van belang om de minimale bewijsstuken van het daadwerkelijk
in gebruik zijn als woning in de zojuist aan leegstand onttrokken woning te
plaatsen: bed, tafel, stoel. Daarmee is een volgens het Nederlands Recht een
woning gebracht in de bewoonde staat, waarbij het feit dat die handeling niet
gefundeerd is op een aangegane wilsovereenkomst met de eigenaar van de
betreffende woning niet betekent dat dit zelfgeïnitieerde verblijf geen enkele
legale status heeft.

 Het recht op een woning mag dan wel niet
direct verankerd zijn in de zozeer geroemde Nederlandse democratische grondwet,
toch zijn er rechtsgronden die zwaar wegen, zoals de "vrijwaring van
huisvredebreuk" (ook wel huisrecht genoemd, artikel 172 van de Grondwet).
Dit betekent dat een ieder recht kan laten gelden op het gesloten houden van
zijn/haar voordeur. Behoudens autoriteiten die een huiszoekings- of een
ontruimingsbevel van een Nederlandse rechtelijke autoritreit voor een bepaalde
woonruimte hebben, is het binnendringen van een in gebruikzijnde woning een
strafrechtelijke overtreding. Zelfs de voet tussen de deur van een politieagent
of een ingehuurde krachtpatser wordt in het Nederlands recht aangemerkt als
"huisvredebreuk".

 De rechten van een huiseigenaar om niet
gewenste bewoning te doen staken zijn afdwingbaar, maar dat gaat dan via de
rechter. Het hebben van een legale ’titel’, een overeenkomst, voor het in
gebruik hebben van een woning, is dus op korte termijn geen voorwaarde om een
leegstaande woning weer om te toveren in een bewoonde woning.

 Nu is er aan dat meestal kortdurend recht
van  ‘vrijwaring van huisvredebreuk’
(wat ook alle keurige legale bewoners in Nederland – My Home is my Castle –
beschermd tegen ongewenste binnendringers) door aan huiseigenaren gelieerde
belangengroepen in de afgelopen decennia ernstig geknaagd, maar het
basisprincipe van ‘het huisrecht’ dat in de eerste plaats de bewoner en niet de
eikgenaar beschermd, is blijven bestaan als fundamenteel grondrecht (laat een
ieder die aan het debat over krakers en een kraaverbod wil deelnemen eerst het
juridische proefschrift  "Het
Huisrecht – the inviolability of the home" van Antonius Quirinus Cornelis
Tak lezen, gepubliceerd in 1973 bij de Rijks Universiteit Utrecht). (*)

Het is
nu de plaatselijke afdeling van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie
(VVD) die op basis van enkele ontruimingsincidenten in de afgelopen twee jaar
een Zwartboek Kraken heeft opgesteld, dat ik vanavond op de televisie besproken
zag door het Christelijke NCRV programma Netwerk. "Boek" is wat ik op
de buis zo snel kon zien teveel gezegd, het blijkt een in haast met een snelbinder
bijeengeraapt aantal A4tjes te zijn waarin gewelddaden van krakers aan de kaak
gesteld worden.

Dit
epistel moet dan de basis vormen van een Tweede Kamer debat – later dit jaar
waarin – volgens de lokale VVDer (hierin gesteund door een landelijke
volkvertegenwoordiger die ooit geacht werd de Nederlandse wetten uit zijn hoofd
te kennen) – eens en voor altijd een einde gemaakt zal worden aan het kraken
van of voor woonruimte in Nederland.

Ik zal
het geschrift morgen direct bij de VVD fractie van de Amsterdamse gemeenteraad
opvragen en bestuderen … lijkt me goed te controleren hoe zwartkijkerig dit
boekje is. Het kan best zijn dat er feiten in staan die waar, bijna waar of
wellicht niet helemaal waar zijn. De journalisten van Netwerk hadden een een
vaag soort hoor & wederhoor in hun programma weten te verwerken, maar voor
eigen onderzoek was kennenlijk noch tijd noch budget beschikbaar. "De
feiten achter het nieuws" boven tafel halen blijft op de nationale
televisie vaak niet meer dan een wensdroom….

