FNV moet robotisering tot prioriteit maken
Er is nog heel veel onbekend over de gevolgen van robotisering voor de arbeidsmarkt. Dat is een belangrijke reden waarom de vakbond er wel over discussieert, maar de robot nog niet het gesprek van de dag is. Dat zou wel moeten. Juist met dit onderwerp dient de bond zich te profileren op de werkvloer.
(Door Sanne van Minderhout/Roel Berghuis (*1), oorspronkelijk verschenen op solidariteit.nl, foto Lenore Edman cc/flickr)
In de kranten kunnen we de laatste tijd steeds meer verhalen lezen over de tests met zelf rijdende auto’s en bussen, over Smart Robotics (uitzendbureau voor robots) en de bezorging van medicijnen op Schiermonnikoog met een drone. Over het algemeen gaat het dan over de mogelijkheden en de beoogde positieve effecten van deze technologie.
Onbekende gevolgen
Robot en mens werkt samen Veel minder lezen we over de effecten van robotisering voor huidige en toekomstige werknemers en werkneemsters. Ook in de inleiding van het regeerakkoord van het nieuwe kabinet is slechts één passage te vinden: Waar de één kansen ziet in robotisering, globalisering en innovatie, vrezen anderen voor hun baan en die van hun kinderen.
Als het om die effecten gaat, lijken ze mensen een beetje te benauwen. Aan de ene kant zijn er de berichten dat honderdduizenden banen verloren zullen gaan, aan de andere kant de verhalen over hoe de robot werknemers juist kan helpen en banen zal opleveren. Hoe zit het nou? En wanneer gaat het dan waar spelen?
Het feit dat we in veel gevallen niet precies weten wat de gevolgen van de robotisering zijn, heeft er volgens ons onder andere voor gezorgd dat de discussie binnen de FNV maar langzaam op gang is gekomen. Want: als je het niet weet, waarover kan een vakbond afspraken maken? En zijn de afspraken die de FNV in het verleden heeft gemaakt bij automatiseringsslagen wel afdoende? Of moet er nagedacht worden over nieuwe maatregelen? Welke kunnen dat dan zijn?
Gedegen analyse nodig
Dat de FNV de antwoorden op deze vragen niet altijd meteen heeft, betekent echter niet dat we het er niet over kunnen hebben. We kunnen met elkaar in gesprek gaan over wat we graag zouden willen, welke rol we zien voor werknemers bij de invoering van robotisering, op welke manier ze die rol zouden kunnen pakken en hoe de FNV hen hierin kan ondersteunen.
We kunnen praten over hoe robots het ingewikkelde werk makkelijker kunnen maken en het zware werk minder zwaar, én wat de gevolgen hiervan zijn voor een werknemer. We kunnen het ook met elkaar hebben over wat er politiek geregeld moet worden. Bijvoorbeeld over het feit dat het onduidelijk is hoeveel banen gaan verdwijnen, terwijl het tevens zonneklaar is dát er banen gaan verdwijnen. En ook dat omscholing (goed functionerend bij eerdere automatisering) niet voor elke werknemer een reële optie is, doordat er bijvoorbeeld gewoon geen werk meer is op zijn of haar niveau. En dit betekent dat niet iedereen nieuw werk zal kunnen vinden. Hoe gaan we daarmee om?
Naast dat we met elkaar moeten praten over robotisering, zal er ook een gedegen analyse over gemaakt moeten worden. Voor wie is robotisering van belang? Welke belangen hebben de werknemers, werkgevers en overheid? Op welke manier kan robotisering wel of niet nuttig zijn voor de maatschappij? Hoe ziet het werk er over tien tot vijftien jaar uit? Het is tenslotte een trend met een lange adem en dat betekent dat we ook naar lange termijn problemen en mogelijke oplossingen moeten kijken. Wat betekent verdergaande robotisering voor de regionale economie? Immers, robots kopen geen auto’s en doen geen boodschappen. Wat is het maatschappelijke nut van zelf rijdende vrachtauto’s en bijvoorbeeld van handscans in supermarkten in plaats van een caissière achter de kassa? Worden de producten dan zo goedkoop voor iedereen?
Dag van de Robotisering
Sinds een jaar wordt de discussie over robotisering binnen de FNV met toenemende intensiviteit gevoerd. In gesprekken met leden en kaderleden krijgen we de bevestiging dat mensen zich zorgen maken over hun banen én over die van hun kinderen. Dat velen best goed weten wat robots van hen zouden kunnen overnemen en dat ze op zoek zijn naar manieren om hierop invloed te kunnen uitoefenen. Ook wordt er gesproken over de mogelijkheden en onmogelijkheden als het gaat om politieke onderwerpen als basisinkomen, 32-urige werkweek en robotbelasting.
