Ga naar de inhoud

Bittere oogst

Een
stuk over waarom de prijzen van voedselgewassen stijgen omdat ze steeds vaker
als brandstof dienst doen. En hoe boeren daar niet veel wijzer van worden.

7 min leestijd
Placeholder image

 
Raj
Patel is auteur van het boek Buy This! Alles wat je niet wilt weten over eten (originele
titel: Stuffed and Starved) dat deze week in Nederlandse vertaling verschijnt
.

In het
gevecht tegen klimaatverandering blijkt één oplossing in het bijzonder populair
te zijn. Biobrandstoffen – volgens milieuactivisten 'agrobrandstoffen' –
grijpen de macht. Volgens de ngo Grain wil de Indiase regering er veertien
miljoen hectare van planten, Brazilië 120 miljoen hectare, en een Afrikaans
consortium 379 miljoen hectare in vijftien landen. In de Verenigde Staten wil
president Bush binnen tien jaar de jaarlijkse productie verhogen tot 35 miljard
vaten biobrandstoffen.

Dit is
best te accepteren als biobrandstoffen ook daadwerkelijk werkten. Maar dat doen
ze niet. Uit een recent onderzoek bleek dat de productie van palmolie in
Zuidoost-Azië tussen twee en acht keer méér kooldioxide opleverde dan het
verbranden van diesel. Een recente publicatie in Science liet zien dat bossen
negen keer zo veel CO2 konden opnemen als biobrandstoffen. De adviseurs van de
Engelse regering hebben ertegen gewaarschuwd die weg te volgen. Maar elke
regering wil erbij zijn. Dit is het energiebeleid dat onze leiders voor ons
willen voeren, ondanks bewijzen dat het onverstandig is.

Net als
alle dingen hebben biobrandstoffen alternatieve kosten. De meest directe is dat
er een ruilhandel is tussen het bebouwen van land voor voedsel en land voor
brandstof. Het gevolg is een stijging in de prijs van voedsel. Je zou denken
dat op z'n minst één groep zou profiteren van de concurrentiestrijd tussen
biobrandstoffen en voedsel, namelijk de graanboeren. Maar zelfs hier is de
situatie niet helder.

Biobrandstoffen
kunnen alleen werken als ze worden geproduceerd op industriële schaal. En dat
betekent dat ze verbouwd moeten worden op plantages, met gebruik van goedkope
arbeid. Plantages worden gecreëerd op twee manieren: ofwel het kappen van ongerept
bos – wat het doel van kooldioxidereductie meer dan teniet doet – ofwel door
land af te nemen van de armste boeren, die meestal schulden hebben en bereid
zijn zich te laten uitkopen door grote grondbezitters om het hoofd boven water
te kunnen houden.

De
echte winnaars hier zijn helemaal geen boeren, maar voedselbedrijven. Momenteel
zijn de bedrijven die het voedselsysteem beheersen firma's waar bijna niemand
van heeft gehoord, met namen als ConAgra, Bunge, Cargill en Archer Daniels
Midland. Het zijn en blijven machtige instanties – verborgen voor consumenten,
maar met de macht om boeren over de hele wereld tegen elkaar uit te spelen.

De
ironie wil dat terwijl de voedselprijzen omhoog schieten de armste mensen van
de wereld degenen zijn die het land bewerken. Drie van de vier mensen in de
Derde Wereld wonen op het platteland. Hogere prijzen voor gewassen zullen het
inkomen een beetje verhogen voor die mensen die het zich kunnen veroorloven hun
product naar de markt te brengen. Maar om een kans te hebben om succesvol te
zijn, moet een boer land hebben, toegang tot leningen om te kunnen investeren
in gewassen, en de technische hulp om betere landbouwsystemen te kunnen
ontwikkelen. Dat zijn dingen waar de armste arbeiders in de landbouw slechts
van kunnen dromen. De meeste mensen moeten voor zichzelf lenen. Dat de
industriële en commerciële landbouw wordt gesteund in de VS, door de Farm Bill,
en in Europa, door het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid, betekent dat de armste
boeren, zowel in de Derde als in de Eerste Wereld, moeten vechten om te kunnen
concurreren.

Ook
consumenten zullen de pijnlijke effecten voelen. Shoppers in Nederland zijn
ervoor gewaarschuwd dat ze de komende maanden meer zullen moeten betalen voor
vlees omdat boeren de gestegen kosten van diervoeding doorberekenen. Brood
wordt ook duurder om gelijke tred te houden met de stijgende prijs van tarwe.
Op andere plaatsen in de wereld is de prijs van primair voedsel al aan het
stijgen. Uit een recent rapport bleek dat de prijs van tortilla's in Mexico was
verviervoudigd, de voedselprijzen in India ruim tien procent gestegen waren, en
in China afgelopen jaar de prijs van varkensvlees met meer dan veertig procent
omhoog ging.

