Ga naar de inhoud

Bouteflika is weg, nu zijn trawanten nog

Na het aftreden op 2 april 2019 van Abdelaziz Bouteflika als president blijven in Algerije twee belangrijke spelers over. Het leger en het volk. Het volk vrijt tijdens de demonstraties tegen ‘le pouvoir’ de veiligheidstroepen op met de slogan “het leger en het volk zijn broeders”. Het leger herkent geleidelijk aan ‘het volk’ in de straten. Beide partijen slagen er, tegen alle verwachtingen in, om de manifestaties vreedzaam en geweldloos te houden.

6 min leestijd

(Door Francis Jorissen, oorspronkelijk verschenen bij uitpers.be)

De militairen hebben via hun stafchef, generaal Ahmed Gaïd Salah op een maand en half 4 fases doorlopen:

  • 5 maart – veroordeling en waarschuwing voor de terugkeer van de gewelddadige en chaotische situatie van de jaren negentig;
  • 18 maart – waardering voor het gevoel van burgerzin en patriottisme van de demonstranten;
  • 26 maart – eis tot afzetting van de zieke president op basis van artikel 102 van de Grondwet;
  • 2 april – volledige steun voor de eisen van het volk.

De laatste fase begint enkele uren voor Bouteflika voor de camera’s van de nationale televisie zijn ontslag indient.

Het ontslag van de president schakelt de elite, de “presidentiële clan” en de oligarchen rond de clan die de macht hebben uit. Althans voorlopig (en misschien met uitzondering van de overlopers van de afgelopen dagen).

Het is een eerste overwinning voor de miljoenen demonstranten die het einde van het Bouteflika-tijdperk met doorzettingsvermogen, vastberadenheid en verantwoordelijkheidszin afdwongen. Maar zonder de druk van het leger was dat resultaat waarschijnlijk niet mogelijk geweest..

Beide spelers willen nu het post-Bouteflika-tijdperk vorm geven. Het leger en het volk zijn al tientallen jaren op een bijzondere manier met elkaar verbonden maar de slogan ‘dègage’ (‘ga weg’) die op de straten en pleinen van Algerije weerklinkt is niet alleen gericht aan ‘Boutef’ maar aan het hele systeem. Inclusief de legertop. Het volk wil, net als in de Algerijnse oorlog, maar één ding: vrijheid, de echte mantra van de vrijdagdemonstraties.

Een Tweede Republiek

De Algerijnen willen een “Tweede Republiek” die een echte breuk met het verleden is. De meerderheid van hen wil een complete regimewissel. Dat betekent het wegvegen van ‘le pouvoir’ en zijn trawanten. De demonstranten, en het dient benadrukt, met een grote opkomst van vrouwen, blijven goedgehumeurd maar zijn op hun hoede. Er doen geruchten de ronde over duistere samenzwering en buitenlandse pogingen tot subversie door boemannen zoals de Franse president Emmanuel Macron of de Emir van Qatar Sheikh Tamim bin Hamad al Thani. Daarnaast bestaat de vrees dat de machtsspelletjes van de Deep-State de vreedzame beweging buiten spel willen zetten.

Het doel van het leger is duidelijk: de demonstranten bedaren en als scheidsrechter van de machtsoverdracht optreden, de positie van het leger in de Algerijnse machtsstructuur waarborgen en een alternatief zoeken voor Bouteflika die bij de komende verkiezingen aan de demonstranten kan worden ‘verkocht’.

Het leger zette zijn eerste stap gezet naar de zogenaamde “Tweede Republiek”. Het zal zonder twijfel een cruciale rol willen spelen voor de opvolging van Abdelaziz Bouteflika. We mogen ons alleszins aan een Algerijnse kandidaat in uniform verwachten.

Dit scenario lijkt sterk op dat van Egypte tijdens de eerste maanden van 2011. Toen het Tahrirplein explodeerde met demonstranten en Hosni Mubarak aarzelde om af te treden, dwong het leger de voormalige Egyptische president daartoe. De militairen presenteerden zich als de hoeders van de belangen van het volk en vermeed aanvankelijk het scenario van een burgeroorlog. Daardoor verwierf het leger het vertrouwen van een deel van de Egyptenaren en stuurde het de overgangsfase tot aan de opkomst van de Moslimbroederschap. In een tweede fase werd dan het Tahrirplein opnieuw gebruikt om de Moslimbroeders met extreem geweld opzij te schuiven en terug te keren naar een onbetwistbare leider, Abdel Fatah al-Sissi.