Op de onlangs door de FNV gehouden Dag van de Robotisering is door bestuurders en kaderleden, sector overstijgend, uitgewisseld welke ontwikkelingen zij zien en wat hun ideeën zijn over bijvoorbeeld verdeling van de welvaart, betrokkenheid van werknemers bij besluitvorming over de invoer van robotisering en over scholing. Ook ging het over de afsluiting van technologieconvenanten tussen werkgevers en werknemers om de sociale gevolgen op te vangen, zoals die in de jaren zeventig een goed middel waren. Een vakbond die er zich niet vroegtijdig mee bemoeit, vraagt om moeilijkheden.
Ook binnen de verschillende sectoren wordt steeds meer aandacht besteed aan robotisering. Zo organiseerde de sector Overheid afgelopen september een eigen dag en volgt in de spoorsector op initiatief van FNV Spoor in het voorjaar van 2018 een conferentie waaraan alle spoorbedrijven zullen deelnemen.
Uit deze activiteiten komt in ieder geval duidelijk naar voren dat de FNV niet tégen robotisering is, de technologie zou immers ook benut kunnen worden om werknemers met een bepaalde beperking weer volledig aan de maatschappij en het werkproces te laten deelnemen. Wat we echter niet willen, is dat werkgevers en/of aandeelhouders er met de buit vandoor gaan en wij ons stelsel van sociale zekerheid moeten ontmantelen, omdat er te weinig premies en belastingen binnenkomen. De FNV wil dat de werknemer invloed kan uitoefenen op de besluitvorming over de invoering van robotisering, dat robots een maatschappelijk nut hebben en niet alleen voor puur winstbejag ingezet worden.
Profileren
Echter, deze activiteiten zijn niet genoeg. Robotisering is nog niet het gesprek van de dag, maar zou het wel moeten zijn. Robotisering is niet alleen een onderwerp voor de cao-agenda, maar hoort ook op de maatschappelijke agenda. Welk niveau van arbeidsvoorwaarden gaan we straks hoog houden als er honderdduizenden banen zijn verdwenen? Welke marktwerking zullen we bevechten als er geen trein meer wordt gereden door een menselijke machinist? Hoe houden wij het pensioenstelsel nog in de lucht als er minder premies binnenkomen? Hoe blijven wij de WW op niveau houden als er minder premies betaald worden, maar er wel een groter beroep op uitkeringen wordt gedaan? Een houding van ‘het is in mijn sector nog niet aan de orde, dus ik doe er niks mee’, of ‘ik weet niet precies hoe het zit, dus hebben we het er maar niet over’, brengt het risico mee dat de FNV te laat is.
Te laat met een onderwerp waarop ze zich juist zou kunnen profileren, met goede afspraken in de bedrijven en met de politiek, als kennisbank voor werknemers, in samenwerking met ondernemingsraden. De FNV moet nu écht haar rol pakken in het aanzwengelen van de maatschappelijke discussie over robotisering om zo samen te kunnen zorgen voor de werknemer van over tien jaar. Dus: maak robotisering tot een prioriteit. Zoals trendwatcher Tony Bosma op de Dag van de Robotisering zei: Mensen overschatten wat er in een jaar kan gebeuren, zij onderschatten wat er over tien jaar mogelijk is.
(Kadertje:)
Robottaks
Eén van de eerste sectoren waar robotisering concrete gevolgen had, was de haven. Denk bijvoorbeeld aan het op afstand besturen van kranen. Vroeger zat de machinist op de kraan, nu zit hij of zij in een kantoor achter een beeldscherm met een joystick in de handen.
Door die ontwikkeling is Niek Stam, FNV vakbondsbestuurder in de Havensector, gaan nadenken over de gevolgen van robotisering in bredere zin. Met als resultaat dat hij zich al een aantal jaren hard maakt voor het agenderen van robotisering op de verschillende overlegtafels. Want niet alleen moet de FNV afspraken maken met de werkgevers, zij moet ook, zoals eerder gezegd, afspraken maken met de politiek.
Eén van de onderwerpen waar Stam voor pleit, is de invoering van robotbelasting, oftewel robottaks. Het idee hier achter is dat werknemers op dit moment belastingen en verzekeringen betalen waarmee een groot deel van onze welvaart wordt gefinancierd: infrastructuur, onderwijs, gezondheidszorg, enzovoort. Ervan uitgaande dat door robotisering meer werk zal verdwijnen dan erbij komt en dat een robot geen belasting betaalt (zoals een werknemer dat wel doet), zal het gevolg zijn dat onze rijksbegroting onder druk komt te staan en daarmee onze welvaart. Op het moment dat een bedrijf voor een robot dezelfde afdracht doet als voor een werknemer, lijkt dat probleem in ieder geval opgelost.
(Noot):
1) Sanne, sectorbeleidsadviseur FNV Vervoer. Roel, sectorhoofd FNV Vervoer.
Zie ook: Jan Verhagen, extra 342 – 3, 12 november 2017. (terug)