Ga naar de inhoud

30 jaar Europese interne markt, so what?

Weinig burgers zullen op Nieuwjaar gedacht hebben. Aha, 2023, onze interne markt bestaat 30 jaar! Er zijn zo van die verjaardagen die alleen bestaan omdat ze door instituties tot event uitgeroepen worden, en de vreugde daarover moet zich dan uiten in speeches, seminaries of veelkleurige folders.

9 min leestijd

Zo verging het ook de ‘Europese interne markt’, opgericht in 1993 als gevolg van het Verdrag van Maastricht. Niet dat er daarvoor geen Europese interne of gemeenschappelijke markt bestond, want het was de hoofddoelstelling van de oprichting van de EEG in 1957. Maar die interne markt was niet ‘af’, er waren volgens de Europese autoriteiten te veel belemmeringen in het vrije verkeer van goederen, diensten, personen (al bedoelt men in werkelijkheid werkkrachten) en kapitaal. De Franse sociaaldemocratische Commissievoorzitter Jacques Delors besloot daar in de jaren ‘80 werk van te maken, met als streefdoel de markt te ‘voltooien’ tegen 1 januari 1993.

(Link naar brochure)

Dat was grotendeels het geval, alhoewel nog in 2004 eurocommissaris Bolkestein zijn berucht voorstel deed voor de volledige liberalisering van de dienstensector. En ook vandaag nog wordt er, vooral van ondernemerskant, geklaagd over ‘regelgevingsbarrières’ en onvolkomenheden in de interne markt. Business Europe, de belangrijkste bedrijvenlobby in Europa, wil de vier ‘vrijheden’ trouwens aangevuld zien met het vrij verkeer van data.

De Europese interne markt mag dan geen sexy onderwerp zijn, men kan er toch beter wat inzicht in hebben om zich een beeld te vormen van wat de Europese Unie is en doet. De EU zelf spreekt natuurlijk van een enorm succes, en doet alsof de hele constructie alleen opgezet werd om de burger te dienen. Hij kan genieten van grotere keuze, lagere prijzen en strenge kwaliteitsnormen, hij kan online shoppen en vrij reizen in het hele continent, en door de krachten te bundelen kunnen we gezamenlijke oplossingen vinden voor de grote problemen als milieu, klimaat, energie of crisisherstel.

Niet alles in deze beweringen is onjuist, maar ze verdoezelen de hoofdzaak: de interne markt komt in de eerste plaats tegemoet aan de wensen van de ondernemerswereld; sociale doelstellingen zijn daar in het beste geval een afgeleid product van. Over de ‘coulissen’ van de interne markt publiceerde CEO (Corporate Europe Observatory, de ngo die het gelobby rond de Europese instellingen in kaart brengt) een uitgebreide studie, met veel concrete voorbeelden van de rol die ondernemingen spelen bij de vormgeving van de interne markt. U kunt de studie downloaden (klik op de figuur), maar ter kennismaking lichten we er hier enkele belangrijke facetten en een aantal voorbeelden uit.

Beïnvloedingsmechanismen

De eerste stap om druk uit te oefenen is meestal het indienen van een klacht bij de Europese Commissie (klachtenprocedure). In 2021 waren er meer dan 4000. Alhoewel dit kanaal openstaat zowel voor personen als voor bedrijven, zijn het vooral deze laatste die deze weg kennen. Men moet immers aantonen dat er een inbreuk is door een overheid (nationaal, regionaal of lokaal ) op de Europese wetgeving; juridische departementen en consultancy bureaus liggen niet in ieders bereik. Als de Commissie bevestigt dat er sprake kan zijn van een inbreuk (infringement), kan ze een inbreukprocedure starten. Het komt echter niet vaak zo ver, want in de meeste gevallen leidt een informele uitwisseling met de betrokken lidstaat tot een regeling. Hiervan heeft het publiek echter geen weet, want alleen bij het inleiden van de eigenlijke inbreukprocedure wordt daarover een perscommuniqué verspreid. Een ‘informele oplossing’ kan echter betekenen dat een overheid stilletjes een voornemen laat vallen of het aanpast naar de zin van de Commissie. Volgens CEO wijst het dalend aantal inbreukprocedures in die richting, en de Commissie zelf kondigde aan dat ze conflicten steeds meer door ‘overleg’ wil aanpakken.

