Hedge Funds: Financiële massavernietigingswapens
Door de sterke toename van speculatieve producten wordt het mondiaal financieel systeem nagenoeg onbeheersbaar. Crisis volgt op crisis, zodat nu zelfs de hoogste functionarissen van de internationale organisaties ongerust worden. En niet zonder reden.
Een (lichtelijk ingekorte) vertaling van het stuk Weapons of Mass Financial Destruction dat in oktober 2006 verscheen in maandblad Le Monde Diplomatique Vertaling: Tijn van Beurden.
In september 2006 heeft een groot Amerikaans investeringsfonds (hedge fund, vert.), Amaranth Advisors, in een weekend meer dan de helft van zijn kapitaal verloren door te speculeren met de ontwikkeling van brandstofprijzen. In 1998 dwong de ondergang van een soortgelijk fonds, Long Term Capital Management, de centrale bank tot ingrijpen, om een krach te voorkomen. Maar sindsdien zijn de bedragen waarmee wordt gehandeld zeer sterk gestegen.
Het financiële systeem is nog nooit zo ondoorzichtig geweest. Enkele tientallen jaren geleden waren de dagelijkse valuta transacties ongeveer gelijk aan het kapitaal van een grote bank in de USA; nu zijn die transacties groter dan het gecombineerde kapitaal van de 100 grootste banken.
De snelle jongens van de financiële wereld vinden dagelijks nieuwe producten uit, waarmee ze de natiestaten en de internationale banken uitdagen. In mei 2006 betreurde de managing director van het Internationaal Monetair Fonds (IMF) die nieuwe risico’s, die de zwakte van de dollar en het tekort op de handelsbalans van de USA versterkten. Zijn vrees weerspiegelde ook hoe ontredderd het IMF in structurele en intellectuele zin is.
De uitstaande kredieten en leningen van het IMF zijn sinds 2003 scherp gedaald, van 70 miljard naar ongeveer 20 miljard US $ eind juli 2006.De invloed op de economische politiek van de ontwikkelingslanden is zo behoorlijk afgenomen en de inkomsten zijn lager zijn geworden dan de kosten van het functioneren van het IMF. Het IMF geeft toe dat het “kwantitatief is gemarginaliseerd” (1).
De moeilijkheden worden voor een groot deel veroorzaakt doordat de prijzen van grondstoffen (olie, zilver, zink, nikkel etc.), die de ontwikkelingslanden traditioneel exporteren, zijn verdubbeld sinds 2003. Op die manier waren die ontwikkelingslanden in staat hun schulden eerder af te lossen en zo de inkomsten van het IMF te verlagen.
De prijzen voor grondstoffen zullen nog verder stijgen door de snelle economische groei van China, India en andere landen die een forse toename van de vraag veroorzaakt, die voorheen niet bestond, toen de handelsbalans systematisch gunstig was voor de rijke landen. De positie van de USA in termen van buitenlandse bezittingen is afgenomen, terwijl die van de crediteuren Japan, de opkomende Aziatische landen en de olie-exporterende landen dagelijks verbetert. De toename van het Amerikaanse deficit, met veel hogere importen dan exporten, veroorzaakt een daling van de dollar: 28 procent ten opzichte van de euro in de periode 2001-2005.
Ook op intellectueel gebied stellen de IMF en de Wereldbank zich defensiever op na een reeks financiële instortingen in Oost Azië, Rusland en elders, tussen 1997 en 2000. Een aantal van hun bekendste directeuren geven toe niet langer te geloven in de laisser-faire beginselen van de klassieke economie, die hun beleid tot nu toe zo hebben geïnspireerd. Veel van hen geven toe dat hun “kennis van economische groei extreem beperkt is” en dat “meer bescheidenheid” nodig is. En Stephen Roach, chef-econoom van de bank Morgan Stanley, waarschuwde dat de wereld “weinig heeft gedaan om zich voor te bereiden op wat heel goed de volgende crisis zou kunnen zijn”(2).
De aard van het financiële systeem heeft niets meer te maken met de “deugdelijke” nationale economische politiek die door het IMF werd aanbevolen. De portefeuille beheerders van de grote investeringsmaatschappijen en banken hebben de nationale banken en de internationale organen gemarginaliseerd. De avontuurlijke beurshandelaren hebben de traditionele voorzichtige bankiers verdrongen, want de koop en verkoop van aandelen, obligaties en derivaten (3) leveren veel meer winst op, en het is voortaan regel om grotere risico’s te nemen.
