Ga naar de inhoud

‘Fake News’, nieuw speeltje van de gedachtepolitie

Desinformatiecampagnes of inlichtingendiensten die de politiek beïnvloeden, het is van alle tijden. Toch probeert ‘de maatschappij van de georganiseerde leugen’ met een campagne tegen ‘nepnieuws’ het vuurtje eenzijdig tegen de Russen op te stoken.

18 min leestijd

(Door Hector Reban eerder op 26/12/2016 hier verschenen)

De slag bij Qadesj van 1274 voor Christus was om meerdere redenen van groot belang. De gevechten vonden plaats in Kanaan, toenmalig grensgebied tussen het grote Hittitische rijk (gelegen in Klein Azië) en zijn rivaal, het rijk van de Egyptische farao Ramses II. Uiteindelijk leidde de strijd tot afkondiging van het ‘Zilveren Verdrag’, een van de eerste, best bewaard gebleven en bekendste bilaterale verdragen tussen grootmachten uit de antieke wereld.

De gevechtshandelingen waren ook op een ander vlak interessant. Onderzoek naar de gebeurtenissen legde de oudste beschrijving bloot van een bijzondere gevechtstechniek, namelijk het bewuste gebruik van desinformatie om de vijand te misleiden. De Hittitische generaals stuurden nepspionnen erop uit die vooraf waren geïnstrueerd zich gevangen te laten nemen waarna, na enige druk, de Egyptische legers werden voorzien van valse informatie. De Re-divisie van de farao werd vervolgens verpletterend verslagen nadat de valse informatie werd gebruikt voor een tactische manoeuvre, die dan ook faliekant misliep.

Oude instrumenten in de informatie-oorlog

Uit dit verhaal blijkt dat gebruik van desinformatie zelfs ouder is dan de weg naar Rome, al wil de Amerikaanse campagne die onlangs werd gelanceerd om alert te zijn op zogenaamd (Russisch geïnspireerd) nepnieuws anders doen geloven. Dat is, om te beginnen, nog niet eens het enige punt van mystificatie. De VS is Nota Bene zelf de afgelopen eeuw koploper geweest in de ontwikkeling van allerlei studies en bedrijfstakken die voornamelijk waren bedoeld de geest van de informatie ontvangende partijen om te vormen tot een gestroomlijnd werktuig in het belang van staat en bedrijfsleven.

In de fabriek werden werknemers onderworpen aan het zogenoemde scientific management, een wijze van sturen op basis van gedachtegoed dat verder ontwikkeld werd in de nieuwbakken academische discipline Sociologie. In het begin van de 20ste eeuw kwam ook de ontwikkeling van advertising op gang. Deze hele bedrijfstak groeide mee met het na-oorlogse consumentisme dat ter ondersteuning diende van het zogenoemde Fordiaanse fabrieksmodel van planmatige massaproductie.

In 1928 schreef de Amerikaanse reclame-goeroe Edward Bernays het belangwekkende boek Propaganda. Hij deed dat mede op basis van zijn werkzaamheden voor de Woodrow Wilson-regering om de slogan ‘de oorlog die alle oorlogen beëindigt’ ingang te laten vinden bij het Amerikaanse publiek, dat nog weerzin toonde om zich in de Eerste Wereldoorlog te storten. Zijn strategie bleek een eclatant succes en kan worden gezien als de eerste massa-beïnvloedingscampagne, zeg maar staats gerelateerde propaganda campagne, om een natie rijp te maken voor een oorlog.

Op dit speelveld ontwikkelde zich ook de Public Relations (PR) industrie, een bedrijfstak die zich in brede zin bezig houdt met het scheppen van een informatieruimte die gunstig is voor het imago van een bepaald product, bedrijf of bedrijfstak. In werkelijkheid blijkt de manoeuvreerruimte van deze innovatieve loot aan de stam van het private kapitalisme nog ruimer dan je op het eerste gezicht zou denken. Dat is omdat het ook de organisatie van gerichte anti-campagnes – en alles wat daarbij komt kijken, van desinformatie tot obstructie – als kerntaak in zich opgenomen heeft.

