Internationale vakbondssolidariteit meer dan ooit nodig
Op naar een nieuwe vakbeweging… De vrouwen vormen een rij voor de poort van een industriegebied aan de rand van Istanbul, arm in arm. Ze zijn jong en oud, in moderne en traditionele kledij en voor dit moment verenigd. Een mobiele geluidsinstallatie op accu’s begint een volksliedje te spelen. Verzet is mooi! schreeuwt een jonge vrouw aan het begin van de rij en de dans begint – naar voren en naar achteren, rond in een cirkel. Ze zijn lid geworden van een vakbond en daarom ontslagen bij de Yves Rocher fabriek Flormar (cosmetica).
(Door Walton Pantland (*1), vertaling Jan Taat/Solidariteit.nl)
Sindsdien dansen ze elke dag, bijna driehonderd dagen nu, in weer en wind, zon en sneeuw en ‘streamen’ direct in Facebook en verspreiden via Twitter en Instagram. Eén, door een netwerk van wereldwijde solidariteit wordt hun stem gehoord in de lokale gemeenschappen, het Turkse parlement, de hoofdkantoren van het bedrijf, de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en de grote winkels in Frankrijk, Duitsland, Zwitserland en de Verenigde staten. Ondersteund door Franse bonden hebben ze hun picketline uitgebreid tot het hoofdkwartier van Yves Rocher in Parijs.
Wereldwijde sociale media
Dit is een nieuwe fase van arbeiderssolidariteit, mogelijk gemaakt door de globale infrastructuur en sociale media. Vakbonden en consumentengroepen zijn wereldwijd verenigd tegen een plunderende multinational. De picket line is in je mobiele telefoon, tablet of laptop en je kan interactief reageren.
Tegen deze vasthoudende vorm van zichtbaar verzet moet het bedrijf toegeven. Van alle uiteinden van de wereld stroomde geld toe om de staking te steunen en de acties dreigden het imago van het merk te beschadigen. Het is een emotioneel ogenblik als de stakende arbeidsters de overeenkomst ondertekenen en akkoord gaan met een pakket van afspraken, waaronder zestien maanden salaris.
De gemarginaliseerden zonder invloed hebben hun collectieve kracht ontdekt en met succes verzet tegen een aanval van een reusachtig bedrijf. De vakbond vindt zichzelf opnieuw uit en begint met organizing. Dit is een gewone dag aan het front van de globale strijd tussen kapitaal en arbeid. Er zijn veel soortgelijke verhalen: gewone mensen die zich gezamenlijk en solidair verzetten en daarin hun kracht ontdekken. Een overwinning als deze geeft ons hoop en leert ons succesvolle campagnes te voeren.
Verenigd kunnen we winnen – Flormar fabriek in Gebze, Turkije. Foto IndustriALL.
Helaas zijn er meer verhalen die geen goede afloop hebben. Verhalen waar ondernemingen straffeloos rechten vertrappen, vakbondsleden ontslaan en gezondheids- en veiligheidsregels ontduiken ten koste van de arbeiders. Fabrieken die sluiten vanwege de snelle winst van de speculanten. Zoals de drieduizend arbeiders in de Grasbergmijn in Indonesië die hun werk verloren, toen ze de inzet werden in een politiek spel tussen het bedrijf en de overheid. Een internationale campagne was onvoldoende om de situatie te verbeteren. En zo zijn er massa’s andere, waarvan we nooit zullen horen omdat geen vakbond hun een stem gaf.
Samenhang ontwricht
Zelfs als we aan het langste eind trekken, zijn dat meestal defensieve overwinningen. Soms verzetten we ons met succes tegen de afbraak van rechten of arbeidsomstandigheden, maar we halen weinig verbeteringen binnen. Arbeid is in de verdediging. Banen worden onzeker. Goede pensioenen schaars. De ongelijkheid neemt toe. Elk jaar verovert een kleine groep superrijken een groter aandeel van de welvaart, terwijl wat rest voor de massa’s afneemt. De machtsbalans tussen arbeid en kapitaal slaat door naar de kant van het kapitaal. De crisis waar ee de arbeid wordt geconfronteerd, is onderdeel van een grotere politieke crisis. Het middenveld is geïmplodeerd en de wereld is aan het polariseren. In plaats van samen te werken aan gemeenschappelijke welvaart, zijn we aan het wedijveren in een spel zonder winnaars. Instellingen die een globale eensgezindheid probeerden te vormen – van de Verenigde Naties en de ILO tot aan de Europese Unie en globale vakbonden – worden ondermijnd.
