Griekenland: De EU helpt de speculanten
Net weer op de been geholpen door de belastingbetalers, zijn de speculanten van de internationale geldmarkt een nieuwe aanval begonnen. Dit keer op de Euro en de Europese Monetaire Unie, via de zwakste schakels daarvan: Ierland, Portugal Spanje en Griekenland. Dat laatste land staat inmiddels op de rand van faillissement. Een dergelijk risico bestaat ook voor Spanje en Portugal.
Dit stuk verscheen eerder op de website van grenzeloos.
foto: Demonstrerende boer rijdt met zijn tractor tegen de politie aan (www.worldculturepictorial.com)
Maar in plaats van zich tegen de speculanten te richten, spannen de Europese leiders zich in om de Griekse bevolking een drastisch bezuinigingsplan op te dringen dat als voorbeeld kan dienen voor andere landen. Opnieuw laten de EU-instellingen zien dat ze er zijn ten dienste van de kapitaalsbezitters en ingaan tegen de belangen van de bevolking.
De nieuwe sociaal-democratische premier Papandréou heeft een pakket van schandalige maatregelen bekend gemaakt om deze crisis door het Griekse volk te laten betalen: verlaging van de lonen en de overheidsuitgaven, verhoging van de pensioenleeftijd, privatisering en dergelijke.
De buitenlandse schuld, zowel de publieke als de private schuld, van Griekenland is evenals in andere gevallen het gevolg van een langdurig beleid van fiscale vrijstelling van het grootkapitaal. De Griekse overheidsschuld heeft de omvang van 135 procent van het bruto binnenlands product (BBP, de waarde van alles wat er in een jaar in een land wordt geproduceerd) bereikt. De buitenlandse schuld bedraagt 150 procent van het BBP.
Ook de nieuwe minister-president George Papandréou wist voor de verkiezingen in oktober dat het overheidstekort enorm groot was en toch heeft hij zijn campagne toegespitst op de belofte de lonen niet verlagen. Het is deze belofte die tot de overweldigende overwinning van het sociaal-democratische PASOK leidde. De werkloosheid in Griekenland bedraagt 18 procent, de consumptie neemt af en het BBP daalde met 1,7 procent in een jaar.
De Europese Centrale Bank wil, in afwachting van een nieuwe crisis, aan alle landen van de Europese Unie een strikte discipline in de overheidsfinanciën opleggen. Het is niet Griekenland, waarvan de economie slechts 3 procent vertegenwoordigt van de landen in de eurozone, die de meeste problemen oplevert. Ondanks alles wat de pers daarover zegt, zijn het grote landen als Duitsland, met schulden en een groeiend tekort (respectievelijk 78 procent en 6 procent van het BBP), die het werkelijke gevaar vormen.
Overal in Europa, of er nu een rechtse of linkse regering aan de macht is, wordt de bevolking geconfronteerd met aanvallen op de lonen en nutsvoorzieningen, meer repressie tegen protestbewegingen, een racistische offensief van het aanwijzen van zondebokken en een versterking van de nationale eenheid tegenover de groeiende spanningen tussen staten.
Achter iedere poging om de schatkist te vullen zit een maatschappelijke keuze: wie moet betalen voor de crisis? Wij kiezen voor de nationalisatie van het bankwezen, een einde aan de verwoestingen van speculatie en het inzetten van krediet voor een sociale en ecologische omschakeling van de productie. Alleen een gecoördineerde inzet van alle Europese werknemers om hun baan, hun loon, pensioen te verdedigen, zal in staat zijn om te vechten tegen de coalitie van aandeelhouders, bankiers en Europese regeringen.
Dit artikel verscheen eerder in La Gauche, het Waalse zusterblad van Grenzeloos.
————
Griekenland en de ECB houden elkaar bij de strot
De Griekse regering slaakte op maandag 25 januari een zucht van opluchting toen bleek dat de markt nog voldoende vertrouwen had om Griekse overheidsobligaties te kopen. De Griekse openbare schuld blijft financierbaar. Maar de Griekse regering moest wel een forse rente toestaan. De Europese Centrale Bank blijft de Griekse regering van het socialistische PASOK onder druk zetten.
