Ga naar de inhoud

EU: Rustige vastheid of de wet van de stilte?

Het Verdrag van Lissabon treedt volgende week in werking. Een decennium Europese staatshervorming wordt dan afgesloten. De EU wordt een juridische persoon en 500 miljoen Europeanen worden formeel EU-burger. Na de enorme vlucht voorwaarts in het vorige decennium met de uitbreiding van de EU, de eenheidsmarkt en de euro. Het zal op zijn minst nog een decennium duren vooraleer de EU nog een nieuw Verdrag zal produceren.(het stuk verscheen oorspronkelijk vlak voor begin december, globalinfo)

16 min leestijd
Placeholder image

Origineel verschenen bij Uitpers.be

Behalve in Frankrijk, Nederland en Ierland is er nergens een echt maatschappelijk debat geweest over de nieuwe EU-instellingen, functies en bevoegdheidsoverdrachten… Tot het moment dat er gezichten op konden geplakt worden.

Plots stonden de kranten, radio en TV bol over het Verdrag van Lissabon. Een Verdrag dat net als onze oersaaie Belgische Staatshervormingen te moeilijk werd bevonden om te verslaan op het ogenblik dat de verkozenen des volks het moesten bespreken. Plots kreeg het Verdrag een gezicht: Herman van Rompuy !
Dit artikel gaat niet over de specifieke bevoegdheden van de eerste permanente voorzitter van de Europese Raad en de machtsverhoudingen tussen hem en Mss Ashton als zaakgelastigde Buitenlandse Zaken en Mr Barosso als EU-Commissie-voorzitter.

Dit artikel gaat specifiek over de manipulatie door de president van de Belgische ratificatie van het Verdrag vanuit zijn functie van Kamervoorzitter en premier.

Het verhaal begint al bij de ratificatie van het verworpen Grondwettelijk Verdrag. Al voor de Conventie die olv Giscard d’Estaing en Jean-Luc Dehaene de ontwerptekst van de EU-Grondwet opstelde, bestond er een akkoord onder de Belgische politieke klasse om de Belgische Staatshervorming in de Europese institutionele hervormingen te verankeren. Het Koninkrijk België stelde in een Verklaring dat “volgens de Belgische Grondwet en met betrekking tot de bevoegdheden van de EU,naast de Kamer en de Senaat, ook de Gewest- en Gemeenschapsparlementen handelen als component of als kamer van het nationaal parlement”. Deze verklaring belandde als Verklaring n° 51 in het Verdrag van Lissabon.
De lange politieke crisis in dit land die begon na de verkiezingen van 2003 en 2004, alsook de afgelasting van het wetsvoorstel Daems om een volksraadpleging over de EU-Grondwet te houden, maakte dat de ratificatie ervan stokte. De regering Verhofstadt wachtte mee af hoe Merkel en Sarkozy creatieve oplossingen bedachten om dezelfde neoliberale inhoud en de zelfde instellingen uit de EU-Grondwet in te passen in een Hervormingsverdrag. Een soort programmawet met amendementen op de bestaande Europese Verdragen, samengevat in een onleesbare ongebundelde tekst die tot doel had dit keer niet de burger op zijn weg te vinden.

Een advies van de Raad van State over de Belgische instemmingwet met de EU-Grondwet dat stelde dat België best zijn Belgische staatshervorming aanpast aan de logica van de Verklaring van het Koninkrijk België bleef onbeantwoord. Dit advies betrof ondermeer de bevoegdheden van de nationale parlementen waarover zowel in de Conventie als in de referenda in Frankrijk en Nederland over gediscuteerd werd.
De filosofie van de EU-verdragen steunt immers op bevoegdheidsoverdrachten van de lidstaten naar de EU. Maar ook op het principe van de subsidiariteit. Een principe dat voortkomt uit het kerkelijk recht waar het de autonomie regelt van de bisschoppen in zaken die de Paus zelf als enige rechtsbron en als vertegenwoordiger van God op aarde niet kan regelen. In het Europese kluwen heeft dit subsidiariteitsbeginsel de vorm aangenomen van het principe “wat we zelf doen, doen we beter”. Indien een regelgeving beter is op een lager bestuursniveau (de lidstaten) dan hoeft het supranationaal niveau dit niet op te nemen.