Deze bedrijfstak heeft zich feitelijk, zoals uit meerdere studies blijkt (*1), ontwikkeld tot een soort sector van private inlichtingendiensten, inclusief alle smerige, subversieve tactieken die daarbij horen. Niet zo vreemd dat ook individuele officials, ambtelijke organisaties of zelfs landen PR-bedrijven in de arm nemen om de publieke opinie stelselmatig te manipuleren.

Een belangrijk voorbeeld daarvan met name is wat Stauber en Rampton de torturers lobby noemen, waarbij landen als Colombia Amerikaanse PR-bedrijven in de arm namen om de Amerikaanse bevolking gunstig te stemmen. Vanuit die optiek begon men het gebruik van PR-organisaties en hun tactieken in de sfeer van de staat aan te duiden met het eufemisme public diplomacy, nog een belangrijk product van het Amerikaanse model.

Management, reclame, propaganda, public relations en public diplomacy; desinformatie is de smeerolie van de massaproductie, de massacultuur en de massademocratie. Na deze opsomming is hopelijk duidelijk dat, wat je eigenlijk zonder meer ‘De Georganiseerde Leugen’ kunt noemen, de basis is van ons door Amerika gedomineerde maatschappelijke systeem.

Gevolgen van neoliberalisering

Het stelsel van georganiseerd liegen zit niet stil en innoveert zich gestaag door. In een tijdperk waarin de maatschappij volgens de dogmatiek van het neoliberalisme steeds verder wordt geprivatiseerd, wordt zelfs de oorspronkelijke kerntaak van de staat, het monopolie om geweld te gebruiken, uitbesteed aan private partijen. Huurlingen van particuliere bedrijven als DynCorp of Academi betreden de slagvelden om hun ‘speciale beveiligingsoplossingen’ aan te bieden.

Dit zijn niet de enige militaire taken die zijn geprivatiseerd. De afgelopen jaren blijkt dat niet-gouvernementele organisaties (ngo’s) ook oprukken om propagandistische diensten in het domein van ‘defensie’ te leveren, in de oude dagen strikt top-down beheerd door de staat. Hoewel de organisatie van propaganda in het Westen altijd een minder centralistische aanpak heeft gekend dan bijvoorbeeld in de Sovjet-Unie, zou men tegenwoordig een verhoogd optreden van ngo’s kunnen waarnemen die in directe relaties met (private) media de marketing van door de staat gesanctioneerde standpunten ter hand nemen. Men zou kunnen zeggen dat de informatie-oorlog ook is geprivatiseerd, en voor een belangrijk deel is uitbesteed aan ‘huurlingen’.

De band met de staat is vooral ideologisch, maar ook personeel en soms financieel. Waar de werkzaamheden van het National Endowment for Democracy (NED) nog herkenbaar zijn als off-shoot van arbeid die vroeger nog tot het domein van de CIA behoorde, is de relatie tussen staat en Human Rights Watch naast ideologisch vooral personeel. In dat geval wordt de vereenzelviging van ‘nationaal belang’ en de ngo vooral bewaakt door een fenomeen dat bekend staat als de revolving door; hoge staatsbeambten die hun baan in het overheidsapparaat (vooral Buitenlandse Zaken) inwisselen voor een functie aan de top van een dergelijke ngo (en vice versa).

Privaat kapitaal trekt ook het zogenoemde onafhankelijke maatschappelijke middenveld in de markt en brengt haar daarmee onder de tucht van de marktmechanismen. Wanneer privaat geld instroomt wordt de koopkrachtige vraag ook leidend. Dat wil zeggen, kapitaalkrachtige bedrijven en personen vullen fondsen en zetten stichtingen op om op maatschappelijk gebied een ideologisch programma te financieren. Of anders gezegd, wie betaalt bepaalt.

Organisaties van burgers en gemeenschappen worden samen met de waarden die zij vertegenwoordigen (bottom-up democratische organisatievormen, gelijkwaardigheid, diversiteit in herkomst van de financiële middelen), verdrongen. Hun plek wordt ingenomen door fondsen die gevuld en bestuurd worden door personen en bedrijven die zijn gelieerd aan de liberaal-kapitalistische ideologie.

