Ga naar de inhoud

De hoop te delen

Een impasse. Briesend komt de machine tot stilstand. De bazen kijken verdwaasd op, en ook de rest weet nog niet precies wat te doen…

6 min leestijd
Placeholder image

Dit stuk is verschenen in het jongste nummer van klasse!(pdf)

Crisis

Er is goede reden te geloven dat het kapitalisme zoals wij dat kennen over een generatie niet meer zal bestaan. Niet zomaar omdat het nu even niet zo lekker gaat, maar om de eenvoudige reden dat het onmogelijk is om een motor van eeuwige groei op een eindige planeet te blijven handhaven. Desondanks lijkt het georganiseerde verzet verspreid en onsamenhangend. De reactie, ook van ‘progressieven’, is doorgaans behoudend. Men klampt zich aan het systeem vast, eenvoudig omdat men zich geen alternatief voorstellen kan dat niet nog slechter zou zijn.

Maar hopeloosheid is niet natuurlijk. Het moet worden geproduceerd. Gedurende de afgelopen dertig jaar is er een onafzienbaar bureaucratisch apparaat ontstaan voor de verwezenlijking en het behoud van hopeloosheid. Deze machine bestaat uit legers, gevangenissen, politie, diverse vormen van private veiligheidsfirma’s, hun propagandamateriaal en de sfeer van angst en schijnveiligheid die zo tot steeds vollere wasdom komt. Niet alleen cultureel, ethisch en esthetisch, maar ook in economische zin is dit apparaat dor en dood: alle kanonnen, surveillancecamera’s, en propagandamotoren zijn buitengewoon duur en produceren hoegenaamd niets.

Terwijl de menselijke geest op de werkvloer al evenzo wordt verpulverd als in de cellen van de gevangenis, en angst een machtsfactor van belang is op straat, lijkt steeds meer geld verdienen het enige wat er overblijft om van te fantaseren. Geatomiseerd en drijvend op die ontmenselijkte, gefiscaliseerde fantasieën, is men steeds dieper in de schulden geraakt. En wat zijn schulden anders dan denkbeeldig geld waarvan de waarde pas in de toekomst kan worden gerealiseerd? Toekomstige winsten, de opbrengst van de uitbuiting van nog niet geboren arbeiders. Deze ‘vrijheid’ van het individu bestaat uit het democratische recht, te delen in de opbrengst van haar eigen permanente knechting.

Recente geschiedenis

Maar zodra zich een opening voordoet, zal de verbeelding er onmiddellijk uit tevoorschijn springen. Zodra die mogelijkheid zich voordoet, komt een radicale sociale beweging tot stand, gewijd aan principes van directe actie en organisatie van onderop. In de jaren vijftig was er in de Verenigde Staten de burgerrechtenbeweging, in de jaren zeventig een explosie van opstandige bewegingen die in al hun verscheidenheid doelstellingen deelden in kapitalistische evenals in staatscommunistische landen. In de jaren negentig ontstond er op mondiale schaal een beweging die het kapitalisme compromisloos aanviel.
Deze bewegingen neigen ernaar buitengewoon effectief te zijn. Weinigen realiseren zich dat één van de belangrijkste redenen dat de beweging van de jaren negentig zo snel over haar piek heen was, is dat ze verbazend veel bereikt heeft. Wie had bij de protesten in Seattle in 1999 gedacht dat binnen vier jaar het WTO-proces in zou storten, elk nieuw handelspact in de prullenbak zou verdwijnen, de Wereldbank zou wankelen en het eens zo machtige IMF gereduceerd zou zijn tot een beklagenswaardige schaduw van haar voormalige zelf? Maar dat is precies wat er gebeurde. Tegelijkertijd is het grootste deel van de schuldenlast van de Derde Wereld eenvoudig verdwenen. De verwarring van de beweging komt er onder meer uit voort dat niemand verwacht had dat we zouden winnen.

Ismen

Daarnaast hebben we te maken met de veiligheidsmechanismen van de overheid. Zoals gezegd worden alternatieven juridisch en desnoods militair, maar waar mogelijk ook cultureel onderdrukt. Beschouw eens de term “communisme.” Zelden is een term zo zwart gemaakt. Het standaard verhaal is dat communisme staatscontrole van de productiemiddelen betekent, waarbij deze wordt vereenzelvigd met de Bolsjewistische dictatuur. Maar communisme is elke situatie waarin de mensen werken volgens het principe van “van eenieder naar vermogen, aan eenieder naar behoefte” – die werkwijze waarnaar iedereen handelt, die samenwerkt om iets gedaan te krijgen. Als twee mensen een waterleiding aanbrengen en één vraagt “mag ik de moersleutel even?”, dan is het antwoord natuurlijk niet, “en wat krijg ik daarvoor?”.