Zowel de EU-Grondwet als het Verdrag van Lissabon dragen meer bevoegdheden over aan de EU en verminderen het aantal domeinen waarbij beslist wordt met unanimiteit. Daartegenover krijgen de nationale parlementen een aantal remmen in handen om hun subsidiaire rechten te doen gelden:
1. Nationale parlementen kunnen binnen de acht weken volgens het Verdrag van Lissabon (6 weken volgens de EU-Grondwet) rechtstreeks tussenkomen volgens een welbepaalde procedure om voorbereidend werk aan EU-directieven van de Comissie of de Raad op te schorten.
2. Verschillende nationale parlementen kunnen binnen een periode van 6 maanden volgens een bepaalde verdeelsleutel hun veto stellen tegenover directieven van de Europese wetgever in naam van het subsidiariteitsbeginsel. Dit veto werkt opschortend en verplicht de Commissie haar huiswerk te herdoen.
3. De nationale parlementen krijgen het recht als parlement om zich te wenden tot het Europees Hof van Justitie indien zij menen dat hun rechten geschonden worden.
4. Er wordt voorzien in de mogelijkheid om gezamenlijk optreden van de nationale parlementen en het EP tegenover de andere EU-instellingen.

Deze nationale parlementaire controle is van belang in situaties voorzien in het Verdrag waarbij de Raad de unanimiteitsregels zelf eenzijdig kan veranderen. De harde kern van het beleid dat er toe doet om te spreken van een echt politiek Europa blijft onderworpen aan de unanimiteitsregel: militair beleid, buitenlands beleid, Sociale zekerheid, Fiscaliteit en veel ivm Justitie. Dat wil zeggen dat pakweg Luxemburg altijd zijn veto kan stellen tegenover bv. een Europese wet over een taks op financiële transacties.

Maar de EU zou de EU niet zijn zonder een uitzondering op de regel en zonder regels om de uitzondering te vermijden of net op te leggen:
Ten eerste is de stemmenweging binnen de Raad gevoelig gewijzigd ten voordele van de drie grootmachten die volgens het Verdrag van Nice 25% van de stemmen in brachten in de Raad en volgens het Verdrag van Lissabon 42%. Dat is een merkelijk verschil. Groot-Brittannië, Duitsland en Frankrijk hebben enkel nog de stem van pakweg Polen  of Spanje nodig om in diplomatieke kwesties hun wil op te leggen. Hetgeen de bedoeling is. Mss Ashton en Herman Van Rompuy zijn vooral aangesteld door de drie Europese grootmachten om hun internationaal en militair beleid door te drukken. Zij regeren via de EU. Ashton, die ook vice-voorzitter van de EU-Commissie is krijgt het gezag over niet minder dan 6.000 diplomaten die voor de EU zullen werken. Dit diplomatiek apparaat zal vlug de diplomatie van de gewone lidstaten overvleugelen en de EU onder de paraplu zetten van de deals tussen Merkel, Brown en Sarkozy om de EU zijn plaats onder de geopolitieke zon te veroveren in de wereld van na de val van de muur en na 9/11.

Ten tweede voorziet het Verdrag de mogelijkheid om het Verdrag te wijzigen zonder de heisa van een ratificatie precies op het punt van de unanimiteitsregels. Concreet krijgt de Raad de macht om ook op de terreinen waar de unanimiteit geldt bij gewone meerderheid te stemmen. Het is duidelijk dat deze uitzonderingsregel bedoeld is om de burger en de politiek te verrassen in geval van internationale crisis om de Europese grootmachten in staat te stellen efficiënter hun wil op te leggen. In dienst van de financiële belangen van de London City bijvoorbeeld. Of ten dienste van de Duitse exportbelangen. Of ten diensten van de Franse militaire belangen. De toekomst zal het uitwijzen.
Precies op deze uitzondering op de unanimiteitsregel is het parlementair veto van kracht. Nationale parlementen kunnen hun subsidiaire rechten laten gelden wanneer de Raad toch met gewone meerderheid beslist waar het Verdrag unanimiteit voorziet.

De lezer zal misschien afhaken omdat hetgeen tot nog toe in een notendop is gemeld alles behalve sexy is en dat is letterlijk ook de boodschap die wij vanuit de pers kregen toen een aantal burgers in dit land naar het Grondwettelijk Hof stapten om onregelmatigheden en manipulatie van de kant van Leterme en Van Rompuy bij de Belgische ratificatie aan te kaarten. Mag ik de lezer vragen zijn aandacht niet te verslappen met de gedachte dat precies een Belg bedreven in de meest complexe institutionele discussies aangesteld is om in dit kluwen maat te houden.
In alle EU-lidstaten zijn burgers en partijen naar de rechter gestapt om bij gebrek aan een maatschappelijk debat laat staan een referendum, stelling te vragen over de nieuwe rechtsorde die het Verdrag van Lissabon schept.