Microsoft’s Bill Gates beïnvloedt zo met zijn fonds de wijze waarop de landbouw in Afrika wordt omgevormd naar een stelsel dat met name gunstig is voor Big Agribusiness. Speculant George Soros doet aan ‘democratie-promotie’, wat zoiets wil zeggen als ondersteuning bieden aan de oppositie in landen met een regime dat niet welwillend tegenover het Westen staat. De ngo’s die zij financieren, en al hun onder-contractanten, zijn allang niet meer herkenbaar als onafhankelijke burgerinitiatieven uit het maatschappelijk middenveld.

De nieuwe netwerkmaatschappij ziet daarmee ook een opkomst van publieke opinie beïnvloedende ngo’s, die soms te beschouwen zijn als de civiele tak van inlichtingendiensten, soms semi-zelfstandig opereren, maar in ieder geval ideologisch sterk aan de staat en het bedrijfsleven zijn gebonden. Het ‘creëren van draagvlak’ in de media is een kerntaak, zowel in de betreffende maatschappij als op de ‘thuismarkt’.

Zij kunnen, met name in landen die na een ramp of revolutie gedesoriënteerd zijn geraakt en een proces van wederopbouw doormaken, belangrijk zijn. Door organisatorische netwerken te smeden rond het verlenen van cruciale diensten bij de opbouw van nieuwe infrastructuren en instituties, kunnen zij efficiënt zorg dragen voor de verspreiding van een nieuwe ideologie in de overgenomen maatschappij. Naomi Klein schreef daarover in haar uitstekende werk The shock doctrine and the rise of disaster capitalism.

Nieuwe instrumenten in de informatie-oorlog

Een nieuwe PR-techniek is de opkomst van zogenoemde troll factories, voortbordurend op de tactiek die PR-bedrijven al lange tijd hanteren, namelijk de organisatie van een verzameling van bellers en brievenschrijvers die massaal politici aan hun jasje trekken of opinieruimten in de oude media vullen. De troll factory is een lobby variant die is toegesneden op de nieuwe media, die buitenstaanders meer mogelijkheden biedt om op nieuws te reageren. Je zou het kunnen vergelijken met een outbound call-center, in het leven geroepen om een bepaalde politieke boodschap langs de tentakels van het world wide web naar het nieuws consumerende publiek te verspreiden.

Een belangrijk voorbeeld is de troll-fabriek die Hillary Clinton steunde in haar strijd tegen Bernie Sanders en in de strijd voor het presidentschap. Tot de werkzaamheden behoorde onder meer het verspreiden van geruchten via sociale media. Sanders zou macho’s (‘The Bernie Boys’) in zijn campagne inschakelen om vrouwelijke kiezers te intimideren en Trump zou gebruik hebben gemaakt van de Russen, omdat zij de mails van Democratische politici zouden hebben gehackt.

Een ander voorbeeld is de agressieve Israël-lobby, waarvan het grootste gedeelte (in Nederland) waarschijnlijk puur op basis van vereenzelviging opereert, hoewel Israël ook verdacht wordt troll-fabrieken op te zetten. Deze lobby lijkt er vooral op gebrand te zijn mensen met afwijkende meningen op opiniefora uit te schakelen door hen op basis van een ruim genomen aanklacht van antisemitisme door moderatoren te laten verwijderen.

Een andere innovatie van de moderne tijd is de opkomst van de burgerjournalistiek, waarbij de nieuwsgaring voor het oog wordt verzorgd door (kleine groepjes van) individuele burgers die zelfstandig en onafhankelijk onderzoek verrichten met behulp van open bronnen. Die herkomst zou de betrouwbaarheid van het nieuws vergroten. Veel van deze groepen of individuen zijn daarentegen in financiële en organisatorische zin onafhankelijk noch zelfstandig. Met regelmaat vormen zij een onderdeel van informatienetwerken die op basis van door de staat gesanctioneerde leerstellingen met elkaar zijn verbonden, waarbij informatie zowel bottom-up (via informanten ter plaatse) als top-down (via inlichtingendiensten of andere vertegenwoordigers van de staat) wordt aangeleverd.

Soms is het verschil van werken met oude inlichtingenvergaring niet eens meer zichtbaar. Een recent voorbeeld kwam onlangs in een uitzending van VPRO Tegenlicht over burgeronderzoekers aan de oppervlakte toen de Syrische Brit Rami Jarrah in de verhulde terminologie van de burgerjournalist sprak over het runnen van informanten achter vijandelijke linies in Syrië. (Of Jarrah echt gelieerd is aan de GHCQ is natuurlijk onduidelijk, maar het zou me niets verbazen).

