Ga naar de inhoud

Milieuactivisten en arbeiders aller landen, verenigt U!

De tegenstelling tussen arbeid en milieu is een neoliberale constructie. We hebben een brede coalitie nodig die de productie fundamenteel kan veranderen.

10 min leestijd

(bron: roarmag vertaling Tijn van Beurden)

Het klinkt tegenwoordig zo gewoon, bijna natuurlijk: de tegengestelde eisen en programma’s van de arbeiders- en milieubeweging. Maar in feite is die kunstmatige scheiding niet meer dan een cruciale neoliberale strategie om de twee sterkste sociale bewegingen van het industriële tijdperk te verdelen. De alliantie tussen die twee groepen zou een gevaarlijk samenwerkingsverband kunnen vormen dat twijfel zou kunnen zaaien over de kapitalistische ‘treadmill of production.’ Het is dus essentieel dat arbeidersbewegingen, milieuorganisaties en gezondheidszorggroeperingen het huidige conflict in historisch perspectief gaan zien en zich zo bewust worden van het revolutionaire potentieel van een gezamenlijk project.

Dat laatste werd in de afgelopen jaren duidelijk in de Italiaanse stad Taranto, Apulia, waar een aantal burgerorganisaties en comités ontstonden als antwoord op een ernstige bedreigingen van de werkgelegenheid, het milieu en de gezondheidszorg. Die organisaties en comités gebruikten verschillende actievormen, waaronder cyberactivisme, filmproductie, straatdemonstaties en campagnevoering, teneinde de chantage van een lokale werkgever met werkgelegenheid te bevechten. Bij de laatste mei-vieringen slaagden ze erin om meer dan 100.000 mensen op de been te krijgen voor een crowdsourced massa concert dat moest concurreren met een traditioneel concert dat in Rome werd georganiseerd door de vakbondsfederatie, de RAI en de publieke televisie.

Bevrijd Taranto!

De Taranto staalfabriek was een van de oudste in Europa en had in 2012 ongeveer 20.000 werknemers. De fabriek werd gecontroleerd door de Riva-familie en was daarvoor staatseigendom via de vroegere ILVA-groep. In 2011 kwam de fabriek in het nationale nieuws toen een rechtbank de onderneming schuldig vond aan ernstige schendingen van milieuvoorschriften. De fabriek moest onmiddellijk sluiten en mocht pas weer openen nadat een grondige technische renovatie en schoonmaak van verontreinigde oppervlaktes hadden plaatsgevonden.    

De reactie van de onderneming bestond uit het arrogant herhalen van eerdere verklaringen dat de milieuvoorschriften niet strookten met haar economische plannen. Daarmee werd de werkgelegenheidschantage herhaald waarmee gewoonlijk iedere actie tegen de zakelijke belangen werd geblokkeerd. Tegen het rechtbankbesluit werden door de directie arbeidersdemonstraties georganiseerd die volop de aandacht kregen van media die zich daarvoor leenden. Doel van die demonstaties was de publieke opinie ervan te overtuigen dat er in de stad Taranto, waar ILVA verreweg de grootste werkgever was, echte oppositie bestond tegen justitie en de lokale milieuorganisaties.    

Taranto is slechts een van de treffende uitingen van de scherpe tegenstelling die mensen wordt opgedrongen door wat Allan Schnaiberg de ‘treadmill of production’ noemde: de tegenstelling tussen productie en reproductie. Die tegenstelling kan worden voorgesteld als een Hydra-achtig veelkoppig monster: beroepsziekte, beroepsongevallen, milieuvervuiling, ecocide, gezondheidsrampen, de vernietiging van mogelijkheden voor alternatieve/autonome vormen van lokale economie etc. De afgelopen 50 jaar veroorzaakte dat monster kanker, misvormingen en andere ziektes in het gebied rond de baai van Taranto. Mede door de zwakke gezondheidszorg kwamen die ziektes onevenredig hard aan. Het Hydra-achtig monster heeft nu net als de Alien in een sciencefiction film, van binnenuit bezit genomen van de lokale ruimte en de menselijke lichamen.

Het Taranto 1 mei concert was een belangrijke manifestatie van ontevredenheid tegen het beleid van de belangrijkste vakbewegingen aangaande milieuzaken: 1e Ze verzetten zich niet zo tegen de werkgelegenheidschantage van de ondernemers. 2e Ze zijn ongevoelig voor de gezondheidsbedreigingen door milieuvervuiling. 3e Ze zijn vaak fel tegen de grassroots milieucampagnes op lokaal niveau.

De waarheid is echter dat het onmogelijk is leven en werken te scheiden of van elkaar te vervreemden zoals de industriële economie en de maatschappij al zo lang hebben geprobeerd. Er moet een andere economie worden opgebouwd; een economie waarbij werk het leven beschermt; een economie waarbij alle leden van een gemeenschap de natuur beschermen.