Die
prijsstijgingen zijn nog maar het begin, want in de komende jaren zullen de
gevolgen van een wereldwijd voedseltekort merkbaar worden. De meest recente
waarschuwing kwam vorige week van vijftig klimaat- en bodemwetenschappers die
in IJsland bijeen waren gekomen om te debatteren over de toekomst van de
mondiale voedselproductie. Het beeld dat zij schetsten was somber. In de
komende vijftig jaar zullen wij, de mens als soort, meer voedsel moeten
produceren dan in de afgelopen tienduizend jaar bij elkaar. En dit gebeurt op
hetzelfde moment dat de bodem verarmd wordt door intensieve landbouw. Als meer
mensen vragen naar steeds zeldzamer wordend voedsel zullen de prijzen gaan
stijgen. Die combinatie is voor de armen van de wereld slecht nieuws.

Het
eerste symptoom was de hoge graanprijs. Voor een deel zijn de tarwe- en
maisprijzen hoog omdat de oogst dit jaar bijzonder slecht is geweest –
klimaatverandering heeft al haar tol geëist op sommige gebieden van de
landbouw. Er is slecht weer geweest in belangrijke graangebieden als Canada en
delen van Europa. Verslechtering van de bodem en het water speelt ook een rol.
Maar de ironie wil dat de nieuwe en krachtige reden voor de prijsstijging nu
juist exact ligt in een middel dat was bedoeld om klimaatverandering tegen te
gaan: biobrandstoffen. Nu de prijzen van mais op recordhoogte staan, gaan
boeren het verbouwen voor de biobrandstofindustrie.

Overal
ter wereld hebben boeren en landloze mensen zich georganiseerd om het
voedselsysteem weer in handen te krijgen. Gezamenlijk hebben ze La Via
Campesina – de Boeren Manier – gevormd, dat het idee uitdraagt dat zowel boeren
als consumenten meer in verbinding moeten staan met ons voedsel. De
organisatie, op dit moment gevestigd in Indonesië (zij het met wortels in
Latijns-Amerika) en met, zoals ze zelf zegt, honderd miljoen leden, is een
sterke kandidaat voor de titel van grootste sociale beweging ter wereld.

Progressieve
boerenorganisaties willen de giganten van de industriële landbouw omzeilen en
rechtstreeks met de consumenten handelen. Ze willen in staat zijn het voedsel
dat de wereld moet voeden te verbouwen op een manier die de producenten ervan
respecteert, en eveneens een hele reeks problemen aanpakken, van directe
boer-tot-boer-noodhulp bij rampen als de Aziatische tsunami tot lobbyen bij de
Wereldhandelsorganisatie en alarm slaan over schendingen van mensenrechten van
de armen op het platteland.

Zij
hopen dat wij meer contact zullen krijgen met voedsel, en als gevolg daarvan
meer van eten zullen genieten. Recent onderzoek wijst uit dat kinderen meer
plezier beleven aan eten als het verpakt is in een McDonald's-verpakking dan
wanneer het in bruin papier zit. En zouden wij niet veel meer genieten van ons
eten als we wisten waar het werd verbouwd, en hoe, wat erin zat en hoe wij
ermee in verbinding stonden? Een groep activisten, kunstenaars en
ambachtslieden had dat lang geleden in Italië al in de gaten, en richtte de
Slow Food-beweging op. Zij willen meer genieten van eten door de arbeid
waardoor het wordt geproduceerd te huldigen met elke hap.

Eén
belangrijke stap is minder vlees en vis eten, en meer groenten. Puur vanuit het
perspectief van voedingswaarde is dat een verstandig advies, maar daar komt bij
dat er niet genoeg land op de wereld is om een mondiale bevolking van zes
miljard te onderhouden die de hoeveelheid vlees eet die wij eten in de
ontwikkelde wereld. Maar dit is geen beweging met een boetekleed; het is ook
enorm verrijkend én een manier om overgewicht te bestrijden – volgens de
huidige trends zal in 2050 de helft van alle Engelse kinderen te dik zijn.

Als er
dan meer duur voedsel moet zijn, laat het dan niet duur zijn omdat het is
verbouwd om te concurreren met biobrandstoffen, maar omdat het een
weerspiegeling is van de werkelijke menselijke kosten van het verbouwen ervan,
waarbij boeren het inkomen verdienen waar ze naar hongeren, in een maatschappij
die haar armste leden waardigheid en zelfrespect gunt. Dat zou een resultaat
zijn dat het waard is om van te genieten.


noot —

Raj
Patel is auteur van Buy This! Alles wat je niet wilt weten over eten (vertaling
van Stuffed and Starved), dat verschijnt op 26 september 2007.

Bronnen:
over gegevens over biobrandstoffen, zie het definitieve verslag. Voor het Science-artikel, zie BBC. Over stijging van
voedselprijzen en verband met biobrandstoffen, zie
hier.