Ga naar de inhoud

G7-economieën in de problemen

Wereldleiders waren bijeen in Japan voor de G7 bijeenkomst van de grootste kapitalistische economieën. De toestand van de wereldeconomie is het hoofdonderwerp. Er is geen overeenstem ming bereikt over wat te doen aan de trage economische groei, de nog steeds hoge werkloosheid in veel landen, het dalende gemiddelde reële inkomen in vele andere en vooral voor het kapitalisme, een lage groei van de productiviteit en het gebrek aan investeringen door de ondernemers (d.w.z. de zeer grote transnationale ondernemingen).

7 min leestijd

Door Michael Roberts (vertaling H. van Maasakker) origineel op zijn blog foto: G7 in 2015 in Duitsland (Photo: Crown copyright, Photographer: Arron Hoare,cc/flickr)

De beleidsantwoorden van de G7-leiders aangaande het voortduren van de Lange Depressie variëren van “structurele hervormingen” (d.w.z. neoliberale maatregelen om meer superwinst uit arbeid te persen door verlagingen van de rechten van werknemers; via aannemen en ontslag; privatisering) tot meer monetaire versoepeling ( kwantitatieve versoepeling, negatieve rentevoeten) en vervolgens de fiscale stimulus (meer overheidsuitgaven). Maar niemand is het eens geworden over een gezamenlijk optreden of aanpak zodat er niets zal veranderen aan het beleid.

Wat wel veranderd is, is de verdere verslechtering van de kapitalistische wereldeconomie. De mondiale productiegroei van de industrie blijft vertragen en in het geval van de G7-economieën (zie de rode lijn hieronder) krimpt nu de industriële productie.

world ip

En de wereldhandel, iets waarover ik eerder heb geschreven, staat weer in belangrijke mate (voor 2015 en 2016) in de min d.w.z. krimpt eveneens (zie rode lijn hieronder). Dit is deels te wijten aan de ineenstorting van de energie- en andere industriële grondstofprijzen. Maar zelfs als je de impact van de deflatie van deze prijzen statistisch wegfiltert dan blijkt het wereldhandelsvolume (vanaf 2012) in principe statisch (blauwe lijn) en zelfs ver onder de lage mondiale BBP groei (WP IP Volume) van ongeveer 2,5%. Landen met een lage effectieve vraag kunnen geen compensatie verwachten door de groei van hun export.

world trade

De meest verontrustende zaak voor het mondiale kapitalisme is dat de Amerikaanse economie, de beste performer onder de G7 sinds het einde van de Grote Recessie in 2009, ook tekenen vertoont van toenemende stagnatie. In eerdere berichten heb ik betoogd dat het niet China is dat de wereld naar beneden zou trekken in een nieuwe recessie, maar wat er gebeurd in de VS, die de belangrijkste kapitalistische economie blijft zowel in productie als financiën.

De laatste enquête naar ondernemersactiviteiten onder Amerikaanse ondernemingen, de zogenaamde inkoopmanagers index (PMI) geeft een somber beeld. De PMI enquêteert de ondernemingen om te zien of ze denken dat ze hun productie verhogen of niet. Hoger dan 50 suggereert expansie. Het laatste cijfer van mei 2016 toont aan dat de Amerikaanse economie zowel de industrie en diensten nauwelijks groeit met de PMI van slechts 50,8 (groene lijn), in vergelijking tot meer dan 60 nauwelijks twee jaar geleden.

us pmi

En de vooruitzichten voor een opleving van de groei (in de toekomst) zijn niet goed. De Amerikaanse Conference Board meet de toestand van de productiviteit in de hele wereld. Dat wordt gemeten als de output per werknemer (en per uur). Deze productiviteitsgroei plus de groei van de beroepsbevolking vormen de essentie van de lange termijn reële bbp-groei. De groei van de beroepsbevolking en van de werkgelegenheid zijn in de Lange Depressie aan het vertragen, dus groei van de productiviteit is nog belangrijker geworden.

De meest recente gegevens van de Conference Board zijn bijzonder schokkend. Output per persoon groeide slechts 1,2 procent over de hele wereld in 2015 een aanzienlijke daling ten opzichte van 2014 toen dit cijfer 1,9 procent was. De productiviteitsgroei in de eurozone, gemeten door het bruto binnenlands product per uur, ligt bij een zwakke 0,3 procent en is nauwelijks beter in Japan met zijn 0,4 procent. Maar in de VS vertraagde deze productiviteitgroei 2015 tot slechts 0,3 procent terwijl ze 0,5 procent in 2014 was ruim onder het groei- tempo van 2,4 procent in periode 1999 tot 2006. In Groot-Brittannië daalde de productie per gewerkt uur naar een gemiddelde jaarlijkse stijging van slechts 0,2 procent tussen 2007 en 2013 en na een korte kunstmatige opleving in 2015 zal ze naar verwachting een nulgroei laten zien in dit jaar 2016.

uk productivity growth

En nu verwacht de Conference Board -0,2% productiviteitsgroei voor de VS in 2016, de eerste krimp in 3 decennia. “Vorig jaar leek het alsof we een productiviteitscrisis ingingen: nu zitten we er midden in,” zei Bart van Ark, hoofdeconoom van de Conference Board. De Board bepleitte dat “Bedrijven echt serieus investeren in innovatie. Het is tijd voor de bedrijven om in te zetten op de productiviteitsagenda, om dit op te lossen”.

us productivity growth

Maar dat doen ze niet. De investeringen van het Amerikaanse bedrijfsleven daalden met 0,4% in het eerste kwartaal van 2016 in vergelijking met het eerste kwartaal van 2015 en de uitgaven voor bedrijfsinstallaties daalden voor het eerst sinds de Grote Recessie officieel eindigde.