Een ander type economie is urgent nodig. Alle woede, frustratie, pijn en conflicten die de arbeidersklasse van industriële gebieden in hun leven incorporeerden moeten nu leiden naar een nieuwe strijd en een betere droom dan die door de markt, de neoliberale staat en de daarmee verbonden vakbonden en politieke partijen werd geconstrueerd. Een droom die de lokale bevolking eindelijk kan bevrijden van de ondraaglijke tegenstellingen van de ‘treadmill of production’ en de innerlijke Alien. De slogan Taranto libera! (bevrijd Taranto), die tijdens het concert telkens weer werd uitgeschreeuwd, ging daarover.

Instrument voor bevrijding

Om een andere wereld mogelijk te maken moet er eerst een beeld van worden gevormd, niet alleen op individueel en groepsniveau maar ook op politiek gebied. Een beeld ontwerpen van de nieuwe wereld wordt essentieel voor de strijd om zich niet tot zichzelf te beperken en zo de tegenstellingen van de oude wereld te reproduceren, maar ook voor een constructieve en hoopvolle houding. Daarom is een politiek geheugen essentieel. Het moet deel uitmaken van activistische kennisproductie die zich bezighoudt met de verandering van de wereld als een instrument om nieuwe politiseringsmogelijkheden te introduceren. Als we ons bewust worden van wat al door andere mensen werd en wordt gedaan met betrekking tot de strijd in hun eigen gemeenschap of elders, zullen we sneller een duidelijker beeld krijgen van de mogelijkheid van niet slechts één maar meerdere andere werelden.  

Door die mogelijkheden te beschouwen, met hun dromen en uitdagingen, worden we geholpen onze eigen hedendaagse mogelijkheden te begrijpen en de eigen strijd beter te organiseren. Die bijdrage beoogt dit artikel te leveren aan allen die strijden voor zelfbevrijding van de dwangbuis van de werkgelegenheidschantage. In het volgende deel zal ik een aantal verhalen voor het voetlicht brengen. Daarmee hoop ik te bereiken dat het figuurlijke strijdrichtlijnen worden, of zoals het Wu Ming schrijverscollectief het stelde: bevrijdingsinstrumentaria door politieke verbeeldingskracht.

Coalities tussen arbeiders en milieuactivisten die via een gemeenschappelijk platform strijden zijn niet ongewoon in de naoorlogse geschiedenis. Toen vrachtwagenchauffeurs en eco-activisten samen door de straten van Seattle optrokken tijdens de anti-WTO demonstraties in 1999 onder de slogan ‘Teamsters and turtles’ was dat niets nieuws, maar simpelweg het weer opduiken van een politieke strategie waarmee al zeer succesrijk werd geëxperimenteerd in het fordistische tijdperk. Die strategie resulteerde toen in belangrijke wetgeving op het gebied van arbeidsomstandigheden, gezondheidszorg en milieubescherming. Het was een actieve coalitie tussen bewegingen van arbeiders, studenten en feministen, waardoor de Clean Air en Clean Water Acts (1972) in de USA konden worden aangenomen. De Oil Chemical and Atomic Workers (OCAW) gaven daarbij sterke ondersteuning.  

In Italië was de instelling van de publieke gezondheidszorg (Sistema Sanitario Nazionale) in 1978 het gevolg van jarenlange intensieve strijd en twee algemene stakingen die in gang werden gezet door wat bekend stond als ‘de milieuclub’ in de vakbondsfederatie: een coalitie van artsen, sociologen en vakbondsleiders die daarvoor al revolutionaire veranderingen in de regelgeving betreffende de werkomstandigheden hadden bewerkstelligd met bevordering van het principe van directe arbeiders controle. (artikel 4 en 9 van de Arbeidswetgeving aangenomen in 1970).

Andere relevante voorbeelden van zulke strategische coalities zijn te vinden op meerdere plaatsen en in verschillende economische sectoren zoals de succesvolle strijd tegen pesticidegebruik die midden jaren zestig werd gevoerd door de United Farm Workers Union die de Latino loonarbeiders van de sinaasappelboomgaarden en wijngaarden in California organiseerde voor het verkrijgen van decente werk- en woonomstandigheden en de erkenning van arbeidsrechten. Het was een strijd tegen de bedreigingen die agrochemische producten vormden voor boeren met hun gezinnen, de Amerikaanse consument en het milieu.

Het meest opmerkelijke voorbeeld van milieuactivisme van arbeiders is wellicht diep in de Braziliaanse Amazone regenwouden te vinden. Midden jaren tachtig verdedigde daar een vakbond van rubbertappers –de seringueiros– het regenwoud tegenover machtige houtondernemingen en veefokkers. Tegelijkertijd verdedigde de vakbond ook hun recht om in het regenwoud te wonen en werken door coöperaties op te zetten voor duurzame vormen van rubberwinning, noten oogsten en visserij. Ondanks de gewelddadige tegenstand van de machtige lokale belanghebbenden, die leidde tot talrijke moorden op vakbondsleden en milieuactivisten, slaagden de rubbertappers erin om een aantal ‘extractive reserves’ in te stellen, waar lokale landlozen van staatswege erkend werden als de legitieme ‘eigenaren’ en beschermers van het woud. Bovenstaande verhalen vertellen ons dat een gelijktijdige strijd op het sociale vlak en milieugebied mogelijk zijn, ofschoon ze voortkomen uit ervaringen van de arbeidersklasse en hun opvattingen over wat ecologie is.

