Het «populistisch moment»
Het «populistisch moment» is een concept dat naar voor geschoven wordt door filosofe Chantal Mouffe. Volgens Mouffe hebben de globalisering, de hegemonie van het financieel kapitaal en de integratie van de sociaaldemocratie in het neoliberaal beleid, geleid tot een «post-democratie». Het principe van het soevereine volk is een holle formule geworden: er is geen soevereiniteit meer, dus ook geen debat meer tussen links en rechts. De verdediging van de belangen van de financiele oligarchie wordt waargenomen door een kaste die de politieke problemen herleidt tot technische problemen, waarover experten beslissen.
(Door Daniel Tanuro, vertaling en oorspronkelijke publicatie SAP-rood en gevonden bij Grenzeloos, foto van website lafrance insoumise)
In deze context wordt de verhouding tussen de principes van gelijkheid (links) en vrijheid (rechts) scheef getrokken in het nadeel van links. Echter, het volk is voor Mouffe geen sociologisch gegeven: het is een politieke constructie die afhankelijk is van waar de grens getrokken wordt tussen «zij» en «wij». De manier waarop deze politieke constructie wordt gemaakt, is voor haar het populisme.
Vandaag is er sprake van een «populistisch moment» omdat er overal een diepe frustratie en een «volkse» zucht naar democratie, dus naar soevereiniteit en een herstel van het evenwicht tussen gelijkheid en vrijheid, valt vast te stellen.
Deze gevoelens worden in de eerste plaats door een rechts populisme opgevangen, maar dat is geen fataliteit. «Het rechts populisme herstelt de soevereiniteit van het volk, maar niet de gelijkheid» – in de eerste plaats omdat het de sociale problemen etniseert. Het bouwt dus een «wij» op dat de democratie inperkt in plaats van haar uit te breiden. Dat is haar achilleshiel. Links kan en moet een links populisme ontwikkellen, de enige manier om het rechts populisme te bestrijden.
Om dat te doen, raadt Mouffe aan om niet te spreken over «fascisme» of «extreemrechts» : «Dat is een manier om niet te proberen begrijpen waarover het gaat», zegt ze. Echter, men moet «erkennen dat de verzuchtingen die aan de basis liggen van de rechtse populistische bewegingen, democratische verzuchtingen zijn». Marine Le Pen biedt antwoorden aan mensen die het slachtoffer zijn van de «gelukkige globalisering». Het linkse populisme onderscheidt zich voor Mouffe van het rechtse populisme omdat het zegt dat de tegenstander de neoliberale mondialisering is, niet de immigranten.
Arme Gramsci!
Marxisten maken een onderscheid tussen de «klasse op zich» en de «klasse voor zich». Het verschil wordt gemaakt door het bewustzijn. De «klasse op zich» is een sociologisch gegeven. De «klasse voor zich» bouwt zich op doorheen de ervaringen van strijd, zelforganisatie, uitbreiding en eenmaking van actie-ervaringen, die het proletariaat toestaan over haar eisen heen te springen om de basis te leggen voor een complete omwenteling van de sociale verhoudingen en van de verhoudingen tussen de mensheid en de natuur.
Maar Mouffe benadrukt: de constructie van een volk is niet het laten ontstaan van de «klasse voor zich». Het is een «veel meer transversaal proces», dat «heterogene verzuchtingen» samen brengt, uit «verschillende sociale sectoren». Welke? Mouffe vermeldt het feminisme, de LGBT-bewegingen, de milieubeweging…
Maar dat is niet de kerrn van de zaak. De kern van de zaak is dat deze transversaliteit noodzakelijk is omdat we niet meer in het fordistisch kapitalisme zijn: «vandaag staan we allen onder de heerschappij van het financieel kapitaal, inbegrepen sociologische sectoren die tot rechts behoren».
Het komt er dus op aan om het «socialistisch project te herformuleren in termen van radicalisering van de democratie». Dat vereist het politiek uitkristalisseren van eisen die ook van sectoren van het patronaat komen. Deze kristalisatie heeft nood aan een charismatische leider die de passies mobiliseert, want er zijn niet enkel argumenten: in politiek zijn sentimenten belangrijk. Het rechts populisme heeft dit goed begrepen, het links populisme moet hetzelfde doen.
Ziehier in een notendop de essentie van een politieke theorie die zoveel enthousiasme oproept bij een deel van links vandaag. Onder een modern en radikaal laagje is het zeer oude wijn in nieuwe zakken. Het uitgangspunt is verkeerd: het financieel kapitaal en het kapitaal in het algemeen worden als twee gescheiden entiteiten bekeken, terwijl beide onlosmakelijk met elkaar verstrengeld zijn.
Voor Mouffe en haar adepten is de vijand niet het kapitalisme dat arbeid uitbuit en het milieu vernietigt, maar het geglobaliseerde financieel kapitaal dat de «soevereiniteit van het volk» van haar inhoud ontdoet. Het strategisch perspectief dat daaruit voortvloeit is dat van een «opstand van de burgers», om wat te herstellen? De «democratie» en de « souvereiniteit» van voor de neoliberale draai, met haar «evenwicht» tussen links en rechts – binnen het kader van de natie.
Mouffe is expliciet: verwijzend naar Syriza en Podemos is ze van oordeel dat het populisme de instellingen moet binnendringen om ze te transformeren. Dat zijn voor haar de conclusies die moeten getrokken worden uit de analyse van Gramsci over de verovering van de hegemonie. Arme Gramsci! Hij draait zich om in zijn graf. Wat Mouffe voorstelt is immers net wat de sociaaldemocratie pretendeerde te doen… en wat haar heeft omgevormd tot sociaalliberalisme.
Alle citaten komen uit het débat Chantal Mouffe/Jean-Luc Melenchon.
Dit stuk verscheen eerder op Rood.