Die handelaren worden beloond op basis van de behaalde winst, echt of fictief, en voortdurend wordt er gespeculeerd met het geld van de banken. Een lage rente en de begerigheid van banken om geld uit te lenen aan hedge funds ( speculatieve fondsen met hoge risico’s ) en aan firma’s die fusies en het opkopen van bedrijven begeleiden, hebben zulke handelaren in de USA, Japan, en elders alle ruimte gegeven. Ze hebben een reeks dubieuze fusies bedacht die vroeger roekeloos zouden worden genoemd. In enkele gevallen hebben herkapitalisaties door middel van leningen ( leveraged recapitalisation ) (4) gezorgd voor enorme beloningen, waardoor de onderneming uiteindelijk met hogere schulden werd belast. Wat er vervolgens gebeurt, is hun zaak niet.
IMF slaat alarm
Sinds begin 2006 hebben de investeringsbanken hun leningen voor het opkopen van bedrijven sterk verhoogd en zo de commerciële banken verdrongen die eerst die markt domineerden. Om een groter marktaandeel te verwerven “leven” de investeringsbanken “gevaarlijk” volgens het hoofd van de sectie die bankleningen beoordeelt bij Standard & Poor’s. Ze storten zich in steeds riskantere operaties. “Waarnemers voorspellen een scherpe toename van sterk met schulden belaste ondernemingen die in betalingsmoeilijkheden zullen komen”, zoals de Financial Times opmerkte in juli 2006 (5).
Maar omdat de wettelijke mogelijkheden om investeerders te beschermen beperkt zijn, hebben geldschieters minder kans om slecht bestuurde ondernemingen te dwingen surseance van betaling aan te vragen. Omdat de hedge funds beseffen dat hun speculaties steeds riskanter zijn, maken ze het steeds moeilijker om het geld waarmee ze speculeren terug te trekken. De handelaren hebben een nieuwe positie ingenomen tussen de traditionele leners ( nationaal en privé ) en de markten, waardoor de financiële wereld nog verder wordt gedereguleerd en zo gevoeliger wordt voor een financiële crisis.
Ze zoeken hoge investeringsopbrengsten en nemen daarvoor steeds grotere risico’s.
De situatie is zo verontrustend dat het IMF begin 2006 , zeer ongebruikelijke reclame maakte voor een boek van J. Schinasi: Safeguarding Financiel Stability(6) Dit alarmerende boek onthult en documenteert de angsten van het IMF met verontrustende details. “Deregulering en liberalisering” die het IMF en de aanhangers van de Washington Consensus (7) al decennia propageren, zijn een nachtmerrie geworden. Volgens de auteur heeft dat beleid zeker “fenomenale sociale en privé voordelen (8)” gebracht, maar bevat ze ook “een potentieel (…….) van kwetsbaarheid, instabiliteit, systeemrisico’s en ongunstige economische gevolgen”.
Schinasi concludeert dat de irrationele ontwikkeling van de internationale financiële handel gecombineerd met deregulering, de “ruimte voor financiële innovatie en mobiliteit van risico’s heeft vergroot”.De schrijver en het IMF stellen dat een compleet nieuw raamwerk nodig is om problemen van dicht bij te volgen en te waarschuwen voor problemen die nu mogelijk kunnen ontstaan. Daarom moet ook het beleid en het toezicht op de markt aangepast worden. Er was een tijd dat economen met betrekking tot de toekomst niet alles aan het toeval overlieten.
Nog alarmerender is een studie van experts van het financiële establishment,die ook door het IMF is aanbevolen, waarin de ontelbare problemen die de liberalisatie van het mondiaal financieel systeem heeft veroorzaakt, worden geanalyseerd. De auteurs concluderen, dat “de nationale financiële systemen steeds meer kans hebben op meer financiële crisissen (9)”. Het IMF en behoudende bankspecialisten zijn steeds meer van mening dat de internationale financiële structuur onbestendiger is geworden.
De financiële instorting van Argentinië in 1998 heeft aangetoond, dat landen die niet toegaven aan de druk van het IMF en de banken, gebruik konden maken van de verdeeldheid tussen de lidstaten en zo het grootste deel van de buitenlandse eisen konden negeren. De privé schuldeisers en het IMF hadden voor ongeveer 140 miljard dollar aan obligaties van de staat Argentinië in bezit, die eind 2001 terug betaald moesten worden, het was de grootste betalingsstaking van een staat in de geschiedenis. De banken die in de jaren vanaf 1990 hun leningen aan Argentinië hadden uitgebreid, hebben uiteindelijk de prijs betaald.