De Griekse overheidsobligaties werden geplaatst aan een rente van 6,2 procent, te vergelijken met de rente van amper 2,295 procent die de Duitse regering op haar obligaties moet betalen. De financiële problemen voor de Griekse socialistische regering, onlangs aan de macht gekomen, zijn dus niet van de baan. Enkel in ruil voor hoge interesten krijgt zij haar leningen nog geplaatst.
Hoewel de economische crisis sommige lidstaten harder of anders treft dan andere, wordt toch aan alle eurolanden hetzelfde monetair beleid opgelegd. Zich uit de crisis devalueren, zoals België deed begin van de jaren 1980, kan dus niet meer. Er is maar één rentebeleid voor gans de eurozone.
Daarom zet de Europese Unie de regeringen van landen met zwakke overheidsfinanciën onder druk om de situatie op te lossen met harde asociale besparingsmaatregelen (de openbare financiën gezond maken door de rijken te belasten is in Europa als vloeken in de kerk).
Griekenland stelde voor het overheidstekort van een grootte van 12,7 procent van het bruto binnenlands product in 2009 terug te brengen tot 2,8 procent in 2012.
Europese Centrale Bank
De Europese druk op de Griekse regering is niet enkel moreel en politiek. De Europese Centrale Bank kan verklaren dat zij niet meer bereid is Griekse overheidsobligaties te aanvaarden. Normaal aanvaardt de Bank overheidsobligaties van eurolanden als onderpand om banken goedkope kredieten toe te staan. Een weigering zou de Griekse staatskas de genadeklap geven. De helft van de Griekse uitstaande overheidsschuld heeft de vorm van obligaties in handen van Europese banken. Die zouden niet blij zijn met dergelijke ontwikkeling, en Griekenland de rug toekeren. De chantage die de Europese Centrale Bank op Griekenland kan uitoefenen is dus reëel. Deze chantage vermomt zich in een vertoog over de wetten van de financiële markten, om ieder democratisch debat over de moeilijke situatie de pas af te snijden.
Toch is deze chantage voor de Europese Centrale Bank een tweesnijdend zwaard. In andere lidstaten staan de overheidsfinanciën eveneens onder druk. Naast Griekenland is de situatie vooral in Portugal en Ierland kritiek, maar ook Italië, Spanje en andere landen zitten in slechte papieren. Indien de Griekse overheid een staking van betalingen op de overheidsschuld afkondigt is het hek van de dam, gaan de financiële markten onmiddellijk op zoek naar andere potentiële wanbetalers in de eurozone, en dreigt de financiering van de overheidsschuld voor een rist landen moeilijker te worden. Van de weeromstuit zou het vertrouwen in de euro een zware klap krijgen.
Bij de strot
Met andere woorden: Griekenland heeft de Europese Centrale Bank even goed bij de strot als omgekeerd. De Griekse socialisten zouden dus kunnen eisen dat Europa van koers verandert, en dat een solidaire aanpak wordt ontwikkeld om op een sociaal rechtvaardige manier samen uit de crisis te raken. Dergelijk geluid moet van de Griekse of andere socialisten in Europa echter nog voor het eerst worden gehoord.
Achter de schermen wordt in verschillende Europese landen hard gewerkt aan een noodplan om Griekenland te hulp te schieten, moest de dreiging van een staking van betalingen op de Griekse overheidsschuld acuut worden. Dit moet echter in het grootste geheim gebeuren, om te vermijden dat het animo voor zware antisociale ingrepen in Griekenland wegsmelt…
Het gevolg van al deze perikelen is dat de waarde van de euro al zes maanden afkalft, wat de Europese economieën, en niet alleen de Griekse, toch wat zuurstof geeft. Daar mogen we de Grieken alvast dankbaar voor zijn.
Dit artikel verscheen eerder in Uitpers: Webzine voor internationale politiek