Waarom nemen de ondernemingen in de G7 niet de gelegenheid te baat en investeren ze niet meer en meer in nieuwe technologie om de groei van de productiviteit te laten stijgen? Het gebruikelijke mainstream economische argument werd onlangs herhaald door Goldman Sachs CEO Lloyd Blankfein. Het beruchte hoofd van ’s werelds meest roofzuchtige investeringsbank had één woord waarmee alle gebeurtenissen op Wall Street en in de wereldeconomie van dit moment worden samengebracht.  “Het komt allemaal neer op vertrouwen”, zei hij tijdens de jaarvergadering van deze transnationale investeringsbank. Op dit moment, zo zei Blankfein “Zijn we in een lage-vertrouwen omgeving.” Maar Blankfein’s antwoord roept de vraag op: waarom is er een “gebrek aan vertrouwen” tussen bedrijven om de investeringen te verhogen?.

De ondernemingsinvesteringen stagneren of dalen omdat de winstgevendheid laag blijft en de totale winsten zijn gestopt met stijgen. Ook de bedrijfsschuldenlast begint invloed uit te oefenen op ‘het vertrouwen’. Vorig jaar stegen in de VS de zogenaamde zakelijke schulden met 793 miljard dollars, los van de zakelijke verplichtingen die op de balans van deze ondernemingen prijken, terwijl echter de totale bruto binnenlandse particuliere investeringen (installaties en voorraden) slechts stegen met 93 miljard dollars.

Meer dan 70 transnationale ondernemingen zijn tot nu toe in dit jaar wereldwijd financieel failliet gegaan, de snelste opeenstapeling sinds 2009 en daarbij moeten we de 113 transnationale ondernemingen optellen die volgens Standard & Poor ( S & P) in 2015 failliet gingen. Het is waar dat de meest van deze ondernemingen te vinden zijn in de zwaar getroffen sectoren energie en mijnbouw. Meer dan de helft van de 72 failliete ondernemingen in 2016 zijn uit deze sectoren afkomstig; 29 zijn afkomstig uit de olie- en gasindustrie, 12 waren afkomstig uit metaal, mijnbouw en staalsectoren en één was een nutsbedrijf.

Maar S & P vreest dat de faillissementen zich kunnen uitbreiden naar andere sectoren: “Tot nu toe is er weinig spillover effect geweest naar andere sectoren, maar we sluiten dit niet uit in de komende kwartalen. We verwachten ook dat deze spanning drukt op veel Amerikaanse transnationale olie- en gasondernemingen met de aanhoudende lage olieprijs, tekorten op de lopende kasstroom (cashflow) als gevolg van dalende prijzen, beperktere schuldfinancieringsbronnen (met inbegrip van kredietfaciliteiten en bancaire kredietverlening) en potentieel beperkte voordelen van plannen om verder te snijden in de kapitaaluitgaven”. Ondernemings-faillisementen zijn terug op het niveau dat we voor het laatst zagen in 2009 toen de financiële crisis van 2007-2008 haar bodem bereikte.

us debt

Dus terwijl de G7 leiders nadenken over de toestand van de wereld, nemen de transnationale ondernemingen niet de gelegenheid te baat om de uitdaging aan te gaan de productiviteit te verhogen door middel van meer investeringen en Onderzoek en Ontwikkeling (O&O) in tegendeel die worden juist beperkt. En een ontbrekend vertrouwen sprookje is niet de reden.

Bron:

Michael Roberts heeft als financieel econoom 30 jaar lang gewerkt in het financiële centrum van Londen. Hij blogt op Micheal Roberts blog
en heeft met dit blog, zijn artikelen en boeken furore gemaakt sedert de crisis van 2007-2008.

Samenvatting:

Met de artikelen van Winfried Wolf en Jack Rasmus zijn de trends, ontwikkelingen en crises in de wereldeconomie voor 2016 op globalinfo geschetst, Michael Roberts greep de gelegenheid te baat toen op 26 en 27 mei jl. de leiders van de G7 economieën (Canada, Italië, Frankrijk, Duitsland, Japan, de VS en Groot-Brittannië) in Japan bij elkaar kwamen om zijn licht te laten schijnen over de ontwikkeling van de wereldeconomie in 2016 die opnieuw in grote problemen terecht dreigt te komen zoals eerder Wolf en Rasmus betoog den, daartoe ontwikkelt Roberts een aantal economische indicatoren als het wereldhandelsvolume, de productiviteitsgroei, de toename van de ondernemingsinvesteringen, de bedrijfsschulden en faillissementen van transnationale ondernemingen die de voorspellingen van Wolf en Rasmus voor 2016 voor de wereldeconomie verder cijfermatig onderbouwen.