Foto van stakende fabrieksarbeiders Staking bij Mayr-Melnhof september 2018, Izmir, Turkije. Foto IndustriALL.
Toen de Sovjet-Unie in 1991 viel, was de wereld voor het eerst verenigd in één economisch systeem. De staat reguleerde of controleerde de economie niet meer. De markt won de discussie en heerste op alle fronten. Voor velen was dit een tijd van hooggespannen verwachtingen, een geloof in gezamenlijke welvaart zonder conflicten, het Einde van de Geschiedenis. Totdat de geschiedenis wraak nam met de globale financiële crisis en haar plaats weer innam.
In 2008 stortte met de economie alle oude zekerheden in. Banken werden gered en investeerders beschermd ten koste van de werkenden. De arbeiders hebben nu tien jaar bezuinigingen te verduren die de samenhang in de maatschappij heeft ontwricht. Een nieuwe vorm van ontregeld, parasitair kapitalisme verdient geld met chaos in plaats van productie van goederen.
Ondermijning democratie
Door het globale economische systeem te redden, is de toekomst in gevaar gebracht. Terwijl de ontwikkelingslanden in een halsbrekend tempo worden opgenomen in de globale economie, denkt de bevolking van het geïndustrialiseerde westen voor het eerst dat hun kinderen slechter af zullen zijn dan zijzelf. De boog van de ontwikkeling is afgelopen en de globale orde valt uiteen. Het politieke midden verliest de controle; ondernemingen en rechts-extremistische populisten vullen het machtsvacuüm.
We leven in een perfecte storm van verschillende crises die verbonden zijn en elkaar versterken. Klimaatverandering, het verval van democratie, bloederige lokale oorlogen waar gootmachten met hun marionetten hun machtsspel spelen, vluchtelingen, fake nieuws, samenzweringstheorieën, banen die degraderen tot snabbels voordat ze door automatisering volledig verdwijnen.
We hebben twaalf jaar om de kooldioxide uitstoot drastisch te verminderen, als we de kwaliteit van het leven op de aarde willen beschermen. Plastic afval vult de zee, komt in onze voedselketen en klimaatverandering eist haar tol: overstromingen, hittegolven en andere extreme weersomstandigheden kosten levens en miljarden schade. Klimaatactivisten worden gearresteerd omdat ze steden blokkeren, maar de politieke inzet is onvoldoende en de machtigste man op aarde ontkent klimaatwetenschap.
Vakbondsverkiezingen in Akar Tekstil september 2018, Izmir, Turkije. Foto IndustriALL.
Democratie wordt ondermijnd, samenlevingen polariseren en de fascisten marcheren weer. Terwijl de natiestaat zijn macht verliest, groeit de roep tot nationalisme. Leidende multinationale bedrijven hebben grotere jaarlijkse budgetten dan veel landen. Nationale overheden kunnen het gedrag van multinationals steeds minder beïnvloeden. Wat rest is de race naar beneden met andere landen om de laagste lonen, de voordeligste belasting en de beste infrastructuur aan te bieden.
Conflicten woeden overal, aangewakkerd door stijgende defensiebudgetten. De bewapeningsindustrie vaart er wel bij. De democratie zucht onder het populisme dat zich via sociale media verspreidt. De waarheid heeft plaats gemaakt voor samenzweringstheorieën. Arbeidsrecht verdwijnt door precaire banen.
Rechts voert het woord
De nieuwe vorm van media betekent dat we blootgesteld worden aan meer nieuws dan ooit. Dat nieuws is ongecontroleerd, direct en het is alsof we er middenin zitten, terwijl de gebeurtenissen plaatsvinden. Dat geeft een overweldigend en machteloos gevoel. Een evenwichtige beoordeling van de wereld is onmogelijk, we zitten in een constante crisis. In plaats van ondernemingen en het globale economische systeem, waar groei belangrijker is dan mensen, geven rechtse populisten immigranten en buitenlanders de schuld van problemen. De arbeidersklasse is vervreemd van de afstandelijke elite, maar het is rechts die voor haar het woord voert. Rechtse populistische regeringen – in de Verenigde Staten, het Verenigd Koninkrijk, Israël, Brazilië, Hongarije, Turkije, India en elders – geven globale samenwerking op en zoeken binnenlandse oplossingen. ‘Maak Amerika weer groot’. We heroveren ons land; Brazilië boven alles; God boven iedereen. Globalisering verminderde de plaatselijke identiteit en die komt nu terug in de meest reactionaire vorm.