Sindsdien zijn de grondprijzen gestegen. Landen als China en de Zuidoost Aziatische en Latijns Amerikaanse landen hadden daardoor in 2004 en 2005 twee keer zo hoge groeicijfers als de rijke landen. Al in 2003 waren ontwikkelingslanden verantwoordelijk voor 37% van de buitenlandse directe investeringen in andere ontwikkelingslanden. China neemt een groot deel van die groei voor zijn rekening, dat betekent tegelijkertijd dat het IMF en de rijke bankiers van New York, Tokio en Londen minder invloed hebben dan voorheen. Ondanks hun besluiten om voortaan voorzichtiger te zijn na de financiële crisissen tegen het einde van de 20e eeuw, zijn de risico’s die de banken nemen in de aandelen en obligatie markten in de opkomende landen nog nooit zo hoog geweest. De hoge rendementen die ze krijgen in bepaalde landen ( zoals de Filippijnen of Zambia) en de excessieve liquiditeit liggen daaraan ten grondslag. Zoals een handelaar het formuleerde: “een hernieuwde liefdesaffaire (10)”.
Door de toenemende complexiteit van de mondiale economie en de eindeloze onderhandelingen van de WTO zijn subsidies en protectionistische maatregelen niet beëindigd. Een wereld vrijhandelsakkoord is niet gerealiseerd en de dreiging van handelsoorlogen blijft bestaan. De wereldeconomie wordt nu door een veel grotere instabiliteit bedreigd en voor de rijken nemen de gevaren ook toe.
Door de snel verslechterende handelsbalans van de USA wordt het mondiale financiële probleem uiterst complex. Sinds George Bush president werd in 2001, heeft hij het geldende federale bestedingsplafond met meer dan 3000 miljard dollar overschreden. Zolang de dollar blijft devalueren zullen de banken en handelaren hun bezit willen beschermen en zullen financiële operaties met hoge risico’s aantrekkelijker schijnen. Overigens heeft Washington een grotere deregulatie al lang voor de koersdaling van de dollar gepropageerd.
Er bestaan nu minstens 10.000 hedge funds, waarvan 80% geregistreerd zijn op de Kaaiman Eilanden. De 400 fondsen die elk meer dan een miljard dollar beheren, zijn verantwoordelijk voor 80% van de handel. Die kunnen op geen enkele manier worden gereguleerd. De speculatieve fondsen bezitten meer dan 1500 miljard dollar aan activa en hun dagelijks derivaten handel benadert 6000 miljard dollar, dat wil zeggen ongeveer de helft van het bruto nationaal product van de USA. In het euforisch economisch klimaat van de afgelopen vijf jaar hebben de meeste gewonnen, maar enkelen hebben verloren. In het jaar van augustus 2005 tot augustus 2006 kwamen er ongeveer 1900 nieuwe hedge funds en 575 werden geliquideerd. Standards & Poor zou graag hun kredietwaardigheid beoordelen, maar heeft dat nog steeds niet gedaan. De grootste fondsen bevestigen computermodellen te gebruiken voor hun handel.
Een van ergste bedreigingen van de wereldeconomie sinds de tweede wereldoorlog vond plaats in de herfst van 1998 met het faillissement van Long Term Capital Managment (LTCM). Dit hedge fund was beroemd door het gebruik van mathematische technieken die waren ontworpen door twee Nobelprijswinnaars, Myron Scholes en Robert Merton (11). De gecombineerde inspanningen van Washington en Wall Street voorkwamen een catastrofe, maar de speculatieve fondsen zijn voortaan veel te groot om zo simpel te worden gered.
Kredietderivaten het geheim van Enron
De hedge funds nemen van nature en door hun sterke onderlinge concurrentie veel risico’s; ze worden aangetrokken door kredietderivaten (12) en andere soortgelijke producten die de belofte van hoge winsten inhouden. De kredietderivaten bestonden in 2001 nog nauwelijks, ze ontwikkelden zich langzaam in 2004, toen het volume 5000 miljard dollar bedroeg, en bereikten eind juni 2006 de astronomische hoogte van 26000 miljard dollar. Het aantal financiële producten groeit zeer sterk en de markten voor credit default swaps (13) komen er al aan.