De
geweldadigheid van zowel kraakbeweging als de tegen haar optredende politie
valt mijn inziens reuze mee. In al die veertig jaar van soms bijzonder
geweldadig ogende confrontaties, tot hele veldslagen aan toe met inzetting van
vele honderden tot in enkele gevallen tot meer dan duizend man/vrouw politie
heeft geen enkel dodelijk slachtoffer geeist (de dood van een inmiddels vrijwel
in vergetelheid geraakte kraker Hans Kok in een politiecel een decennium of wat
terug, was niet echt een direct gevolg van een politie/krakers botsing, maar
meer te wijten aan persoonlijke gezondheidsklachten en onwelwillige bewakers).

Dat
feit van zoveel confrontaties zonder doden of massale hoeveelheden gewonden
(aan beide zijden van de linie) is meer dan een klein wonder. Het heeft een duidelijke
oorzaak: het aanwezig zijn van een inzicht in het verband tussen gewenste
doelen en toegepaste middelen. Een inzicht dat zowel bij krakers als bij
wetsdienaren aanwezig moet zijn geweest.

Ik
herinner mij nog hoe wij – nu meer dan dertig jaar geleden – als activisten in
de Nieuwmarkt vergaderend over de organisatie van ons verzet tegen de aanleg
van de metro dwars door de Nieuwmarktbuurt en voor het behoud van de door ons
bezette woningen, alsook het behoud van de Nieuwmarktbnuurt als woonbuurt (daar
waar de toenmalige stadsbestuurders eerst plannen hadden voor een metro met
daarbovenop een snelweg en daarlangs kantoorgebouwen): "We gaan niet
sterven voor een straatje." Met andere woorden we zagen van te voren in
dat er een limiet was aan de tegenstand die we zouden kunne bieden tegen een
overheid/staat die het monopolie van geweld heeft – naar zeggen door hen
uitgeoefend in het "algemeen belang."  Dat wij een andere visie op "algemeen belang" hadden
dan onze tegenstanders mocht wel zo zijn, maar wij waren ons toch wel bewust
van de beperktheid van onze middelen van verzet en van het belang van de innige
band tussen doel en middelen in een actie. Hoe ons ideaal van een egilitaire
samenleving af te dwingen met zeg eens gijzeling van personen of het plegen van
bomaanslagen?

Interessant
is het hierbij in herinnering te roepen dat er wel degelijk een bomaanslag
gepleegd is op de bouwwerken van de Amsterdamse metro (in de Bijlmermeer), maar
dat die eerst aan onze actiegroep werd toegeschreven (door het stadsbestuur)
terwijl al spoedig bleek dat dit het werk was van een ultra-recntse
samenzweerdersgroep met Max Lewin over wiens banden met de Nederlandse
Veiligheidsdienst en aanverwante organisaties tot op de dag van vandaag
onduidelijkheid bestaat. Destijds heeft het Wijkcentrum d’Oude Stadt het
stadsbestuur wegens smaad voor de rechter gesleept en deze zaak moeiteloos
gewonnen.

Hierbij
zijn we terug bij de actuele situatie waar- geheel in Oosteuropese stijl – ons
op de televisie wapens getoond worden die volgens de gemeentelijke zegslieden
als levensbedreigend wapentuig gezien moeten worden gericht tegen de handhavers
van de openbare orde: de politie. Of deze wapens daadwerkelijk gebruikt zijn
blijft onduidelijk, het betoog gaat voornamenlijk over de potentieele dreiging
en de noodzaak die dreiging op te heffen. Wat verbazing wekt is de simpele
conclusie uit het   ‘spontane
samenwerkingkamp’  van ordehandhavende
politie en de huizenbezit verdedigende VVDers dat een algemeen kraakverbod zou
leiden tot verdwijnen van de behoefte aan woonruimte van hen die dat nu niet,
of niet in voldoende mate hebben. Het lijkt mij dat het afdwingen van en totaal
verbod op kraken eerder meer geweld veroorzaakt. Hoe denken nu de Amsterdamse
politietop, de burgermeester, de VVDers en al degenen die een kraakverbod
willen ondersteunen dit verbod af te dwingen? Zeg eens dat ze via de Tweede
Kamer en de daaropvolgende wetgevende instanties zo’n verbod zouden weten te
krijgen, wat is het meer dan nog maar eens een extra wettelijke stok om het
instictief woningzoekende "beest" mee af te straffen, weg te jagen?
Krijgen we een nieuw soort strafmaat, strafkampen, heropvoedingsgestichten?
Worden er geldboetes opgelegd die jonge mensen hun levenlang aan de bedelstaf
zullen brengen? En … wat als de wat slimmere krakers – ik ken heel wat
juristen en zelfs een rechter die hun wooncarriere als kraker zijn begonnen –
de wettigheid op een algemeen verbod van kraken voor diezelfde rechtstaat
succesvol weten aan te vechten?