Eliot Higgins, de oprichter van het Bellingcat collectief – stelselmatig aan de anti-Russische kant – doet al geen pogingen meer zich een onafhankelijk imago aan te meten. Hij is inmiddels deelgenoot van de Atlantic Council, een denktank die aan de NAVO is gelieerd, en spreekt van ‘OSINT’ (open source intelligence) als hij het over zijn werkzaamheden heeft.

Spelen met begrippen

De laatste jaren kon al worden geobserveerd dat een oud fenomeen, bekend uit de Koude Oorlog, de kop opstak; de aanklacht dat de andere partij – nu Rusland in plaats van de voormalige Sovjet-Unie – zich wat betreft informatievoorziening enkel en alleen bezig zou houden met propaganda. Door de negatieve connotatie die inmiddels aan deze term verankerd is, is de eigenlijk boodschap uiteraard dat de andere kant slechts leugens verspreidt, met name om de naïeve burger in het Westen te misleiden.

De volgende denkstap die het publiek geacht wordt te maken, is zich te realiseren dat die kwade opzet ook succesvol is. Bewijs daarvoor is af te zien aan de mensen binnen onze maatschappij die zich kritisch uiten over de westerse modus operandi op het terrein van de internationale politiek, kritiek die kennelijk wordt gezien als in het belang van de tegenpartij te zijn. In wezen worden nieuwsconsumenten in onze maatschappij, zodra zij na een public diplomacy campagne nog steeds ongewenste conclusies trekken, voorgesteld als willoze slachtoffers van hersenspoeling door een buitenlandse mogendheid.

Ooit werden daar ook saillant klinkende termen voor verzonnen, termen die op een of andere wijze geacht werden te zijn ontsproten aan de kwaadaardige ideologie van de betrokkenen zelf. ‘Nuttige idioten’ is daarvan een sterk voorbeeld, een term die zou verwijzen naar een nogal cynische uitspraak van de voormalige bolsjewistische leider Lenin, die daarmee zijn onverhulde minachting voor westerse communisten zou belijden. In werkelijkheid is de term waarschijnlijk bedacht in een westerse denktank, want vooralsnog heeft niemand de nuttige idioot als begrip in het werk of in toespraken van Lenin kunnen ontwaren.

De term ‘heilstaat’ is een ander voorbeeld. Ook deze term is nooit door communisten of socialisten zelf gebruikt, maar waarschijnlijk een uitvinding van een cynische commentator die weinig ophad met de zoektocht naar een nieuwe maatschappij. Vreemd genoeg zou het begrip beter van toepassing zijn op de VS als ‘leider van de vrije wereld’. Als er één land is dat zich voorstelt als ‘God’s Own Country’, het Bijbelse shining city on the hill of ‘The Indispensable Nation’, waar we allen een voorbeeld aan dienen te nemen, dan is het de VS wel.

Een dergelijke omkering van de werkelijkheid – de ander bekritiseren op dat wat je zelf bent – lijkt een constante karaktertrek van de westerse public diplomacy. Nog saillanter wordt het als de inhoud van de beschuldiging eigenlijk een voorbeeld van de beschuldiging zelf is. De Russen continu voor de voeten werpen dat zij propaganda bedrijven is niet alleen een voorbeeld van hypocrisie – het Westen doet zelf stelselmatig wat zij anderen verwijten. Maar de inhoud van de boodschap is op zichzelf ook weer propagandistisch bedoeld om de publieke geest te harden tegen ongewenste invloeden.

Nepnieuws

Een nieuwe variant van dit fenomeen heeft de laatste tijd duidelijk school gemaakt, namelijk het concept van de Fake News (nepnieuws) beschuldiging. Na de onvoorziene nederlaag bij de Amerikaanse verkiezingen van de hechte bi-partite neoconservatieve factie binnen het Amerikaanse establishment, nu aangevoerd door democrate Hillary Clinton, staken de beschuldigingen dat desinformatiecampagnes een leidende rol hadden gespeeld snel de kop op. Mails waren gehackt, WikiLeaks openbaarde ze en de Clinton-campagne werd diep beschadigd. Naderhand vond men – van neocons, media tot inlichtingendiensten – de schuldige. Het was het nepnieuws-apparaat door Poetin zelf geleid, dat de Amerikaanse verkiezingen had gemanipuleerd.

