Biofuels zijn niet groen. Het zijn agrofuels
Biofeuls
worden ze (ten onrechte) genoemd. De verzamelnaam van ethanol, biodiesel,
biomassa, oftewel energie van plantaardige afkomst. Het klinkt als benzine of
steenkolen met een ekokeurmerk, maar feitelijk zou agrofuels een betere
benaming zijn.
Veelal
gaat het om plantaardig materiaal dat afkomstig is van plantages, extreem
grootschalige landbouw, en net als koffie, chocola en cocaïne onderdeel van de
exportgebaseerde landbouw die zoveel schade aanricht in veel Zuidelijke landen.
De milieubeweging en zeker ook de ontwikkelingshulporganisaties staan
ambivalent en verdeeld tegenover de stormachtige groei die biofuels door maken.
Sommigen omarmen het vanwege de beperking van de C02-uitstoot en de kansen die
het boeren in het Zuiden biedt, anderen twijfelen. Slechts weinigen durven deze
ontwikkeling geheel af te wijzen.
De
agrofuels-industrie (wat dat begint het te worden) presenteert hun product als
het wondermiddel. Op dezelfde manier haast als ooit gentech en kernenergie aan
de man werd gebracht, zou het goed zijn voor alle kwalen op de wereld. Het
klimaatprobleem lossen we er mee op, de armoede onder boeren in het Zuiden, de
luchtvervuilingproblemen hier en onze afhankelijkheid van Arabische en
Russische oliebaronnen. En als klap op de vuurpijl is het goed voor de
economie, rijken de groeimogelijkheden tot in de hemel en levert het geen enkel
probleem op.
Wie
verder kijkt van de mooie praatjes van de wetenschappers en industriëlen, ziet
dat deze mooie droom als snel kan omslaan in dezelfde nachtmerrie die
kernenergie en gentech werd. Laten we een aantal van die claims eens onder de
loep nemen.
De
bijdrage aan C02 reductie. Het klinkt zo mooi, een plant neemt C02 op, en kan
daarna nooit meer uitstoten als dat er opgenomen wordt. Agrofuels zijn dus 'C02
centraal'. Het is een claim die wetenschappelijk niet hard te maken is. Er zijn
maar weinig peer reviewed studies die dit überhaupt onderzocht hebben. Het gaat
in ieder geval voorbij aan het feit dat landbouw een van de grootste bronnen
van C02 uitstoot is (vooral door het in productie brengen van zogenaamd
marginale gronden, land use change) zeker als het gaat om grootschalige
gemechaniseerde landbouw.
Hoeveel
C02 komt er vrij bij het gebruik en productie van al die diesel, kunstmest en
landbouwgif die nodig zijn voor de tweede groene revolutie waar de
agrofuel-profeten van de Universiteit van Wageningen en Utrecht zo positief
over zijn? Neem bijvoorbeeld de palmolieplantages in Indonesië. 6 miljoen
hectare moerasbossen gaat afgebrand worden, de moerassen gedraineerd en vol
geplant met palmen. De veengronden onder de plantages zullen de komende eeuw
ongekende massa's broeikasgassen uitstoten doordat ze langzaam oxideren.
De
kansen voor derde wereldboeren bestaan, maar alleen voor wie voorbij gaat aan
de machtsverhoudingen ter plaatse. De boeren die er van gaan profiteren zijn
niet de grote massa's keuter boertjes die onder de armoedegrens leven, maar
dezelfde grootgrondbezitter die nu leeft van de export van koffie, katoen,
chocola of soja. Grootschalige plantages verdrijven overal in de wereld deze
kleine boeren naar de sloppenwijken rond de steden of naar de regenwouden en de
marginale gronden. De mechanisatie op de plantages doet het aantal benodigde
arbeidskrachten flink dalen.