Betere premissen.

De hernieuwde alliantie tussen arbeid en milieuactivisme moet echter op betere premissen worden opgezet dan voorheen het geval was. De ideologie van groei als panacee voor alle sociale problemen en als enige oplossing om sociaal welzijn te bereiken moet grondig worden bezien en uiteindelijk worden verlaten door de arbeidersbeweging, want groeidwang is een rechtvaardiging van de meest schaamteloze onverschilligheid ten aanzien van het welzijn van mens en natuur. Hetzelfde geldt voor de illusie van de vergroening van de economie (d.w.z. kapitalisme) door eco-efficiënte technologieën en marktmechanismes; een illusie die wordt omarmd door grote delen van de arbeiders- en milieubeweging, met steun van regeringen en financiele instituten.  

Het de-industrialisatieproces van de laatste 20 jaar in de ‘ontwikkelde’ landen toont hoe vergroening van de economie heeft geleid tot een eenvoudige verplaatsing van industriële gevaren met bijbehorende dodelijke slachtoffers naar minder ontwikkelde landen. Daarbij werd gehandeld conform de meedogenloze logica van de ‘dubbele standaard’, waarmee multinationals de productieprocessen en technologieën die zijn verboden of sterk zijn gereguleerd in het land van oorsprong naar het buitenland verplaatsten. Datzelfde mechanisme maakt arbeidersklassegemeenschappen in de eerste wereld steeds kwetsbaarder voor werkgelegenheidschantage, ze worden bedreigd worden met verplaatsing van de industriële activiteiten naar elders.

Verder hebben veel van de zogenaamde ‘groene technologieën’ een negatieve impact op het milieu, de arbeidsomstandigheden en de volksgezondheid, vooral als ze op grote schaal worden toegepast. Die negatieve invloed is aangetoond bij een aantal van die ‘groene economie’ projecten van de laatste jaren door grassroots acties en geëngageerde onderzoekers. In Griekenland en Spanje was er bijvoorbeeld sterk verzet tegen windmolenparken van locale gemeenschappen door de gevolgen die de parken hadden op de landelijke gebieden, vooral de veranderingen van klimaat en landschap en de sterke regulering van het bodemgebruik.  

Er zijn ook protesten tegen grote zonnekrachtinstallaties die verantwoordelijk worden geacht voor nog grotere gevolgen op de bodem, het lokale klimaat en de ecosystemen. Die installaties brengen ook ernstige beroepsrisco’s met zich mee. Maar het meest treffende voorbeeld komt van de biobrandstof productie in Brazilië (en elders in Latijns-Amerika) waar uitgebreide monocultuur plantages van suikerriet miljoenen hectares bos hebben vervangen. Op de plantages heersen semi-slavernij omstandigheden voor de arbeiders, het werk is zeer zwaar en de gezondheidsrisico’s hoog.

Het is vanzelfsprekend niet de bedoeling om op een cynische manier alle vormen van alternatieve energieproductie af te doen als bedreigers van het milieu en de volksgezondheid. Hernieuwbare en niet fossiele energiebronnen zullen zonder twijfel ontwikkeld moeten worden als de enige manier om uit de huidige klimaatcrisis te komen.

Van fundamenteel belang zijn echter de omvang en schaal: alternatieve energie kan en moet op kleine schaal worden ontwikkeld, daarbij moet men zich richten op autonome en gedecentraliseerde vormen van zelfvoorziening voor huishoudens en lokale gemeenschappen. Hernieuwbare energie technologie kan alleen duurzaam zijn als ze wordt geïmplementeerd op gedecentraliseerd lokaal niveau, zelfs al wordt op die manier minder winst en politieke macht gegenereerd. Maar dat zou een grondige transformatie betekenen van de vorm en structuur van het stedelijke leven en de sociale organisatie van werken.

Om een einde te maken aan de meerdere crisissen die de wereld momenteel teisteren op het gebied van de economie, ecologie en gezondheidszorg zal een volledig afscheid van de ‘treadmill of production’ nodig zijn, met inbegrip van de politiek, economie en ideologie van de onbeperkte groei. Dat veronderstelt een ecologische revolutie conform de theorieën van Carolyn Merchant: een volledige verandering van de organisatie van de productie, reproductie en het bewustzijn. Een andere manier van werken en leven, van produceren en vermogensverdeling, geworteld in werk zonder vervreemding, met respect voor leven en gemeenschap, moet het politieke platform zijn waarop die nieuwe alliantie dient te worden gebouwd. Arbeiders en milieuactivisten aller landen, verenigt U!

———————

Stefania Barca is milieuhistorica en politiek ecologe aan de universiteit van Coimbra (Portugal). Ze heeft veel gepubliceerd over de geschiedenis van de commons en het milieuactivisme van de arbeidersklasse.