Kritiek op de huurplutocratisering
Ongeregelde marktwerking is ongunstig voor wonen en huizen. Het drijft huizenprijzen op en werkt inefficiëntie in de hand. Dat is een van de conclusies van Kritiek op de huurplutocratisering, een recent e-boek over het huur- en woningmarktbeleid van minister van volkshuisvesting Dekker.
Een vrije markt van wonen en huizen bestaat niet, er zijn diverse marktbeperkingen. Daarbij zijn er diverse vormen van schaarste, te hoge kosten en winsten, hoge hypotheken en het effect van de hoogconjunctuur van de tweede helft van de jaren ’90 tot in 2000. Bouwfouten kosten jaarlijks minstens 5 miljard euro, bouwbedrijven vormden kartels, grond is te duur en object van speculatie, woningcorporaties hebben hoge bedrijfskosten, kopers van koophuizen en hypotheekverstrekkers handelen soms irrationeel. Door het samenspel van deze factoren – dus niet alleen door “schaarste”, zoals men wel zegt – zijn verkoopprijzen de afgelopen 15 jaar ontploft. De geldstromen op de markt van wonen en huizen, teweeggebracht of toegelaten door deze factoren, dienen onderzocht te worden. Wie betaalt, en bij wie is al dat geld terechtgekomen?
Marktbeperkingen betekenen dat er geen vrije markt is. Sommige marktbeperkingen zijn inherent aan wonen. We moeten wonen, we zijn niet vrij om te zeggen: wonen is te duur, we zien ervan af. Er is dus geen vrije uittreding uit de markt, een wezenlijke schakel in het vrije marktmechanisme. Verhuismobiliteit is beperkt: bij veel producten kunnen we in een handomdraai van aanbod en aanbieder veranderen, met onze huizen kan dat niet en willen we dat niet. Andere marktbeperkingen zijn structureel in Nederland aanwezig, zoals weinig of geen onbenutte grond (wat iets anders is dan onbebouwde grond). Daarbij komen incidentele marktbeperkingen zoals bouwkartels.
Door deze marktbeperkingen vestigen we geen vrije markt door overheidsregels en -arrangementen af te schaffen. Ongeregelde marktwerking betekent dat bovengenoemde factoren de vrije loop krijgen en werkt averechts. Er is wel ruimte voor marktwerking, maar binnen grenzen van regels. Deregulering van de huurmarkt, zoals in Dekkers plannen, is daarom schadelijk en ongewenst, aldus Kritiek op de huurplutocratisering.
Marktwerking leidt onder de huidige omstandigheden ook tot een ongunstige prijskwaliteitverhouding, in tegenstelling tot wat Dekker beweert. Een goede prijskwaliteitverhouding is er als prijzen net boven productief efficiënte kosten liggen, zoals de evenwichtsprijs op een vrije markt. Maar kosten zijn te hoog, prijzen zijn nog hoger en winstmarges zijn vaak ruim. Een overeenkomstige prijskwaliteitverhouding is ongunstig.
“Scheefwonen” is niet het probleem dat Dekker ervan maakt. Het enige dat het fabeltje van scheefwonen doet is de aandacht afleiden van wat werkelijk nodig is, huizen bouwen. Woningcorporaties moeten huizen bouwen, anders verliezen ze hun bestaansrecht. Maar dan moeten ze wel grond en bouwvergunningen hebben. Nieuwbouw levert minder op als we aan de andere kan net zoveel huizen slopen.
Kritiek op de huurplutocratisering brengt tal van verschijnselen op de markt van wonen en huizen, die gewoonlijk los van elkaar bezien worden, met elkaar in verband. Het essay is goeddeels gebaseerd op de theorie van de vrije markteconomie en liberalisme. Die theorieën leiden tot andere uitkomsten dan neoliberale conventionele wijsheid meent. De auteur hanteert ze juist als wapen tegen de neoliberale marktideologie en de kapitalistische geldheerschappij.
In Democratie in actie! roept het essay op tot diverse acties, waaronder de actie verdiende loon! tegen de “marktconforme”, excessieve salarissen van bestuurders van woningcorporaties.
Kritiek op de huurplutocratisering – bouwen, wonen en huren op een ongeregelde markt
Kijk verder op de website
(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Anoniem.)