Komt het tot een formele inbreukprocedure, en de lidstaat plooit zich niet naar de EU wetgeving of een interpretatie daarvan, dan komt het geschil voor het Europees Hof van Justitie. Er kan een veroordeling, en mogelijks financiële sancties volgen.

Een alternatief voor de klachtenprocedure is de notificatieprocedure voor technische regulering. Wanneer lidstaten willen optreden door technische normen op te leggen (bv. de wijze waarop de schadelijkheid van tabak geïllustreerd wordt op de verpakking, of regulering i.v.m. e-commerce) dan moeten ze de Commissie daarover op voorhand inlichten, en het voornemen wordt publiek gemaakt via de TRIS-database (Technical Regulation Information System).  Maar zulke regulering kan beschouwd worden als een hindernis voor de interne markt. Niet alleen andere lidstaten, maar ook bedrijven en lobby’s kunnen daar dan gedurende drie maanden op reageren. Een uitstekende kans dus om de Commissie in te lichten over gerelateerde bedrijfsbelangen, en er haar beslissing door te beïnvloeden.

Ook op het gebied van diensten bestaat een aparte notificatieprocedure. Ook in dit verband moeten overheden hun intentie om regulerend op te treden op het gebied van dienstverlening vooraf melden aan de Commissie, en dit wordt opgenomen in een publieke database. Het kan bijvoorbeeld gaan over een gemeente die maatregelen wil nemen tegen de wildgroei van AirBnB logementen. (De Commissie moest haar oorspronkelijk voorstel intrekken door protest van onder andere de steden Amsterdam en Barcelona, en heeft het door een minder stringente versie vervangen.)

Enkele voorbeelden

Nederlandse privé- ziekteverzekeringen tegen de Slowaakse overheid

De Slowaakse regering-Fico wilde een halt toeroepen aan de privatisering van de ziektezorg die door zijn voorgangers was ingezet. Privé-investeerders werden wel niet geweerd uit de sector, maar de winsten van de privéverzekeringen werden door een wet (2008) verplicht gereïnvesteerd in de sector, en mochten niet langer uitgekeerd worden als dividend aan de aandeelhouders.

Een van de ‘benadeelde’ privéverzekeraars was het Nederlandse Eureko (nu Achmea). Eureko deed beroep op een gespecialiseerde Amerikaanse advocatenfirma, die bij de Europese Commissie klacht indiende over inbreuk op het vrij verkeer van kapitaal en de vrije vestiging. In 2009 lanceerde de Commissie de inbreukprocedure, maar tot een betwisting kwam het niet: in 2010 kwam een conservatieve regering aan de macht die Fico’s plannen introk.

Gokken op een vrije markt

Gauselmann is een Duits bedrijf dat vooral actief is in casino’s, gokspelen, entertainment op cruiseschepen etc.; in 2020 was de omzet meer dan 2,5 miljard euro. In 2015 nam Gauselmann het advocatenbureau Alber & Geiger onder de arm om het op te nemen tegen ‘bedreigende gokregulering’. Er werd enerzijds gelobbyd bij diverse nationale regeringen, en anderzijds spoorde Alber & Geiger de Commissie aan om inbreukprocedures te starten, o.a. tegen Tsjechië en Duitsland. Natuurlijk deed het advocatenbureau dit niet gratis: in 2017 was de vergoeding 600.000 €, maar voor Gauselmann was het natuurlijk een gokje waard.