Wat volgde was een totale hysterie waarin eensgezind de strijd werd aangebonden tegen nepnieuws. Facebook kondigde aan nepnieuws te gaan bestrijden en de Washington Post verklaarde al bezig te zijn met het opstellen van zwarte lijsten met aanbieders van Fake News. Ook Ken Roth, directeur van Human Rights Watch, leverde zijn bijdrage (zie illustratie hieronder). Wat nepnieuws en mensenrechten met elkaar gemeen hebben is onduidelijk, maar Roth’s steun is vooral ideologisch van aard.

Een ngo die zich volledig heeft toegelegd op de bestrijding van nepnieuws – of eigenlijk bestrijding van informatie die Rusland niet voorstelt zoals gewenst – is ProporNot. Peter Pomeranzev wordt genoemd als een van de initiatiefnemers, niet toevallig ook auteur van Raam op Rusland, een nieuwssite die voornamelijk anti-Russische artikelen publiceert en fanatieke Poetin-haters als Laura Starink, Hubert Smeets en Hans de Vreij herbergt.

Uiteraard stroomde ook wat paniek door naar de Nederlandse informatieruimte, nimmer tegenstribbelend als de heilstaat moet worden gevolgd. Huiveringwekkendste voorbeeld was het optreden van terrorisme-expert Beatrice de Graaf in De Wereld Draait Door van 14 december jl., hoewel het anderzijds ook weer een prachtige aanblik bood op wat dan eigenlijk de karakteristieken zijn van de westerse propaganda. Wil je een doordacht, gedetailleerd beeld krijgen van de wijze waarop die werkt, kijk en luister dan naar De Graaf’s college over de machinaties van de duivelse Rus.

Twan Huys, VS fellow-traveler pur sang, completeerde De Graaf. Bij hem waren inmiddels ook twijfels gerezen over WikiLeaks. Dat een gewaardeerd journalist van de staatsomroep een dergelijke suggestie uitte, is een nuttig bijproduct van de informatie-oorlog tegen deze klokkeluidersorganisatie, wiens geloofwaardigheid al jaren onder vuur wordt genomen door de Amerikaanse staat. Kennelijk heeft de nepnieuws-campagne bij de westerse opinieleiders direct effect.

Binair denken

Aan de hand van een historische kijk op de realiteit van informatie management in het Westen, in het voorafgaande ‘De Georganiseerde Leugen’ genoemd, slaat een dergelijke beschuldiging direct terug op het Westen zelf. En, op het volgende analyseniveau, de beschuldiging van nepnieuws lijkt in de praktijk heel vaak zelf nepnieuws te zijn.

Het doel van dergelijke toegepaste technieken is niet moeilijk te achterhalen. Het gaat er kennelijk om elk kritisch geluid dan ook volledig lam te leggen door verdachtmakingen te uiten. Mensen met afwijkende meningen worden gekoppeld aan de vijand en zijn daarmee medeschuldig aan het verspreiden van nepnieuws uit het vijandelijke land. Critici zijn landverraders, dissidenten zijn agenten van een andere staat. Standpunten en mensen die ze innemen worden besmet verklaard en zo buiten de marge van geaccepteerde opinies geplaatst.

De denkwijze achter deze strategie is puur binair. Er is alleen goed versus slecht, waarheid versus leugen, rechtschapenheid versus kwaadaardige bedoeling. Dit is een vorm van zogeheten moreel absolutisme, een behoorlijk fundamentalistische manier van denken die geen enkele ruimte overlaat voor concurrerende interpretaties.

De eerste stap die nodig is, is uiteraard jezelf te vereenzelvigen met de kant van het goede, waarvan de waarheid automatisch een afgeleide is. (Wat goed is, kan namelijk niet anders dan ook waar zijn). Claimen het goede en de waarheid te vertegenwoordigen, of er als het ware zelfs de incarnatie van te zijn, maakt van iedere andere mening automatisch een leugen. In zo’n binaire denkwijze bestaan geen andere zienswijzen, slecht doordachte standpunten of vergissingen. Er bestaan, naast onze waarheid, alleen leugens en leugenaars.