Algerije demonstratie in Genève juni 2018. Foto IndustriALL.
De arbeidersbeweging heeft nog geen antwoord op de nieuwe ontwikkelingen van de arbeidsverhoudingen. Toen de eerste vakbonden werden opgericht, werden de leden geworven aan de poort van de fabriek. Maar de productieketens zijn verlengd, het werk is uitbesteed en precair, en de bonden vertegenwoordigen de steeds kleinere groep van vaste medewerkers. Kapitalisme is globaal, maar onze antwoorden nog steeds nationaal. Arbeiders worden tegen elkaar uitgespeeld. De meningen van het management en nationale politici krijgen meer aandacht dan gerapporteerde misstanden door vakbonden in andere landen. Zelfs al is de diagnose ingewikkeld, de behandeling is simpel: we moeten het mensenrecht op waardig werk opnieuw afdwingen. We hebben nieuwe, internationale vormen van vakbondsorganisatie nodig. Een globale vakbeweging is alles wat we hebben, de enige tegenhanger van het globale kapitaal.
Machteloos door wanhoop
Wat is er toch gebeurd met een andere wereld is mogelijk? De nadruk op de crises betekent niet dat mensen geen goed nieuws horen; de kleine onopvallende manieren waarop we de wereld beter maken. Elke keer als we een global framework agreement (GFA, wereldwijde overeenkomst tussen vakbonden en multinational) tekenen, hebben we de belofte van een bedrijf gewonnen om op internationale schaal betere arbeidsverhoudingen te ontwikkelen.
We zijn overal. Vakbonden zijn de grootste democratische organisaties in de wereld. Onze leden delven mineralen en ijzererts, produceren staal, maken onderdelen en zetten auto’s, schepen, mobiele telefoons en wasmachines in elkaar. Vervolgens slopen en recyclen ze de producten na gebruik. Van het begin tot het einde van de productieketen bouwen en onderhouden vakbondsleden de wereld.
IndustriALL heeft 55 miljoen leden en andere globale vakverenigingen hebben er miljoenen meer. De ITUC (International Trade Union Confederation) vertegenwoordigt 207 miljoen werknemers. Welke andere globale organisaties hebben zo’n reikwijdte en doen zoveel met zo weinig? In tegenstelling tot Non Governmental Organizations (ngo’s) en consumentengroepen hebben vakbonden een mandaat en een democratische status. Vergeleken met organisaties voor goede doelen en belangengroepen die problemen van buitenaf proberen op te lossen, organiseren vakbonden mensen om gezamenlijk hun eigen problemen aan te pakken. En anders dan politieke partijen organiseren vakbonden arbeiders onafhankelijk van politieke standpunten, geslacht, ras, geloof of nationaliteit. Wie je ook bent, wat je identiteit is, als je werkt voor je levensonderhoud ben je verenigd door een gezamenlijk economisch belang. Dat leidt tot standpunten die gebaseerd zijn op praktijkervaring en minder op ideologie: vakbonden geven ons de kans op een massale, democratische invloed in de economie.
Flormar fabriek in Gebze, Turkije. Foto IndustriALL.
Terwijl de globale instabiliteit groeit, voelen veel mensen zich machteloos. Vakbonden kunnen hoop geven en een realistische weg naar een betere toekomst. Allianties met sociale bewegingen en consumentengroepen moeten worden ontwikkeld en onderwerpen aansnijden waar mensen om geven.
Het imago van de vakbeweging die een beperkt aantal belangen verdedigt, moet veranderen. We moeten aanwezig zijn in de klimaatbeweging, in de feministische beweging en op alle plekken waar mensen samenkomen voor een betere wereld. We moeten laten zien dat we deel uit maken van de toekomst, niet van het verleden. Maar we zijn niet sterker dan onze eensgezindheid. We kunnen de multinationals niet verslaan met nationale strategieën en kunnen voor onze bescherming niet op nationale regeringen vertrouwen. Het enige wat we hebben is elkaar. En we kunnen tegen de multinationals opboksen als we hun arbeiders over de gehele wereld organiseren, vooral als we dat ook langs de lijn van de productieketen doen.