Dit zijn de onbekenden van de nabije toekomst van Algerije. Het is moeilijk om de opkomst van de Islamisten te voorspellen. Na het zwarte decennium van de burgeroorlog van de jaren negentig hebben de islamitische partijen geen significante rol meer gespeeld in het nationale, sociale en politieke leven. Maar zoals een demonstrant zei: “Ze zijn te onzichtbaar om er niet te zijn”.

De uitdaging

Alleszins is het leger voorlopig het best georganiseerd. Terwijl sommigen nog steeds ‘El Jeich echaab khawa, khawa’ (‘Het volk en het leger zijn broeders’) zingen, zijn anderen op hun hoede voor de bedoelingen van de hoge officieren.

Er zijn signalen dat de poging van Gaïd Salah om het initiatief te nemen gepaard gaat met een interne strijd binnen het militair apparaat. Zo word het hoofd van de geheime diensten (Direction des Services de Sécurité – DSS) majoor-generaal Bachir Tartag ontslagen en vervangen door een andere majoor-generaal, Mohammed ‘Youssef’ Bouzit. Die zou dicht bij Gaïd Salah staan en was hoofd van de buitenlandse inlichtingendiensten (Direction Générale de la Sécurité Extérieure -DGSE). Het feit dat hij zelf midden maart is vervangen als hoofd van die dienst door weer een derde majoor-generaal, Ali Bendaoud, een voormalig militair attaché in Parijs, kan daarop wijzen

De grote uitdaging voor de beweging zijn de nieuwe verkiezingen die we in de zomer mogen verwachten. Net als de Franse Gilets Jaunes mobiliseert de beweging via online netwerken. Het lijkt er niet op dat ze aan energie verliest maar veel hangt af van de vraag of de demonstranten zich kunnen organiseren. Tot nu toe zijn er geen zichtbare leiders. De demonstranten krijgen wel de steun van populaire figuren als voetballer Riyad Mahrez van Manchester City en de coach van de nationale voetbalploeg Djamel Belmadi maar het is onwaarschijnlijk dat die de ambitie hebben om een politieke rol te willen spelen. Ook Issad Rebrab, berber uit Kabylië en miljardair aan het hoofd van het grootste privébedrijf van Algerije kiest hun kant. Issad Rebrab relaties met het regime zijn nooit goed geweest en hij heeft zich altijd ver verwijderd gehouden van de cenakels van de macht. Advocaat en mensenrechtenactivist Moustafa Bouchachi is een gezaghebbende figuur geworden. In een interview aan de krant Le Monde van zaterdag 6 april 2019 zegt hij: “Het regime heeft het land gebroken, de mensen ertoe gedwongen om zich ten dienste te stellen van dit systeem van corruptie. Het is onmogelijk om dat nog langer te aanvaarden.” De macht van de verschillende gildes, die van de magistraten, advocaten, leraren is gegroeid en toont aan dat het verlangen naar een rechtsstaat en democratie breed gedragen wordt.”

We kunnen alleen maar afwachten en hopen dat het niet op een “Egyptische” maar op een “Algerijnse” manier verloopt. De Algerijnen staan nu tegenover het leger, zoals in 1999, toen de militairen een overheersende rol speelden in de politieke besluitvorming en Bouteflika aan de macht brachten. “We wonnen de halve finale tegen ‘Boutef’, nu moeten we Gaïd Salah in de finale verslaan,” vertelt Kamel, een 51-jarige ingenieur, aan Le Monde. “Nous vendredirons!” (“we zullen vrijdagen”) wordt er via de sociale media opgeroepen om ook de volgende vrijdagen te blijven demonstreren. Het nieuw door de beweging uitgevonden werkwoord kan voorlopig alleen vervoegd worden in de toekomstige tijd.