Links en de oorlog
Met de oorlog in Oekraïne heeft de linkerzijde in Duitsland en in heel Europa het erg moeilijk om tot een voorstel voor een onafhankelijk vredesbeleid te komen. Een dergelijk beleid heeft een eigen taal nodig, en die is er niet. Ferdinand Lasalle vatte het kort en bondig samen: ‘Elke belangrijke politieke actie bestaat uit en begint met de formulering van wat is. Pietluttig beleid bestaat uit rond de pot draaien’. Het is tijd voor de linkerzijde om niet langer rond die pot te draaien.
Met de oorlog in Oekraïne heeft de linkerzijde in Duitsland en in heel Europa het erg moeilijk om tot een voorstel voor een onafhankelijk vredesbeleid te komen. Een dergelijk beleid heeft een eigen taal nodig, en die is er niet. Ferdinand Lasalle vatte het kort en bondig samen: ‘Elke belangrijke politieke actie bestaat uit en begint met de formulering van wat is. Pietluttig beleid bestaat uit rond de pot draaien’. Het is tijd voor de linkerzijde om niet langer rond die pot te draaien.
In zijn beleidsverklaring van 27 februari 2022 gaf Olaf Scholz de volgende interpretatie aan de oorlog: ‘Met de invasie van Oekraïne is de Russische President Poetin koudweg met een agressie-oorlog begonnen, met slechts één enkele reden : de vrijheid van Oekraïne brengt zijn onderdrukkend regime in gevaar’. Dat werd de leidraad voor het Duitse en het EU-beleid en leidde tot de mislukking van de onderhandelingen in het voorjaar van 2022 en tot de escalerende wapenleveringen aan Oekraïne. De kansen voor een snel vredesakkoord werden afgewimpeld en het rampzalige pad van een langdurige oorlog werd ingeslagen.
De Russische agressie-oorlog werd een oorlog bij volmacht
Al wie aan de linkerzijde, zoals Olaf Scholz, de oorlog interpreteert aan de hand van wie hem is begonnen, sluit aan bij het dominante verhaal van vandaag. Wie denkt nog aan de kritiek van Rosa Luxemburg op de stelling van Jean Jaurès? ‘Elke oorlog die niet uitdrukkelijk defensief is, is misdadig’. ‘Hier is opnieuw, op basis van de algehele politieke oriëntatie, dat schandelijke onderscheid tussen defensieve en agressieve oorlogen. Het speelde een belangrijke rol in het buitenlands beleid van de socialistische partijen, maar moet het na de ervaringen van de afgelopen decennia niet gewoon afgeschreven worden? Want wat is een defensieve oorlog? En wie kan met zekerheid beweren dat een oorlog al dan niet defensief is?’ De oorlog die Rusland is begonnen is zonder meer een schending van het internationale recht, maar het is nu een oorlog bij volmacht geworden. De oorlog gaat al lang niet meer over het helpen van een land dat werd aangevallen.
De aard van een oorlog wordt niet in eerste instantie bepaald door wie hem is begonnen, maar wel door wiens politieke belangen worden verdedigd. Naarmate de oorlog escaleert, komen die belangen duidelijker aan de oppervlakte. Zo is het nu glashelder dat de oorlog in Oekraïne een oorlog tussen twee imperia is geworden – het Westen onder leiding van de V.S. enerzijds en Rusland anderzijds. Het is een inter-imperialistische oorlog op Oekraïens grondgebied, een slagveld voor de soldaten van de twee kampen.
Als je kijkt naar de historische achtergrond wordt de aard van deze oorlog erg duidelijk. In het dominante discours wordt er angstvallig over gezwegen, alhoewel het een waarheid als een koe is. Na de val van de Sovjet-Unie wilde de V.S. een nieuw ‘Amerikaans’ tijdperk van unilaterale hegemonie. Het is dat beleid dat er verantwoordelijk voor is dat na de instorting van de Sovjet- Unie en het opheffen van het Warschau Pakt er geen nieuwe veiligheidsorde in Europa tot stand kwam. Er werd enkel lippendienst bewezen aan het Handvest van Parijs van 1990. De beloften werden niet ingelost en de NAVO begon met een uitbreiding naar het Oosten. In 2008 werd besloten een opening te maken voor de toetreding van Oekraïne en Georgië. Volgens de Russische leiders zou het lidmaatschap van Oekraïne in de NAVO een rode lijn overschrijden, maar daar werd in het geheel geen rekening mee gehouden. Hiermee wordt de invasie van Oekraïne door Rusland niet verantwoord maar wel begrijpelijk gemaakt. Het is een deel van een inter-imperialistische confrontatie waarbij Rusland aan de defensieve kant staat, economisch, politiek en ideologisch en waar het sinds 2008 een militair antwoord op geeft.