Het meest ingrijpende initiatief is genomen in Duitsland door 52 burgers gesteund door DIE LINKE de partij van Oscar Lafontaine en Gregor Gysi. DIE LINKE is vandaag de leidende politieke kracht van links in Europa en haalde bij de laatste federale verkiezingen 13,5% van de stemmen. Gregor Gysi kwam begin oktober in de nasleep van het tweede opgelegde referendum in Ierland het historisch burgerinitiatief verdedigen.
Inderdaad heeft het Verzoek aan het Duitse Grondwettelijk Hof in Karlsrühe niet alleen de instemming met het EU-Verdrag door de Duitse president opgeschort. Het heeft ook geleid tot een historisch vonnis van het hoogste Duitse rechtsorgaan dat in tegenstelling tot in België niet zo maar een voetveeg is van de politieke klasse. Het vonnis zonder Belgische persbelangstelling uitgesproken op 30 juni ll stelt niet dat het EU-Verdrag onverzoenlijk is met de Duitse Grondwet. Maar wel dat niet alle nationale Duitse wetten niet aangepast zijn om de president toe te laten tot ratificatie over te gaan. Deze uitspraak heeft een belangrijke rol gespeeld in de Ierse kampanje voor het referendum. De Duitse regering was dan ook verplicht de Bundestag midden de vakantie samen te roepen om 150 bladzijden vonnis in wet om te zetten. Merkel, ondervraagd door de Ierse druk, maar ook door de grote nationale pers in Italië,Frankrijk, Tsjechië, Polen en Engeland, legde een verklaring af op de informele EU-top in september met het doel haar collega’s te sussen. Een van hen, Herman Van Rompuy moet daar heel stil bij gezeten hebben en heeft zijn mond gehouden over het wetsvoorstel dat hij zelf had neergelegd om de Belgische Staatshervorming aan te passen aan het EU-Verdrag.

Het Duitse vonnis voorziet in twee belangrijke besluiten: Ten eerste kan elk volgend EU-Verdrag pas na referendum aangenomen worden! Ten tweede kan geen enkel Duits kanselier van de voorziene afwijking van de unanimiteitsregel gebruik maken zonder voorafgaandelijke goedkeuring van de Bundestag. Niet zonder toeval motiveert het Hof haar interpretatie van de subsidiariteit met verwijzing naar het militaire domein door te stellen dat het Duitse leger “eine Parlamentararmee” blijft. Geen Duitse troepen dus in oorlog in naam van Europa zonder dat het parlement vooraf zijn toestemming daar toe gegeven heeft.
Gregor Gysi deed een oproep aan de linkerzijde in Europa om via een linkse invulling van dit vonnis het komend neoliberale crisisbeleid af te blokken. Merkel heeft er alles aan gedaan om de draagwijdte van dit vonnis te minimaliseren en dat heeft er mee te maken dat ook rechts en Duitse leidinggevende kringen dit vonnis een invulling geven. Met name om een grens te trekken onder het Duitse engagement in de EU-constructie als grootste economie en financier van het EU-budget en als leidinggevende natie in Europa na de eenmaking van Duitsland. Indien bv. de economische crisis lang zou duren en indien de tendens van economisch nationalisme voortduurt dat met de bankencrisis en in een dossier als OPEL naar bovengekomen is, dan is een keuze van de Duitse bourgeoisie om een limiet vast te leggen aan haar engagement in de EU niet onmogelijk. In zo’n geval kan de Duitse regering zich bedienen van dit vonnis en over deze lezing van het vonnis van 30 juni is wel degelijk nagedacht in de andere Europese hoofdsteden en in Brussel.