De gehele productieketen
Het verspreide, globale kapitalisme kent een groot en complex netwerk van productieketens, waarmee de productie is uitbesteed. Onderdelen worden overal ter wereld geproduceerd met Just In Time bevoorrading en getransporteerd naar de assemblage. Hoe dichter je aan het begin van de keten bent, des te slechter de arbeidsvoorwaarden en de organisatiegraad. Geavanceerd gereedschap wordt in Europa door goed betaalde arbeiders in elkaar gezet en die sterk zijn vertegenwoordigd door de vakbond. De onderdelen zijn gemaakt van grondstoffen die onder erbarmelijke omstandigheden gewonnen zijn door rechteloze arbeiders en geproduceerd in lagelonenlanden met repressieve regimes door precaire arbeiders.
Het kapitaal zoekt altijd lagelonenlanden met slechte arbeidsomstandigheden, omdat de productie daar goedkoper is en de winsten hoger. Het is in het belang van de vakbonden in de ontwikkelde landen om zich daarover druk te maken. Sterke vakbonden in ontwikkelingslanden maken het moeilijker voor ondernemingen de arbeidsvoorwaarden te ondergraven door zich te verplaatsen. Alleen organiseren aan het eind van de productieketen is geen solidariteit. We moeten iedereen vertegenwoordigen.
Solidariteitsmodel
De ontwikkeling van vakbonden is cyclisch. De landen die het eerst de industriële revolutie hebben ervaren, ontwikkelden de eerste vakbonden en vochten voor arbeidsvoorwaarden die we nu normaal vinden. Arbeidsvoorwaarden werden opgenomen in de nationale wetgeving, in ILO conventies en andere globale regelgeving. Hoewel ze nu onder druk staan, hebben de overwinningen van de vakbonden in het verleden gezorgd voor relatief goede arbeidsomstandigheden in de ontwikkelde landen.
De productie is ondertussen verplaatst naar ontwikkelingslanden. Veel van die landen zijn voor het eerst geïndustrialiseerd en de arbeidskrachten zijn geput uit kleine boeren. Die worden op dezelfde manier uitgebuit als in het westen gedurende de industriële revolutie. Ook hier ontstaan voor het eerst vakbonden om de arbeiders te verenigen in de strijd voor betere arbeidsvoorwaarden. Maar zij hoeven zich niet vanuit het niets te ontwikkelen en kunnen voortbouwen op bestaande ervaring. Bonden in de ontwikkelde landen hebben de middelen en ervaring en kunnen die doorgeven aan de ontwikkeling van vakbonden elders in een belangrijke investering Tegelijkertijd moeten de vakbonden in de ontwikkelingslanden duurzame organisatievormen opbouwen. Om echt onafhankelijk te worden, moeten ze hun inkomsten verwerven uit bijdragen van hun eigen leden.
ILO honderd jaar
Vakbonden hebben altijd het belang van internationalisme begrepen. De voorganger van IndustriALL, de Internationale Metaalbond, werd in 1893 opgericht. Na de zinloze en destructieve verschrikkingen van een door oorlog en wedijver verscheurde wereld werden internationale instituten zoals de Verenigde Naties, de ILO en ngo’s als Rode Kuis en duizenden andere opgericht om voor vrede en overleg te zorgen. Maar we worden aangevallen. Er is een globale stroming tegen positieve industriële relaties. Sinds 2012 proberen de werkgeversgroepen in de ILO het stakingsrecht te ondermijnen. Wereldwijd, elke dag opnieuw, zijn de werkgevers bezig bij stukje en beetje de verworvenheden van een eeuw arbeidersstrijd te kappen. Arbeiders – vooral jonge en vrouwelijke – incasseren de klappen.
We hebben grote, democratische instituten nodig om de macht van de multinationale ondernemingen in te dammen. Die instituten zetten het arbeidersactivisme om in gestructureerde macht. Het grootste gedeelte van de twintigste eeuw hebben we op de nationale overheden vertrouwd om door wetgeving de arbeidsverhoudingen te regelen en de rechten en plichten van arbeiders vast te leggen. De wet was het belangrijkste wapen in het vakbondsarsenaal. In de 21ste eeuw hebben we wereldwijde wetgeving en handhaving nodig. Omdat het kapitaal globaal is en landen met elkaar wedijveren, kan alleen globale arbeidsregelgeving garanderen dat arbeiders overal waardig kunnen werken.