De
armoede oplossen met agrofuels? Ook dat
klinkt op het eerste gezicht logisch en werkbaar. Wie de situatie in het Zuiden
kent, ziet in dat het niet gaat gebeuren. De meeste agrofuels gaan geleverd
worden door grote landbouwbedrijven. De winsten die gemaakt worden zijn bestemt
voor deze bedrijven en de multinationals die nu al een groot gedeelte van de
export landbouw en energiesector in handen hebben. Bedrijven als het zeeuwse
BIOX, maar ook Shell en Cargill.
Net als
dat het kopen van chocola, cocaïne en koffie geen bijdrage levert aan het
oplossen van de armoede, zal ook het handelen in agrofuels dat niet gaan doen.
In tegendeel, ze zal de situatie alleen verscherpen door een nog grotere claim
te leggen op de landbouwgrond.
Zijn
agrofuels goed voor de economie en kunnen we met agrofuels weer onbelemmerd
door groeien? Weer twee keer nee. Natuurlijk zijn er enorme kansen voor
beleggers en de bedrijven die in deze nieuwe sector actief zijn, maar agrofuels
zijn per definitie duurder dan olie en gas. Simpelweg omdat je meer moeite moet
doen om energie te halen uit planten. De olie en gasprijzen zullen door de
toenemende schaarste blijven stijgen. En dus zullen agrofuels op die manier een
concurrentievoordeel krijgen. Dat betekend echter wel dat energie hoe dan ook
duurder wordt. En ook aan agrofuels zit een limiet. De hoeveelheid
landbouwproductie die in energie omgezet kan worden is beperkt. De berekeningen
van de agrofuel-propagandisten zijn schromelijk optimistisch en gaan uit van
een effiency slag in de landbouw wereldwijd, die gezien de omstandigheden in
veel van de productieregio's niet haalbaar gaat zijn.
Natuurlijk
blijft er altijd de onzekere factor van technologische ontwikkeling. Er zijn
fantastische verhalen over het energiepotentieel van algen, tweede generatie
agrofuels, en het winnen van gas uit restafval. Tot nu toe zijn het echter
allemaal beloftes van de tekentafel. Gezien de enorme vraag naar energie en het
groeiende gat tussen het aanbod van fossiele brandstoffen en die vraag zal het
bedrijfsleven gaan voor technologie die zijn waarde bewezen heeft en snel is op
te schalen. Ze zal ook vooral op zoek zijn naar de brandstoffen die snel in te
zetten zijn in de transportsector, omdat het vooral vloeibare brandstof is waar
een gebrek aan begint te ontstaan. Brandstoffen die makkelijk zijn bij te
mengen in de bestaande brandstofstromen, en waar het wagenpark noch de
benzinepompen voor hoeven te worden aangepast. Alle technologie die nu nog in
de labs zit, is interessant voor over 20 jaar, de komende 10 a 15 jaar gaan we
een enorme groei zien van de agrofuels waar ik in dit artikel mijn pijlen op
richt. Eerste generatie agrofuels: de tarwe uit Groningen en de VS, suikerriet
en ook suikerbieten, mais, palmolie.
NGO's en activisten zouden er verstandig aan doen
een duidelijk en helder standpunt in te nemen over agrofuels. Door te aarzelen
of gedeeltelijke te steunen, geven zij ruimte aan een erg schadelijke
ontwikkeling. Nu nog is er tijd om die te stoppen, maar daar is enorm veel
haast bij geboden. De ontwikkelingen in deze sector gaan enorm snel. Laten we
ons aansluiten bij de protesten van de boerenorganisaties in India en de
landlozen in Brazilië en hun felle protesten tegen agrofuels.
De
twijfel is overigens begrijpelijk. Er lijkt eindelijk een ontwikkeling te komen
die gedragen wordt door het bedrijfsleven en onze afhankelijkheid van fossiele
brandstoffen doorbreekt… Maar laten we vooral naar de feiten kijken. Die
spreken voor zich.
—————–
Zie ook de website van Biofuel WatchÂ