Niets gelijkaardigs in het verhaal van de Belgische ratificatie. België is de kampioen in Europa inzake Europese consensus. De Belgische diplomatie heeft mee de Ieren, de Tsjechen en de Polen de levieten gelezen wegens oponthoud in de ratificatie van het Verdrag. De ene wegens referendum. De andere owv aanpassingen van de binnenlandse rechtsorde aan het Verdrag. Maar voor eigen bezem vegen is niet de sterkste kant van de Belgische politiek omdat de consensus over de EU de middelpuntvliedende krachten in dit land ook samenhoudt. De kampanje van nationale trots in de pers rond de aanstelling van Van Rompuy spreekt daaromtrent boekdelen. Elke kritische stem op het ondemocratisch karakter van deze benoeming werd voor de EU-top afgevoerd. Zelfs de o zo EU-minded professor Vos van de U-Gent noemt deze benoeming een miskleun omdat geen enkele poging werd ondernomen om ze zelfs maar een greintje democratische legitimiteit te geven. De negatieve focus in de dagen voor de benoemingstop ging enkel naar de Britse roddelpers die vanuit België gevoed werd met pittige details over Van Rompuy en die het beeld moest bevestigen dat het Britse conservatieve euroscepticisme de enige kritische stem is in het politiek debat over de EU. De andere focus ging naar Yves Leterme en zijn onvermogen om de zelfde “rustige vastheid” aan de dag te leggen in de Belgische politiek om een fors crisisbeleid voor te bereiden en een oplossing te vinden voor BHV.

Tot ieders verrassing vertegenwoordigde niet Leterme, maar Verhofstadt ons land op de EU-top van13 december 2007 in Lissabon waar het ratificatieproces van het Verdrag werd ingezet. In zijn regeringsverklaring enkele dagen daarna maande Verhofstadt de negen Belgische parlementen met ratificatiebevoegdheid als gevolg van Verklaring 51 aan tot spoed en discipline. Even werd een wetsvoorstel ingediend door GROEN en ECOLO voor een Europese volksraadpleging over het Verdrag maar dat was niet ernstig bedoeld. Senaat, Kamer, Waals Parlement,… elk voldeed zijn plicht en nam het Verdrag met de karwats aan. Op twee Duitstalige  vertegenwoordigers van VIVANT, één ECOLO parlementslid in het Brussels Parlement en het VB na stemde niemand tegen.

Zonder debat.
Tot Leterme met Pasen 2008 de fakkel van Verhofstadt overnam. Van een bankencrisis was nog geen sprake. En de regering en het kartel CD&V-NVA zitten nog volop in het perspectief van een nieuwe Staatshervorming. In dat klimaat gingen stemmen op om de Vlaamse subsidiariteit te verankeren door een aantal wijzigingen van de Belgische Staatshervorming. In het Vlaams parlement ontstond een obstructiefront dat eerst een aanvulling op de Belgische Staatshervorming eiste vooraleer België zou overgaan tot ratificatie van het Verdrag. Beslist werd dat de federale instemming zou worden opgehouden tot het ogenblik dat een bijzondere wet federaal werd aangenomen die grondwettelijk mogelijk maakt dat de negen parlementen die dit land rijk is samenwerkingsakkoorden kunnen afsluiten. Precies om te vermijden dat een van de negen parlementen tegen de belangen van een ander haar veto zou stellen naar de EU-instelllingen.
Met andere woorden de Belgische ratificatie belande in het zelfde communautaire verhaal als de Belgisch politiek. Alle Vlaamse partijen volgden en hier ging het enige geanimeerde debat over het Verdrag over. Niet over de inhoud van het Verdrag.

Binnen de federale regering zag men de bui aankomen want de druk op de lidstaten om te ratificeren was groot. Dus liet Leterme Albert II een snel ineengeflanst instemmingbesluit tekenen. Nog voor alle parlementen hadden geratificeerd! Maar nog niet met de noodzakelijke handtekening van de Minister van Justitie. Zo kon naar de EU de schijn kon opgehouden worden dat de Belgische ratificatie rond was. De Belgische ingezetenen moeten al naar Ierse websites om dit soort occulte documenten te raadplegen.

De Belgische diplomatieke diensten gingen zelfs zover om te melden dat de instrumenten voor de instemming met het Verdrag neergelegd waren bij de depositaris van de Europese Verdragen (het Ministerie van Buitenlandse Zaken in Rome) op een ogenblik dat er nog geen enkel instemmingbesluit in het Staatsblad gepubliceerd was.

Maar naar de communautaire vleugel van de CD&V en de Vlaamse partijen werd de schijn hooggehouden dat de noodzakelijke wijzigingen aan de Belgische staatshervorming zouden aangebracht worden vooraleer te ratificeren. Met dat oogmerk werd Kamervoorzitter Herman Van Rompuy in het veld gestuurd om een wetsvoorstel van bijzondere wet in te dienen om de nieuwe rechten van de negen parlementen te verankeren door een wettelijke basis te geven aan akkoorden tussen de negen. Op 15 oktober 2008, midden de State of Union van Leterme in de Kamer diende Van Rompuy een amendement in op zijn eigen voorstel dat een echo is van de discussies in de achterkamers waar blijkbaar gevreesd werd dat een regeling over samenwerking tussen de deelparlementen ook wel eens voor intern gebruik zou kunnen dienen.