Het is
maar zeer de vraag of een "totaal verbod" beter is dan wat ik een
’tegenstrijdige balans van tegenovergestelde belangen’  zal noemen, want wat bezielde ooit de
Hollande wetgever om het ‘huisrecht’ en het daaraan verbonden recht op
vrijwaring van ‘huisvredebreuk’ in te stellen? Het recht van een ieder om niet
buiten te hoeven slapen, het recht op een ruimte waarin je jezelf kunt
terugtrekken, de basis van het eigen bestaan… en dan de gebrekkige
maatschappelijke organisatie die vaak niet in deze basisbehoefte weet te voorzien.
Of het nu mededogen met de minder bedeelden is geweest, of de praktische
Hollandse geest die wel inzag dat de sociale vrede niet gediend is met al te
veel daklozen en nog erger. Ook wil je niet over op de stoep slapende zwervers
hoeven te stappen of  geconfronteerd
worden met doodgevroren daklozen op een koude wintermorgen (in heel wat
Europese landen is er een bepaling in de wet die daklozen die aan de rand van
de stad hun hutten bouwen in de winter, tegen ontruiming en deportatie
beschermd).

Tijd om
daar er nu een zwartboek met een zwarte kijk op de wereld is gelanceerd, het
samenstellen van een Witboek voor te stellen. Jazeker een Witboek Kraken, want
dat hoeft niet een dun gevalletje van een klein aantal negatieve feiten op
bijeengeraapte A4tjes te zijn… er is genoeg Wit materiaal voor een forse
foliant! Er zijn enkel in Amsterdam meer dan 
een honderd gebouwen of panden die dankzij het kraken – en in eerste
instantie ondanks de ontroerende goed sector, woningbouwverenigingen en
overheid – toegevoegd zijn aan het woningbestand, dikwijls voor de lagere
inkomens (vele duizenden woningen in het totaal). Er zijn hele buurten die tot
de ondergang verdoemd waren door de kaalslagplannen van toenmalige
stadsplanners gered van de ondergang. Tot op de dag van vandaag zie je groepen
buitenlandse stedebouw- en woon-specialisten die rondgeleid worden in buurten
en wijken die hun vorm mede te danken hebben aan de actie en inspiratie van
verschillende generaties krakers (Nieuwmarktbuurt, Dapperbuurt, de Pijp, Staatsliedenbuurt.
IJeiland). Er zijn meerdere grote woningbouwverenigingen die op enig moment
door krakers genomen initiatieven hebben ondersteund en daarmee een vaak
fundamentele wending aan hun afnemende aanwezigheid in de Amsterdmase
binnenstad hebben weten te geven. De Gemeente Amsterdam heeft in meerdere
instanties door krakers ingezet beleid beloond met de aankoop of legalisatie
van woon en werkruimte. Enkele van de belanrijke Amsterdamse cultuurtempels als
Paradiso en De Melkweg zijn in hun vroegste geschiedenis "veroverd"
door krakers. Het Stedelijk Museum huist nu samen in een pand met een gallerie
(W139) die ooit in het Blauwlakenblok begon als kraak-gallerie. Meerdere
culturele festivals vinden hun oorsprong in de kraakbeweging en de bloeiperiode
in de zeventiger en tachtiger jaren van Amsterdam als jonge cultuurstad kwam
uit die zelfde beweging voort (Aorta, Radio 100, Pleinwerker, Conradstraat).