Niemand kan precies zeggen wat kredietderivaten zijn. Zelfs Gillian Tett die verantwoordelijk is voor de rubriek kapitaalmarkten van de Financial Times heeft het onderzocht, slaagde er niet in. Het product ontstond tijdens een ontmoeting in Boca Raton in Florida van enkele managers van de bank J.P. Morgan. Tussen twee drankjes door en voor ze elkaar in het zwembad gooiden, bedachten ze een nieuwe financiële constructie die de bank veel zou opleveren, maar wel zo ingewikkeld was, dat imitatie zeer lastig zou zijn ( auteursrecht bestaat niet voor financiële ideeën ).
Tett is zeer kritisch over kredietderivaten, omdat ze een kettingreactie van verliezen kunnen veroorzaken, die de hedge funds die in die markt opereren, kunnen meesleuren. Bankiers zijn “in deze tijden van hoge liquiditeit, ultracreatief geworden (…) in hun pogingen het risico te spreiden na het in delen te hebben opgesplitst” concludeert ze in de Financial Times. Het invloedrijke dagblad van de City heeft de afgelopen maanden een serie artikelen gepubliceerd over “financiële toverkunsten” die zeer kritisch zijn over de middelen en doelen van die innovaties (14).
De lage rentepercentages hebben ertoe geleid dat investeerders met geleend geld de markt opgingen en volgens een van de goeroes op financieel gebied M. Avinash Persaud, “is een pijnlijke verlaging van de ondernemingsschulden even onvermijdelijk als de nacht die op de dag volgt (…) De enige vraag is wanneer het zal gebeuren”. Voor de hedge funds, die complexe veiligheidsvoorzieningen hebben getroffen, zal het uur der waarheid ook aanbreken, en ze zullen worden “gedwongen hun meest liquide bezittingen te verkopen”. “Ik durf niks in te zetten op een goede afloop”, merkt Tett op nadat ze enkele verlate reddingspogingen van hedge funds heeft onderzocht (15).
Volgens Warren Buffet, de Amerikaanse investeerder die geacht wordt het te weten, zijn de kredietderivaten “financiële massavernietigingswapens”. Theoretisch zijn het verzekeringen tegen de risico’s van wanbetalingen, maar in feite moedigen ze nog riskantere weddenschappen aan en een toename van nieuwe leningen. Enron (16) maakte daar overvloedig gebruik van, wat ook een van de geheimen van zijn succes en uiteindelijke faillissement betekende, met een gat van 100 miljard dollar. Ondanks een volledig gebrek aan transparantie wordt er geen enkel reëel toezicht uitgeoefend op kredietderivaten. Veel van die nieuwe “producten” bestaan volgens een financieel directeur “alleen maar in cyberspace en bieden rijken de mogelijkheid om aan de fiscus te ontsnappen” (17).
In werkelijkheid begrijpen hoge functionarissen van banken de keten van risico’s niet en ook weten ze niet “wie wat bezit”. Hedge funds beweren eerlijk te zijn, maar de leidinggevenden worden beloond aan de hand van de gerealiseerde winsten, en dat impliceert het nemen van risico’s. Velen vergaren vertrouwelijke informatie, wat illegaal is, maar niettemin gebruikelijk.
We zouden de voortdurende nationale budgettaire tekorten, die door een groei van de uitgaven en een verlaging van de belastingen voor de allerrijksten wordt veroorzaakt even kunnen vergeten, dat kunnen we echter niet met de instabiliteit van de financiële markten en de grondstoffen. De rendementen van de hedge funds zijn daardoor al gedaald in mei 2006, de grootste daling in meer dan een jaar. Hedge funds maken nog steeds grote winsten, maar op een steeds riskantere manier.
Groeiend gevaar
Het is nog te vroeg om de uiteindelijke impact van de instorting van een van de zeer grote Amerikaanse hedge funds te bepalen: Amaranth Advisors (18) dat midden september 2006 in een weekend 4,6 miljard dollar heeft verloren; 60% van zijn kapitaal is in rook opgegaan. Die affaire was ook zo geruchtmakend in de USA door de nauwe banden van Amaranth Advisors met de zeer gerenommeerde investeringsmaatschappijen als Morgan Stanley en Goldman Sachs. Velen vragen zich af of deze crash niet het begin is van een hele reeks.