De meest effectieve methode om dit te realiseren is via de ILO. De ILO staat voor jaren expertise en ‘best practice’. Als een land een ILO conventie ratificeert, neemt dat land internationale regelgeving in de nationale wetgeving op. Daarom is strijd voor ratificatie een belangrijk onderdeel van een globale vakbondsstrategie.
De ILO viert dit jaar haar honderdste verjaardag. Wat we nodig hebben, is een ILO voor de 21ste eeuw, met universele arbeidsgaranties die alle werkende mensen voorziet van basisrechten volgens de fundamentele principes van de ILO: geen kinderarbeid en dwangarbeid; vrijheid van organisatie en collectieve onderhandelingen; het recht op voldoende salaris voor levensonderhoud; gezondheid en veiligheid op het werk en controle op de werktijden.
Globale verbinding
Maar ILO conventies zijn niet genoeg. Globale bedrijven zijn vaak machtiger dan nationale regeringen en lokale arbeidswetgeving is een inadequaat middel. Net zoals nationale collectieve arbeidsovereenkomsten arbeiders een onderhandelbare bescherming bieden, zo hebben ze globaal bindende wettelijke arbeidsovereenkomsten nodig. De eerder genoemde GFA’s bevatten de kern van dit idee, omdat ze de inzet vastleggen om tot globale industriële arbeidsvoorwaarden te komen. Maar GFA’s zijn niet wettelijk bindend en in de volgende fase moeten ze dat wel worden. Het eerste voorbeeld van een effectief en globaal bindende overeenkomst is het Bangladesh Accord, dat wettelijk bindende afspraken bevat om de veiligheid in fabrieken te verbeteren. Twee internationale merken zijn in 2016 voor arbitrage gedaagd, omdat ze tekortschieten, wat een precedent schept.
Dit is de toekomst van de internationale industriële relaties waarvoor we moeten vechten. IndustriALL pioniert om mechanismen te ontwikkelen waarmee we kunnen onderhandelen en globale afspraken kunnen handhaven. Maar meer is nodig: de praktijk van wereldwijde afspraken, arbitrage en jurisprudentie dient te worden opgebouwd.
Indien wij niet, wie dan wel?
Een globale crisis heeft het collectieve antwoord nodig dat concurrerende regeringen en bedrijven niet kunnen geven. Ondank de warme woorden in Davos en andere globale vergaderingen, kunnen leiders met tegengestelde belangen niet werkelijk samenwerken. Om de implosie van het midden te voorkomen, hebben we een internationaal netwerk nodig van samenhangende, intersectorale arbeidersstrijd.
De ironie wil dat het kapitalisme sterke vakbonden en instituten nodig heeft om stabiliteit te creëren met hogere lonen en betere arbeidsomstandigheden. Op die manier kan de koopkracht gegarandeerd worden, waardoor de arbeiders de economie draaiende houden. Belasting circuleert het kapitaaloverschot, zodat het productief blijft en niet ergens wordt opgepot. Overheidsinstellingen ontwikkelen fysische infrastructuur, lange termijn economische planning en ondersteuning van nieuwe of veranderende industrietakken die nodig zijn in een veranderende wereld van werk. Het internet is bijvoorbeeld met publiek geld en onderzoek ontwikkeld. En een eerlijke overgang naar een kooldioxide neutrale toekomst met waardig werk voor iedereen, zal niet door de private sector worden gerealiseerd.
De toekomst is gebouwd op globale consensus. Als vakbonden zijn we één van de meest representatieve organisaties in de wereld. En globale vakbonden, zoals IndustriALL, verbinden arbeiders van de werkvloer langs de productieketens tot aan de machtige bedrijven en instituten om onze wereld vorm te geven. Om een oud gezegde de parafraseren:
Als wij het niet zijn, wie dan?
En niet op deze manier, hoe wel?
En niet nu, wanneer?
————
(*1) Walton Pantland, IndustrALL. Oorspronkelijke titel: Why we need international union solidarity now more than ever, 20 mei 2019. Vertaling Jan Taat.