Gauselmann lijkt echter verkeerd gegokt te hebben, want in december 2017 sloot de Commissie de inbreukprocedure af zonder een oordeel te vellen. Nationale autoriteiten zouden daarvoor beter geplaatst zijn, klinkt het. Dit lijkt verheugend, maar het illustreert ook dat de Commissie over een veelzijdige politieke gereedschapskist beschikt waaruit ze naar believen kan kiezen. Deze keer koos ze voor een ‘politieke’ aanpak van de klacht, terwijl andere keren aan de wetten van de Europese ‘rechtsstaat’ niet kan getornd worden. De Commissie zal ingezien hebben dat de Europese wetgeving inroepen om de gokindustrie te beschermen een brug te ver was  en haar imago kon schaden.

Minder suiker?

In 2011 legde de Finse overheid een belasting van 0,95 € per kilo op snoep en roomijs in de hoop zo de suikerconsumptie te verminderen, wat meteen op verzet stuitte vanuit de sector. Twee klachten moesten aantonen dat de suikerbelasting leidt tot concurrentievervalsing. Tijdens de informele fase van het onderzoek bleek dat de Commissie de belasting in strijd achtte met de regels over de staatssteun. In 2017 trok Finland zijn suikerbelasting dan maar terug.

Gelijkaardige ervaringen in Estland in verband met een belasting op gesuikerde softdrinks. De ‘bedreigde’ sector nam een advocatenbureau in dienst, dat natuurlijk tot de bevinding kwam dat de belasting in strijd was met de wetgeving op de interne markt. Daarop diende de Europese koepel van de drankensector (UNESDA) een klacht in bij de Europese Commissie en … de Estse president sprak zijn veto uit tegen de suikertaks.

Minder CO2 in de  luchtvaartsector ?

Eind 2020 voerde de Oostenrijkse regering een minimumprijs in voor vliegtuigtickets, wat volgens Ryanair ingaat tegen de Europese wetgeving. De Commissie is het daar blijkbaar mee eens, want een woordvoerder zei dat “de EU voorstander is van de vergroening van het luchttransport, maar alleen op een wijze die compatibel is met de regels van de interne markt.” De kwestie is nog in behandeling, maar veel goeds belooft dit niet. Navraag door CEO bij de Commissie over de contacten die ze hierover had met de luchtvaartindustrie  ving bot, want de Commissie antwoordde dat COVID en thuiswerk van de ambtenaren haar niet toelieten de nodige documentatie te bezorgen… Dergelijke gevallen van niet- openbaarheid van bestuur werden door de onderzoekers meer dan eens ondervonden.

Topje van de ijsberg

We gaven slechts een aantal van de voorbeelden aangehaald in de studie van CEO, maar de auteurs vermelden dat ze veel meer gevallen op het spoor kwamen, ook gevallen waarbij de Commissie op eigen initiatief, zonder aansporing van een bedrijfslobby, tegen progressieve initiatieven van overheden optrad. Het gaat dan bijvoorbeeld over de promotie van regionaal geproduceerd voedsel (Zweden, Bulgarije, Roemenië), of een gemeentelijk plan voor de financiering van zonnepanelen (Denemarken). De Commissie blijkt ook lobbyisten te informeren hoe ze best te werk gaan om overheidsinitiatieven tegen te houden. Dit blijkt o.a. het geval geweest te zijn met Uber.

Van het klachten-en inbreukmechanisme gaat ook een afschrikkend effect uit, te vergelijken met autocensuur in de media, zodat er niet eens opgetreden moet worden om initiatieven te fnuiken. De dreiging met een klacht vanwege de plasticsector was voldoende om een Frans plan te begraven om plastic voor eenmalig gebruik te bannen.

Een ander krachtig ‘geheim wapen’ van de Commissie is het schrijnend gebrek aan transparantie, zodat het publiek geen weet heeft van de onderhandse deals. Zelfs tussenkomst van de energieke Europese ombudsvrouw Emily O’Reilly die de Commissie wijst op de wettelijke verplichting van openbaarheid van bestuur haalt in diverse gevallen niets of zeer weinig uit.

Misschien kan het hele verhaal stof leveren voor een political fiction roman, waarbij de Commissie klachten tegen onverantwoord optreden van bedrijven onderzoekt, en in geheime onderonsjes met vakbondsleiders inbreukprocedures lanceert wegens het niet naleven van de wetten van de sociale vooruitgang?