Een oorlog met een lange geschiedenis
De militaire aanval op Oekraïne is begonnen op 24 februari 2022, maar de oorlog zelf begon veel eerder, in februari 2014. Toen werd door de V.S. en de E.U. gepoogd om Oekraïne eenzijdig de keuze voor de E.U. en de NAVO te laten maken. Het zou dan niet langer de schakel tussen Oost en West zijn. Het leidde tot een burgeroorlog, de annexatie van de Krim door Rusland en steun voor de zogenaamde Volksrepublieken van Donetsk en Lugansk. Het Westen van zijn kant pleitte voor Oekraïne’s toetreding tot de NAVO en de E.U. en voor de herbewapening van het land.
De oorlog in Oekraïne is al sinds 2014 een inter-imperialistisch conflict. Voor Rusland gaat het om de verdediging van een geopolitieke positie. Voor de V.S. en de E.U. daarentegen is het net omgekeerd en gaat het om een permanente verzwakking van Rusland. Ideologisch wordt dit uitgedrukt door het concept van een ‘op regels gebaseerde internationale orde’, wat niets meer is dan een streven naar een mondiale transatlantische overheersing onder nieuwe omstandigheden.
Aan de andere kant zijn er China, Indië en andere landen van het mondiale Zuiden die met hun groei een nieuwe realiteit tot stand brengen. Na een korte détente, die tegelijk een periode van unilaterale V.S. dominantie was, barst een agressieve strijd los voor de hegemonie. Het staat in verband met de scherpere interne en externe contradicties van de ongelijke kapitalistische ontwikkeling.
Aanvankelijk aarzelden de E.U. en de Duitse regering. Nu staan ze ronduit aan de kant van de V.S. overheersing en de bevoorrechte positie van bondgenoot. Dit gaat niet alleen meer over Rusland, maar ook over China. De besluiten van de NAVO-top in Brussel, in Madrid en onlangs in Vilnius zijn duidelijk: China is de grootste structurele concurrent omdat het Chinese succes onverenigbaar is met de V.S. dominantie. Daarom moet de NAVO actief worden in de Stille Oceaan. Het verhaal over de strategische autonomie moet verhullen dat de schuchtere pogingen in die richting al in het voorjaar van 2022 zijn opgegeven.
Volgens Rosa Luxemburg moet elke oorlog worden bekeken vanuit het perspectief van de klassenstrijd. In wiens belang is dit? De werkende klasse is slachtoffer. Mensen worden gedood op het slagveld, hun levensomstandigheden gaan zienderogen achteruit. Het zijn niet de oligarchen die de prijs betalen, maar de bevolking van Oekraïne, Rusland en nog veel verder. De oorlog is een oorlog bij volmacht geworden tussen twee imperia op het grondgebied van Oekraïne. En eens te meer komt uit wat Rosa Luxemburg al zei bij het begin van de Eerste Wereldoorlog: ‘de dividenden stijgen en de proletariërs vallen’.
Leg de wapens neer, nu!
Van zodra men begrijpt dat deze oorlog in eerste instantie een inter-imperialistische oorlog is, wordt het vanuit een links perspectief glashelder wat de eerste stappen naar vrede moeten zijn. De levering van meer en meer zware wapens vormt een bedreiging en kan tot een verdere onbeheersbare escalatie leiden. De linkerzijde kan daarom enkel zeggen: leg de wapens onmiddellijk neer. De eerste stap moet een onmiddellijk staakt-het-vuren zijn, zonder voorwaarden. Dit moet door de V.N. en enkele neutrale Staten gecontroleerd worden. In tweede instantie moeten onderhandelingen beginnen om de belangen tussen de oorlogvoerende partijen in evenwicht te brengen, op basis van de bestaande akkoorden, zoals dat over de graanleveringen. Diplomatieke initiatieven, zoals dat van de Afrikaanse Staten en eerder die van Brazilië en van China, moeten een kans krijgen.
Het is niet realistisch te denken dat dit kan leiden tot een situatie zoals die van vóór de oorlog. Er is daarom ten derde een ernstige inspanning nodig om tot een gemeenschappelijk veiligheidssysteem te komen, met inbegrip van Rusland. Dat zal tijd vergen. We zullen een zekere tijd moeten leven met een ‘bevroren conflict’. Het bestand zal nog geen echte vrede zijn maar zoals we weten van andere regio’s in de wereld is die situatie beter dan oorlog.