Uiteraard vereist deze strategie het manipuleren van het beeld dat we van onszelf hebben, naast het scheppen van een negatief beeld van De Ander. Patriottisme of nationalisme zijn bij uitstek goede ondersteunende ideologieën om dit te bewerkstelligen, maar ook liberale open society versies kunnen volstaan. In dat laatste geval worden de eigen, unieke waarden als universeel voorgesteld en geldend voor alle wereldbewoners. Mensenrechten bijvoorbeeld worden niet voor niets zo vaak misbruikt in propagandacampagnes tegen vijandelijke staten.

Leven in een totalitaire wereld

De vijf filters die Edward Herman en Noam Chomsky ontwikkelden in samenhang met hun propaganda analysemodel blijken nog steeds functioneel om de huidige informatie-oorlog tegen nepnieuws te analyseren (zie ook een vereenvoudigde recente variant hier). Het vijfde filter, door Herman en Chomsky voorgesteld als ‘anti-communisme en angst’, kan nu binnen een term worden gevangen: ruw nieuws dat eraan voldoet Russenfobie te bevorderen, wordt stelselmatig tot de kolommen toegelaten. Kritiek hierop sijpelt niet door het filter.

Om duidelijk te zijn, nepnieuws of desinformatie-campagnes bestaan, ook van de Russen. Maar zij zijn in werkelijkheid oude en lang beproefde middelen, niet in de laatste plaats ontwikkeld door het Westen zelf.

Politieke beïnvloeding door inlichtingendiensten via de media is ook van alle tijden. Over de voormalige Sovjet-Unie is wat dat aangaat meer bekend geworden nadat KGB-archieven op straat kwamen te liggen bij de ontmanteling van de communistische staat. In bijvoorbeeld de The Mitrokhin archive, dossiers die door voormalig KGB-agent Vasili Mitrokhin naar buiten werden gebracht, komt een beeld naar voren van een geheime dienst die een speciaal Directoraat had ingesteld om zogenaamde ‘actieve maatregelen’ te treffen, een synoniem voor politieke desinformatie-campagnes.

Ongetwijfeld heeft de huidige Russische geheime dienst FSB enkele praktijken overgenomen. Maar de werkelijkheid is waarschijnlijk dat westerse landen zelf oneindig veel beter geschoold zijn dit soort technieken toe te passen, met name vanwege de continuïteit tussen het werk van inlichtingendiensten en dat van de maatschappij van de georganiseerde leugen.

In mijn ervaring als MH17-burgeronderzoeker heb ik overigens niets gemerkt van de sluwe Russische inkapseling van nuttige idioten, ook al publiceerde ik onderzoek dat hen wellicht goed uit zou kunnen komen. Juist de enorme knulligheid van het Russische opereren in de MH17-informatieoorlog is opvallend, met name in het optreden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken toen zij afgelopen voorjaar een openlijke ruzie uitvocht met Bellingcat. In feite kunnen we constateren dat het Oekraïense verhaal zoals dat enkele uren na de ramp werd uitgerold, de volledige westerse informatievoorziening heeft gedicteerd tot aan de persconferentie van het Openbaar Ministerie afgelopen september aan toe.

De schrik zit er wel in door de constatering dat de slapende draak van de koude informatie-oorlog in no-time in al zijn facetten opgewarmd is, zodra ‘Empire’ daar de noodzaak toe zag. Gezien het feit dat De Georganiseerde Leugen waarop onze maatschappij is verankerd, eenvoudig als infrastructuur kan dienen om dit voor elkaar te krijgen, is dat eigenlijk ook niet zo raar. Wel zouden we ons nog eens kunnen realiseren in wat voor samenleving we eigenlijk leven, namelijk eentje die in hoge mate onder totalitaire controle van de gedachtepolitie staat. Wees dus alert. Vooral op nepnieuws van eigen makelij.

Noot:

*1) Zie voor analyses van de PR-industrie bijvoorbeeld John Stauber en Sheldon Rampton – Toxic sludge is good for you; Lies, damned lies and the Public Relations industry en David Miller en William Dinan – Thinker, faker spinner, spy; corporate PR and the assualt on democracy.