Microkrediet helpt armen niet
De rente van Grameen Bank is nauwelijks lager dan die van woekeraars.
De Nobelprijswinnaar voor de Vrede verlicht met zijn systeem van het microkrediet het lot van de armen bepaald niet. Het omgekeerde is het geval: Zijn bank is er zelf rijk van geworden, meent Arnob Chakrabarty.
Dit stuk verscheen in NRC Handelsblad 24 oktober 2006.
De Nobelprijs voor de Vrede is dit jaar toegekend aan de Bengaalse econoom Muhammad Yunus en zijn Grameen Bank, die microkredieten verstrekt aan armen, zonder onderpand, waar gewone banken tot nog toe geen interesse in hadden. Een Nobelprijs voor de economie was meer op zijn plaats geweest: Yunus heeft bewezen dat een bank winst kan maken met leningen aan de allerarmsten die niet over onderpand beschikken. Het microkrediet heeft de plaats ingenomen van de woekeraars op het platteland. Het heeft weinig te maken met armoedebestrijding en dus ook niet met vrede.
Destijds leende de jonge Muhammad zevenentwintig dollar aan een paar arme vrouwen, om te zien of ze kredietwaardig waren. Met het geld kochten de vrouwen kippen en maakten winst. Yunus kreeg zijn geld zonder mankeren terug en een paar jaar later was de Grameen Bank geboren. Inmiddels heeft de bank bijna zeven miljard dollar geleend aan ruim zes miljoen klanten, voornamelijk vrouwen.
Yunus wilde de armoede aanpakken, maar hij was gefixeerd op zijn zevenentwintig dollar. Nadat hij zijn inleg had terugontvangen vond hij het niet meer nodig om de vrouwen langer te volgen. Deze eenzijdige benadering is de grootste fout die verstrekkers van microkrediet begaan. Het succes van microfinanciering wordt nog altijd gemeten aan wat van de lening terugkomt en niet aan wat het de kredietontvangers op de lange termijn oplevert.
Het idee was oorspronkelijk dat een klein krediet zou leiden tot ontwikkeling in kleine stappen – met een paar kippen zou geld verdiend worden, om een geit van te kopen en uiteindelijk de scholing van de kinderen te betalen.
De vicieuze cirkel van de armoede zou doorbroken worden. De werkelijkheid is dat Grameen een woekerrente vraagt van 20 procent. De betalingstermijnen zijn kort en de bankmedewerkers maken zich geen zorgen om het doorbreken van de armoede, maar om de winstmarge van de bank. Desnoods worden de golfplatendaken verkocht om aan de termijn te voldoen. Van de 100 vrouwen die lenen van Grameen lukt het er 95 niet om boven de armoedegrens uit te komen, stelde de Wereldbank al in 1998 vast.
Naast het doorbreken van de vicieuze cirkel van de armoede zou microkrediet ook bijdragen aan de emancipatie van vrouwen. Er zijn echter meerdere rapporten die aantonen dat dit slechts moeizaam van de grond komt, waaronder dat van de Britse onderzoeker Naila Kabeer en een recent onderzoek van de Universiteit van Dhaka. Het blijkt dat veel vrouwen door hun man naar voren worden geschoven voor een lening, terwijl hij zelf de touwtjes in handen blijft houden.
Dat kan er toe leiden dat de vrouwen aan de ene kant onder druk staan van hun eigen man en aan de andere kant de druk ervaren van de bankmedewerkers.
Wat ooit begon als middel in armoedebestrijding is al lang big business geworden. Zelfs als het wel een bijdrage zou leveren aan de strijd tegen armoede, dan nog is de aura van nobele liefdadigheid, waarvan de Nobelprijs een uitvloeisel is, onterecht. Grameen Bank boert goed dankzij de armen. De rente die Grameen vraagt is bijvoorbeeld nauwelijks lager dan die van woekeraars op het platteland.
Terecht beschuldigde de directeur van de centrale bank van Bangladesh microfinancieringsbanken onlangs van onrechtvaardigheid. Instellingen voor microkrediet kunnen zelf geld lenen tegen een laag rentetarief (5 procent) van een steunfonds dat microkrediet stimuleert. Vergelijk dat met de bovengenoemde 20 procent. Mahbub Akash, professor economie aan de Universiteit van Dhaka, toonde in een studie aan dat de effectieve rente die de vrouwen uiteindelijk overdragen zelfs boven 30 procent ligt, vanwege de wekelijkse betalingsplicht.
Werknemers bij microfinancieringsbanken verdienen lagere salarissen dan bij andere banken, terwijl de winstmarges hoger liggen. Toch is een lagere rente voor een kleine lening bij deze banken nooit aan de orde geweest. Juist van Grameen Bank, met de armoedebestrijding hoog in het vaandel, zou een lagere rente verwacht mogen worden.
Geen wonder dat Grameen met kleine leningen zoveel geld heeft verdiend dat het nu één van de grotere ondernemingen van Bangladesh is geworden. Grameen is, samen met Telenor uit Noorwegen, de grootste aanbieder van mobiele telefonie met meer dan acht miljoen klanten, voornamelijk rijken en middenklassers. Verder doet Grameen in kleding en is de grootste leverancier van internet in Bangladesh – dankzij de woekerrente die armen jarenlang hebben betaald, en dankzij de lage salarissen van de bankmedewerkers.
Ondanks de grote bijdrage van de armen aan het succes van Grameen Bank, lijken ze er weinig van te profiteren. Volgens de statuten zijn de klanten van de bank leden en dus eigenaren van Grameen. Tot op heden is er geen duidelijke structuur geïmplementeerd om die 6,6 miljoen leden enige vorm van zeggenschap te geven over de koers van de bank, over rentepercentages, nieuwe investeringen of winstdeling.
En dat geldt ook voor de één miljoen euro die het Nobelcomité uitkeert aan Yunus en Grameen Bank.
Arnob Chakrabarty, geboren in Bangladesh, is journalist bij de Nederlandse Moslim Omroep.
(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Arnob Chakrabarty.)