De problemen zijn structureel, zoals blijkt uit de gerapporteerde verhouding tussen de schulden en de winsten, die de laatste jaren zijn gestegen van vier naar zes in het afgelopen jaar. Zolang de rentepercentages laag zijn worden “leveraged loans” (19) als oplossing gebruikt. Door de hedge funds en andere financiële instrumenten is er nu een markt voor slecht bestuurde en met hoge schulden belaste ondernemingen. Begin september 2006 maakte de Ford Motor Company bekend dat ze een jaarlijks verlies had van 7 miljard dollar: zijn aandelen stegen daarop met 20%. Zelfs regels waarop het kapitalisme zich eens baseerde, gelden niet langer.
De snelheid en complexiteit van die financiële handel veroorzaken ook problemen. Eind mei heeft de International Swaps and Derivatives Association (ISDA) bekend gemaakt dat bij een op de vijf transacties met betrekking tot kredietderivaten, belangrijke fouten optraden. Het aantal fouten is toegenomen door vergroting van het handelsvolume. Meer dan 90% van de in de USA afgesloten overeenkomsten werden niet correct geregistreerd, dikwijls alleen maar op een papiertje.
In 2004 gaf M. Alan Greenspan, de toenmalige voorzitter van de US Federal Reserve, toe “werkelijk geschokt” te zijn door deze situatie. De eerste maatregelen om deze warboel op te lossen werden pas in juni 2006 genomen en ze zijn verre van toereikend om een probleem van die omvang op te lossen, zeker nu het om zulke kolossale bedragen gaat. Door de deregulatie en de explosieve toename van nieuwe financiële mogelijkheden is het niet meer mogelijk essentiële gegevens te verzamelen en te kwantificeren, banken en regeringen tasten in het duister. Mogelijk leven we dan in een “wereld van nieuwe financiën mogelijkheden”, maar dan wel geblinddoekt.
Op 24 april 2006 schreef eerdergenoemde M. Roach, de chef-econoom van Morgan Stanley, dat een grote financiële crisis zich aftekende en dat de mondiale instituten (het IMF, de Wereldbank en andere mechanismen van het internationale financiele bouwwerk) totaal niet in staat waren er iets aan te doen (20). Begin juni betreurde M. Rafael Hui Si-yan, regeringsfunctionaris in Hong Kong, de gevaren van de hedge funds. Tegelijkertijd waarschuwde de chefeconoom en icoon van het IMF, Raghuram Rajan tegen de compensatie structuren van die fondsen, waardoor steeds grotere risico’s worden genomen en het mondiale financiële systeem in gevaar komt. Eind juni was M. Roach nog pessimistischer: “Stuurloosheid” beheerst de universitaire en politieke gemeenschappen, die zich “niet in staat achten uit te leggen hoe de nieuwe wereld werkt (21)”. Het mysterie heerst. Onlangs voorspelde het IMF dat het risico van een verslapping van de mondiale economie sinds 2001 nog niet zo groot is geweest, hoofdzakelijk door het inzakken van de huizenmarkt in de VS en een groot deel van West Europa. M. Roach noemt ook de verlaging van de reële lonen en de ontoereikende koopkracht van de consumenten in de USA als oorzaak (22).
Zelfs al blijft de welvaart hetzelfde volgend jaar, en hebben de financiële specialisten zich vergist, dan nog blijft de verandering van het mondiale financiële systeem een bedreiging vormen.
De controle kwijt over de werkelijkheid
Controle is voortaan onmogelijk. De “ruimte en het gebied van de internationale financiële operaties, en de architectuur” van het systeem zijn “op goed geluk ontwikkeld”en de nauwelijks bestaande regulering is “niet effectief”, volgens de deskundigen van het establishment (23).
De financiële deregulering heeft een monster voortgebracht en juist zij die controle op winsten betreuren, kunnen de talrijke opdoemende problemen zeker niet oplossen. Het in juni gepubliceerde jaarlijks rapport van de Bank for International Settlement (BIS), vermeldt de triomf van roofzuchtig economisch gedrag en de daarmee samenhangende problemen, waarvoor het “moeilijk is een logische verklaring te vinden”. De financiële virtuozen zijn sluwer geweest dan de traditionele bankiers. “Gelet op de gecompliceerde situatie en de grenzen van onze kennis, is het zeer moeilijk om te beoordelen hoe dit alles zich gaat ontwikkelen (24)” volgens de BIS, die niet zou willen dat de geuite vrees paniek veroorzaakt en zich dus niet alarmerend opstelt. Maar ze geeft toe dat een “big bang” tot de mogelijkheden behoort, en ziet “verschillende redenen om zich ongerust te maken over de wanorde”.