Op dit ogenblik is dit wetsvoorstel nog altijd niet rond. De stand van zaken hiervan vindt U op: link

Ondertussen eiste de bankencrisis alle aandacht op en trokken net als in Duitsland en in het kielzog van de actie van gewezen ABVV-voorzitter en EVV-stichter Georges Debunne (+) gewezen EP-parlementslid Lode Van Outrive (+) en oud-parlementair en initiatiefnemer CAP Jef Sleeckx, ook bij ons burgers naar het Grondwettelijk Hof (zie www.onzezeg.be ). In België is het Grondwettelijk Hof voor de helft politiek samengesteld en heeft beperktere bevoegdheid dan in Duitsland. Tegenover de argumenten ten gronde werkte het Hof vooral bijzonder… snel. Maar was ook bijzonder kort van stof. . Veel korter dan het beruchte vonnis over BHV dat te pas en ten onpas wordt opgevoerd en 1000 maal minder het leven en het werk van de burgers beïnvloedt dan het Verdrag van Lissabon. Ook nu Leterme 2 is ingezworen en tegen Pasen een akkoord moet bereikt worden over BHV (onder leiding van Jean-Luc Dehaene mede-auteur van de EU-Grondwet) staan de kranten vol van het vonnis van het Grondwettelijk Hof over BHV. Over het EU-Verdrag heerst de wet van de stilte.

De indieners maakten in hun Verzoek ook melding van deze anomalieën in het Belgische ratificatie. Het Hof deed uitspraak tegen onze fundamentele bezwaren, maar sprak zich niet uit over de vraag of de aanpassingen van Belgische Staatshervorming al dan niet noodzakelijk zijn om te kunnen spreken van een geldige ratificatie. Voor de vonnissen zie: www.arbitrage.be/ zie uitspraken rolnummer 4572 en 4686.
Deze zaak is de eerste waarbij het Grondwettelijk Hof een belang erkent in een zaak mbt een EU-Verdrag. Het is dank zij deze procedure dat de regering uiteindelijk haar kaarten op tafel legt en op 19 februari het Verdrag publiceert in het Staatsblad.

Merk op dat de Raad van State in een spoedadvies op vraag van de regering op 8 juli 2008 stelde dat de aanpassingen van Van Rompuy dienden rond te zijn voor het Verdrag van Lissabon van kracht ging. Volgende week dus. Premier Van Rompuy is dus blijkbaar niet die beste leerling in de Europese klas van de president-elect. In een opiniestuk voor zijn aanstelling als president riepen de indieners van het Verzoek en een aantal sympathisanten waaronder een parlementslid van de Duitstalige Gemeenschapsraad Van Rompuy op dit wetsvoorstel in te trekken. Zie hier.

Met de intrekking zou met kordate vastheid de stille droom van separatisten geblokkeerd worden om via de Belgische deelparlementen in te breken in het EU-beleid. De volle verantwoordelijkheid daarvoor ligt bij de “verkozenen des volks”, sinds het Grondwettelijk Hof zich onbevoegd verklaarde in deze zaak.

Indien dit voorstel niet wordt ingetrokken is het nodig om de wet der stilte te verbreken in dit soort debatten. Opdat er zoals in Duitsland onder impuls van Die Linke een echt debat over de Europese instellingen onstaat en over de rol van de verkozenen daarin.

Wie dat debat herleidt tot een debat over topjobs (360.000 euro inkomen per jaar voor de EU-president!) of tot een keuze tussen de duivelse Leterme en de heilige Van Rompuy, bewijst de democratie geen dienst.

Wie nationale trots moet opleggen via personencultus of door te zwijgen over de echte politieke discussies, geeft de democratie uit handen aan een stille Staat, waar lobbyisten met rustige vastheid de echte beslissingen nemen. En waar het volk de stilte van het politieke circus enkel mag breken om te applaudisseren. Of… om de clown van dienst een neus op te zetten.

Wir sind das Volk !
(Uitpers nr. 115, 11de jg., december 2009)   
Raf Verbeke is mede-indiener verzoek tegen Verdrag van Lissabon
www.onzezeg.be
www.anderepolitiek.be