Dalende lira, strop rond Erdogans hals?
Over een kleine maand, 24 juni, trekt de Turkse bevolking naar de stembus. Zowel economisch als politiek (de oorlog in Syrië) zit Turkije in een woelig vaarwater.
(Door Ludo den Brabander, oorspronkelijk verschenen op Uitpers.be)
De regering heeft de verkiezingen met meer dan een jaar vervroegd in de hoop Erdoğan anderhalf jaar eerder al in het nieuw presidentieel systeem te lanceren en de electorale gevolgen van een mogelijke populariteitsval in de komende maanden af te wenden. Hoewel het land een economische groei optekent van meer dan 7%, slaan alle andere economische parameters richting rood. En dat weet de regering ook. Beter dus om nu het zekere voor het onzekere te nemen. Bovendien is de noodtoestand nog officieel van kracht, wat extra voordeel oplevert voor de partij aan de macht.
Dalende munt
Het is vooral de ontwaarding van de Turkse munt die als een dreigende strop rond de presidentiële hals hangt. Op een jaar tijd is de koers van de lira ten opzicht van de euro met bijna 30% gedaald. De daling zette zich al vijf jaar geleden in, toen 2,5 lira volstonden om een euro terug te krijgen. Tegenwoordig moet je 5,5 lire neertellen. Dat is behoorlijk spectaculair. De verwachting is dat de economische groei sterk zal afnemen, maar de inflatie rond de 10% zal blijven hangen. Het groeiende handelsdeficit moet immers in euro’s en dollars gedicht worden. Voor de bedrijven wordt dat een steeds duurdere affaire. Erdoğan zoekt de zondebok in een ‘buitenlands complot’. Dat is zowat zijn rode draad voor elk economisch en politiek probleem. Stoere taal over het buitenland doet het nog altijd goed bij de nationalistische kiezers. Tot 24 juni zal dat wel werken en ervaart de modale kiezer nog weinig van opdoemende economische problemen.
Natte droom van ‘sultan’ niet zeker
Eerlijk kunnen die verkiezingen niet verlopen. De media zijn aan banden gelegd. Meer dan honderd journalisten zitten gevangen. De regering oefent rechtstreeks en onrechtstreeks de controle uit over 90% van de pers. Sinds de mislukte staatsgreep van juli 2016 is in het land nog steeds de noodtoestand van kracht wat de president bijna dictatoriale macht verleent. Na de verkiezingen is sowieso een presidentieel systeem van kracht met veel meer macht in handen van het staatshoofd, nadat daartoe in een referendum (april 2017) met veel onregelmatigheden en nipte meerderheid is voor gekozen. Maar het is nog maar de vraag of die natte droom van de ‘sultan’ zo vanzelfsprekend realiteit zal worden.
Het gaat om een dubbele stembusgang: presidents- en parlementsverkiezingen. De opiniepeilingen voorspellen weliswaar een overwinning voor de president en de AKP, maar de kans is bijzonder groot dat er een tweede ronde nodig zal zijn vooraleer duidelijk wordt wie president zal worden. Volgens een recente peiling zou Erdoğan rond de 43% van de stemmen binnenrijven, waardoor een tweede ronde nodig zal zijn die op 8 juli is voorzien. De belangrijkste mogelijke tegenkandidaat is Muharrem Ince van de oppositionele Republikeinse Partij CHP die volgens de peilingen 22% zou kunnen halen in een eerste ronde.
Dezelfde dag vinden ook verkiezingen plaats voor het parlement. In totaal gaat het over 600 zetels. Deze keer trekken de partijen in alliantie naar de kiezer. De AKP doet dat samen met het extreemrechtse MHP onder de naam Cumhur Ittifaki (Alliantie van het Volk). Volgens de betrokken recente peiling zou de coalitie goed zijn voor 45,63% van de stemmen. Als dat klopt dan is dat eigenlijk een barslecht resultaat en betekent dat mogelijks een verlies van de meerderheid in het parlement. Tijdens de vorige verkiezingen haalde de AKP op zijn eentje al 49,5% van de stemmen. De MHP was goed voor bijna 12%.
Het gros van de oppositie komt op als Millet İttifakı (Alliantie van de Natie), die volgens de genoemde peiling 42,5% zou kunnen halen. Het gaat om een bonte alliantie van de CHP (25% in 2015) die in zee gaat met de nationalistische ‘Goede Partij’, de islamisten van de ‘Gelukspartij’ en de rechtse ‘Democratische Partij’. De pro-Koerdische en linkse Democratische Volkspartij, HDP, zou opnieuw net boven de kiesdrempel van 10% uitkomen. Verschillende peilingen geven de partij tussen de 11 en 12,5%.
Het is natuurlijk de stembusgang zelf die beslist en in het woelige vaarwater waarin Turkije zich bevindt is alles mogelijk. Erdogan is best in staat om in volle kiescampagne een nieuwe militaire operatie in Syrië te ondernemen als hij daarmee extra nationalistische stemmen zou kunnen winnen. In juni 2015 toen het AKP-kiesresultaat te ver onder de ambities van Erdoğan lag, liet hij de coalitiegesprekken mislukken en startte hij een brutale militaire campagne tegen het ‘terrorisme’ in het Koerdische zuidoosten van het land. Het legde hem geen windeieren. Zes maand later won hij er 59 extra zetels mee. Honderden mensen moesten het wel met hun leven bekopen.