De E.U. ondergeschikt aan het beleid van Washington
Vrede is veel meer dan het verbod op het gebruik van geweld in internationale relaties en het respect voor de soevereiniteit van Staten. Wat vooral nodig is, is een gemeenschappelijk veiligheidsbeleid. Dit is het omgekeerde van een imperialistisch beleid dat vroeg of laat tot imperialistische oorlogen leidt. Daarom moet de linkerzijde absoluut afstand nemen van elk beleid dat de veiligheid van de E.U. en Duitsland ondergeschikt maakt aan de imperialistische eisen van de V.S. De linkerzijde was altijd al tegen de expansieve en agressieve NAVO. Daar wordt nu twijfel over uitgesproken, vooral bij delen van de linkerzijde in Scandinavië waar men de NAVO als een defensieve alliantie wil zien. Poetins beleid was in dat opzicht contra-productief. De NAVO is geen alliantie voor de verdediging van de democratie in Europa maar dient de hegemonische belangen van de V.S. Het onvermogen van de E.U. om een onafhankelijk veiligheidsbeleid uit te tekenen is de reden waarom het ondergeschikt blijft aan de NAVO, onder de leiding van de V.S. Al sinds 1948 wil de NAVO de controle over West- en Midden-Europa veilig stellen en nog verder uitbreiden naar het Oosten. Frankrijk, Duitsland en de hele E.U. mogen vooral geen autonoom beleid voeren en Rusland moet buiten Europa blijven. Maar de landen van de E.U. moeten wel zelf zorgen voor hun veiligheid, hun democratie en hun verzorgingsstaten. Wie kijkt naar de oorlogen in de geopolitieke omgeving van de E.U. ziet het glashelder: de V.S. zijn sinds 1991 de drijvende kracht geweest van alle oorlogen aan de grenzen van de E.U.
Daarom moet de linkerzijde kritisch blijven voor de NAVO. Alle pogingen om Duitsland ook een militaire rol te laten spelen langs de Chinese kust moeten absoluut worden verworpen.
De linkerzijde moet zich afzetten tegen een Koude Oorlog confrontatie met China, de verdeling van de wereld in twee blokken, een technologische en economische oorlog zowel als tegen een nieuwe herbewapening. Het grootste conflict van vandaag de dag is niet tussen ‘democratieën’ en ‘autocratieën’ en ook niet tussen ‘een orde op basis van regels en waarden’ en ‘revisionistische machten’, maar tussen de inspanningen van de V.S. om een imperialistisch overwicht te behouden, samen met de bondgenoten, en een andere poging van andere Staten om te komen tot een multipolaire niet-imperialistische wereldorde met een gemeenschappelijke veiligheid. Alleen op die manier kunnen imperialistische oorlogen vermeden worden. En zo kan de vrede gewaarborgd blijven.
Als de linkerzijde faalt
Tot nog toe is de Europese linkerzijde er niet in geslaagd een alternatief gemeenschappelijk veiligheidsconcept voor Europa uit te werken. De vraag naar een strategische autonomie moet door de linkerzijde worden gesteund. De eerste Conferentie voor Veiligheid en Samenwerking in Europa (OVSE) vond vijftig jaar geleden plaats. De doelstelling was en blijft het vreedzaam oplossen van conflicten en samenwerking op economisch, wetenschappelijk gebied en voor het leefmilieu. Dat moet opnieuw worden opgenomen. De linkerzijde moet het initiatief nemen voor een breed debat in Europa over collectieve veiligheid, ook met de grensregio’s. De Europese verkiezingscampagne is hiervoor een uitgelezen kans. Er moet daarbij rekening gehouden worden met de legitieme veiligheidsbehoeften van de E.U.-Staten, de buurlanden in het Oosten, het Zuid-oosten en het Zuiden van de E.U. in Noord-Afrika, het Midden-Oosten, Centraal-Azië en de Kaukasus. Europa moet uiteindelijk zichzelf bevrijden van het zelfopgelegd gebrek aan volwassenheid t.a.v. de V.S. De linkerzijde moet zelf een bijdrage leveren tot een vredesbeleid.
Heinz Bierbaum en Michael Brie, Rosa Luxemburg Stichting
(Vertaling: Francine Mestrum)