Na economische ineenstorting of een natuurramp, zie je hele samenlevingen direct terugvallen op een soort instant communisme. Pas bij saai en gestandaardiseerd werk, ontstaat de mogelijkheid om de productie autoritair en zelfs fascistisch te organiseren, om het even of deze nu in private of in staatshanden is. Het kapitalisme is maar één mogelijke manier om kleinschalige verbanden tot grotere organisaties samen te stellen. Het is een managementstijl, en wel een die ons systematisch tegen elkaar opzet in het voordeel van de rijken.

Het kapitalisme is niet alleen een asociaal systeem om communistische werkeenheden te beheren, het heeft bovendien de neiging om periodiek in te storten. En telkens moeten de profiteurs van het systeem iedereen er dan van overtuigen dat er werkelijk geen keus is dan het braaf opnieuw in elkaar plakken van de legpuzzel. Terwijl bij de meesten toch de vage verdenking moet heersen dat mensen vast ook minder stupide en kil kunnen samenwerken.

Verzet

De afgelopen tien jaar zijn er op alle continenten duizenden initiatieven ontstaan, gebaseerd op wederzijdse hulp en zelforganisatie. De meesten daarvan zijn nooit door de mondiale media opgepikt. Ze hebben soms weinig ideologische overeenkomsten en velen zijn zich niet van elkaars bestaan bewust. Maar iedereen wordt door een gemeenschappelijke wens gekenmerkt, met de logica van kapitaal te breken. Zichtbare alternatieven verbrijzelen het idee van onvermijdelijkheid, van hopeloosheid. En op veel plekken vormen ze de aanzet tot een mondiaal opstandig verbond, een cultuur van verzet.

Het is een begin, zich te realiseren dat we al communisten zijn wanneer we werken aan gemeenschappelijke projecten, al anarchisten wanneer wij problemen oplossen zonder toevlucht tot advocaten of politie, al revolutionairen wanneer wij iets echt nieuws maken. Maar daartoe kan een revolutie zich niet beperken. Al zeker vijfduizend jaar richten opstandige sociale bewegingen zich vaak primair op schuldvraagstukken. Schuld is het meest effectieve middel dat ooit wordt gecreëerd om sociale verhoudingen te verdedigen die fundamenteel gebaseerd zijn op geweld en ongelijkheid. Wanneer die truc niet meer werkt, explodeert alles. Zoals nu.

Schuld is alweer de achilleshiel van het systeem gebleken. Het is een principe dat uiteindelijk ieders controle te buiten gaat, en op de puinhopen waarvan eindeloos veel mogelijkheden bloeien. Een schuldenstaking of een heus schuldenkartel biedt eindeloze mogelijkheden. Laat ons tenminste beginnen met een solidair verbond tegen uitzettingen. Om elkaar buurt voor buurt en zover daarbuiten als we kunnen, te beloven niet toe te staan wanneer een van ons uit haar huis verdreven wordt. Door schulden niet meer in te lossen, vernietigt men niet alleen de grondslag en de morele onderbouwing van het kapitalisme, maar creëert men ook een nieuwe belofte. Een schuld is uiteindelijk dat: een nog niet nagekomen belofte. En niet nagekomen beloftes hebben we te over. Die van de Staat bijvoorbeeld, dat we een redelijke marge van vrijheid zouden kennen wanneer we het recht opgaven onszelf te organiseren. Of die van de Markt, dat we in weelde zouden leven, als we zouden investeren in onze eigen onderwerping.

Al deze beloften zijn holle frasen gebleken. Wat er over is, is datgene wat jij en ik aan elkaar kunnen beloven. Direct, zonder de bemiddeling van economische of politieke bureaucratieën. De revolutie begint door te vragen: wat voor beloften maken vrije mannen en vrouwen elkaar? En hoe begint daarmee een andere wereld?

(* dit is een ingekorte versie, het Engelstalige origineel is hier te vinden )