Als we
kijken naar breder georienteerde sociale en culturele initiatieven waar ieder
stad trots op zou behoren te zijn dan zijn velen daarvan gevoed door diezelfde
kraakbeweging: stadstuinen, buurtfeesten kindercreches, theaters, galleries,
scholen, de eerste skateboardbaan in Amsterdam …

Wij van
het Woningburo De Kraker (dat zijn oorpsrong mede had in de provobeweging)
gooiden destijds de ruiten in van wat toen huisjesmelkers heette …. met een
in een baksteen gewikkeld manifest (getekend door de nu beroemde in Parijs
residerende cartoonist Willem) "Heren Huisjesmelkers en Makelaars"
stond er op "… uw tijd is gekomen." Let wel het waren geen
brandbommmen en de stenen werden steeds met de nachtpost bezorgd, nooit is er
iemand gewond geraakt. Illegaal zo’n daad: jazeker. Geweldadig? dat zou ik
willen ontkennen, in die zin dat het om geweld tegen goederen zonder direct
gevaar voor personen ging. Het beplakken of van leuze voorzien van muren en
ramen hoort mijns inziens in deze zelfde groep van symbolische handelingen
plaats.

Burgermeester
Cohen jammert over wat ingegooide ruiten van het stadskantoor op het
Waterlooplein en zijn ambtswoning en voegt daar dreigend aan toe "zij
gooien hiun eigen ruiten in."

In
Parijs zijn – dit jaar – officieel op straat grote foto’s te zien van
barricades, verbrande auto’s, heftige straatgevechten in het Quartier Latin van
1968 – het lijkt me een officieel huldeblijk aan de Mei Juni beweging in
Frankrijk. Ook daar was veel wapengekletter en verrassend weinig ernstige
slachtoffers alhoewel het er vele malen heter aan toeging als ooit in de
Nederlandse hoofdstad Amsterdam.

Het is
ook al lang ‘bon ton’ om de provo en Kabouterbeweging in Amsterdam als een
kunszinnige beweging af te schilderen die het waard is om in naast Dadaisten en
wat dies meer zij in het gareel van het kunstmuseum gebracht te worden; dit met
verontachtzaming en vergeten van de vaak harde confrontaties met het
Amsterdamse politiecorps.

De
grens tussen symbolisch (bedoeld) geweld en echt levensbedreigend geweld is
vaak enkel terugblikkend herkenbaar. Een symbolisch bedoelde actie kan van het
ene moment op het andere omslaan in haar tegendeel, soms zelfs omgekeerd. In
een losse vrije gemeenschap van goedbedoelenden kunnen zich altijd
kwaadwillenden mengen, maar is dat nu een treffend kenmerk voor krakers? Horen
wij dat niet bijna elke dag over andere groepen met minder beredeneerde en
minder sociale dadendrang, zoals voetbalsupporters en hangjongeren (of komt
minister Rouwvoet binnenkort met een ‘algemeen hangverbod’?).

Mij
lijkt het beleid van de huidige burgermesster en zijn politiekorpsstaf onwijs
en confronterend met weinig besef van de maatschappelijke ongelijkheden die
maken dat het fenomeen kraker überhaupt bestaat. Het bij herhaling afschilderen
door de lokale overheid van krakers als misdadig, zoals ook het benadrukken van
de aanwezigheid van "buitenlanders" onder de krakers (alsof de stad
Amsterdam iets tegen buitenlanders zou dienen te hebben) schept een sfeer
waaruit – als dat maar lang genoedg doorgezet wordt – uiteindelijk en
jammerlijk genoeg een daardwerkelijk geweldadige situatie kan ontstaan. In een
stad waar de massale puur commercieele drughandel gedoogd wordt moet ook
gedoogruimte voor krakers kunnen zijn. Want laat dit gezegd zijn: als alles
legaal en volgens wet en regel zou gebeuren zou de hele Nederlandse samenleving
binnen de korste keren "krakend" tot stilstand komen.

Tjebbe
van Tijen 16/6/2008

Noot *

 "Het karakter van het huisrecht als
grondrecht moet worden gezocht in de sfeer van de persoonlijke vrijheid van het
individu, een erkenning van de wezenlijke behoefte van de mesn om een plaats te
hebben waar hij ongestoordvolkomen zichzelf kan zijn, een oase van rust en
veiligheid die hem zijn eigen persoonlijkheid kan doen hervinden, wanneer
deelname aan de gemeenschap hem tijdelijk te veel is geworden. Artikel 8 lid 1
van het Verdrag van Rome luidt dan ook: ‘Een ieder heeft recht op eerbiediging
van zijn privé-leven, zijn gezinsleven, zijn huis en zijn
briefwisseling.’"

[A.Q.C.
Tak "Het Huisrecht"; Utrecht 1973; pagina 9]

 
Imaginary
Museum Projects

Dramatizing
Historical Information