Wij bevinden ons nu niet in een situatie waarin een ineenstorting zeer waarschijnlijk is, zo stelt het rapport, maar het is verstandig, om “rekening te houden met het beste en zich voor te bereiden op het slechtste”. En verder: al een tiental jaren hebben de internationale economische tendensen en de “financiële instabiliteit” groeiende gevaren gecreëerd, “het is dus essentieel om te begrijpen hoe het zo ver is gekomen, om het juiste beleid te bepalen en zo de huidige risico’s te beperken (25)”.
Dit pessimisme is voor de hedge funds aanleiding om nieuwe financiële instrumenten te bedenken om van de komende catastrofe te kunnen profiteren, een crisis die voor hen eerder een kwestie van timing is, dan van principes. De specialisten zijn het erover eens dat betalingsmoeilijkheden in de nabije toekomst sterk zullen toenemen. Omdat er dus geld valt te verdienen, is er op Wall Street ineens een toenemende vraag naar experts op het gebied van zware ondernemingsschulden en reorganisatie van bedrijven die op de rand van faillissement staan.
(Gabriel Kolko is historicus en auteur van onder meer The Age of War, Boulder (Colorado) 2006 en After Socialism, Londen, 2006.)
(1) IMF Survey, Washington 2006, IMF in Focus, Washington 2006.
(2)Roberto Zagha et al., Rethinking Growth , Finance & Development, Washington 2006.
(3) Het principe van derivaten is zich te verzekeren tegen allerlei risico’s zoals wisselkoersen, grondstofprijzen, aandeelkoersen. Het is een weddenschap die veel kan opleveren.
(4) Door die kapitaalsverhogingen kunnen op de balans grote winsten worden geboekt, op basis waarvan de beloningen worden berekend.
(5) The Financial Times, Londen, 17 juli 2006.
(6) Garry J. Schinassi, Safeguarding Financiel Stability: Theory and Practise, IMF Washington 2006 (7) De uitdrukking is uit 1989 en komt van de econoom John Williamsen en betreft”aanbevelingen”
die landen kregen, zoals belasting verlaging, vrije markt, privatiseringen en financiële deregulering. Om voor een IMF lening in aanmerking te komen moesten die maatregelen worden ingevoerd. Volgens de auteur heeft die politiek zeker “fenomenale sociale en privé voordelen (8) “,
gebracht, maar bevat ze ook ” een potentieel (……) aan fragiliteit, instabiliteit, systeemrisico’s en ongunstige economische gevolgen”.
(8) Dit citaat en de volgende zijn van G.J. Schinassi.
(9) Kern Alexander, Rahul Dhumale en John Eatwell, Global Governance of Financial Systems: The International Regulation of System Risk, Oxford University Press, 2005.
(10) The Financial Times, Londen, 27 juli 2006.
(11) Met 5 miljard dollar aan activa had LTCM een schuld van 100 miljard dollar opgebouwd. Om een ineenstorting van het systeem te voorkomen sprong de centrale bank van de USA bij met 3,6 miljard dollar.
(12) Zoals met alle derivaten gokt de handelaar op voorzienbare risico’s, maar in dit geval zijn het vorderingen ( obligaties,schulden..) die worden uitgewisseld.
(13) De verkoper verplicht zich tegen betaling van een premie om de klant schadeloos te stellen als niet wordt betaald of als de kwaliteit van de debiteur verslechtert.
(14) Gillian Tett, “The dream machine, invention of credit derivatives”, Financial Times Magazine, 24-25 maart 2006, Financial Times, 10 en 19 juli 2006, 14,24 en 29 augustus 2006.
(15) The Financial Times, 23 en 24-25 juni 2006.
(16) Enron, een groot en gerenommeerd bedrijf uit de energiesector is ten onder gegaan, nadat het
geknoei in de boekhouding uitkwam.
(17) The Financial Times 17 juli 2006.
(18) Dit Amerikaanse fonds uit Connecticut dankt zijn kolossale verliezen aan het speculeren met aardgasprijzen.
(19) Met die leningen is het mogelijk om met een klein kapitaal een onderneming te kopen, zolang de rente op de leningen lager is dan de te verwachten ondernemingswinst.
(20) Morgan Stanley Bank, Global Economic Forum, 24 april 2006.
(21) Idem 23 juni en 5 september 2006.
(22) The Financial Times, 6 september 2006.
(23) K.Alexander, R. Dhumale en J. Eatwell.
(24) Bank for International Settlements, 76e internationaal rapport, Basel, 26 juni 2006.
(25) Idem
(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Gabriel Kolko.)