Stop de rekenmeesters!
Op 29 augustus werd een petitie aangeboden aan de Tweede Kamer, vergezeld van een grondig onderbouwing en gesteund door ruim 800 mede-ondertekenaars. De inzet: ze moeten eerlijk rekenen als het om economie gaat, om te beginnen bij het Centraal Planbureau (CPB).
Achtergrond over de petitie en de campagne voor ‘eerlijk rekenen vindt u op deze website. Een omschrijving van het rapport Meta Economische Verkenningen vindt u hier en het rapport zelf hier (als pdf-file.
Het Centraal Planbureau heeft berekend dat er weer vette jaren van economische groei zijn aangebroken. Wij beweren daarentegen dat we al decennia achteruit boeren. Willen we een getrouw beeld hebben van waar we economisch staan, dan hebben we een heel andere meetmethode nodig dan die het CPB hanteert.
Als de oorspronkelijke bewoners van Paaseiland (Rapa Nui) een Centraal Planbureau hadden gehad, zou volgens de Paaseilandse rekenmeesters de eilandeconomie tot vlak voor zijn totale ineenstorting op ongekende wijze hebben gefloreerd. De Paaseilanders richtten gedurende honderden jaren circa 600 kolossale stenen beelden op, die alleen via rollerbanen van boomstammen naar de cultuscomplexen getransporteerd konden worden. Dat moet reusachtige hoeveelheden hout hebben gekost en rond 1600 was het eiland bijna volledig ontbost, stortte de beeldenproductie en de economie in en vervielen de inwoners – die geen kant opkonden – uiteindelijk zelfs tot kannibalisme. Kennelijk was niemand in staat geweest het naderende onheil te begrijpen en het roer tijdig om te gooien.
De les van Paaseiland maakt het grootste bezwaar duidelijk tegen de vertekende werkelijkheid van de CPB-cijfers: we hebben geen idee meer hoe de economie er écht voor staat. Voor het CPB spelen alleen geldwaarden een rol, kosten die niet in geld zijn uit te drukken tellen niet mee in de analyses en worden onbetaald afgewenteld op de maatschappij en/of de toekomst: welzijnsverlies, milieu- en natuurschade, het verlies aan rust, ruimte, schone lucht, de open rekeningen van rijke aan arme landen. Ook voor opbrengsten die we moeilijk in geld kunnen uitdrukken, zoals de immense hoeveelheid onbetaalde arbeid, geldt dat ze in de gangbare economische indicatoren niet zijn terug te vinden.
Onze kritiek op het groeidenken van het CPB richt zich voornamelijk op de volgende punten:
1. Het CPB analyseert slechts een beperkt deel van het feitenmateriaal, zodat we niet weten hoe we er echt voor staan;
2. Groeidenken moedigt de uitputting en overbelasting van natuurlijke hulpbronnen en ecosystemen aan: ze zijn immers ‘gratis’;
3. Het CPB behandelt Nederland als een zelfstandige eenheid in de wereldeconomie. Alsof de Nederlandse economie niet totaal is verweven met de Duitse, Belgische, Engelse, enzovoort. En alsof een concurrentievoordeel voor Nederland geen concurrentienadeel voor anderen betekent en geen tegenreactie zal uitlokken;
4. Mogelijke relaties tussen de groei van de Nederlandse economie en onbetaalde sociale en ecologische rekeningen in ontwikkelingslanden legt het CPB niet.
Diverse onderzoekers hebben alternatieven ontworpen om economische groei te berekenen, waarin mens- en natuurwaarden centraal staan. Bekend voorbeeld is het Duurzaam Nationaal Inkomen (DNI). Internationaal vindt de Index of Sustainable Economic Welfare (ISEW) van de economen Tobin, Dobb en Daly veel ondersteuning. Deze maatstaf corrigeert het nationaal inkomen voor sociale en ecologische kosten en opbrengsten, en dan blijkt de Nederlandse economie er sinds eind jaren zeventig op achteruit te gaan. Wij staan een model voor dat de reële behoeften en de mogelijkheden van mens en natuur voorop zet, zie daarvoor onze publicatie Meta Economische Verkenningen (MEV+), te vinden op www.globalternatives.nl.
Wij, en 900 anderen, doen een beroep op de Tweede Kamer om de alternatieven een kans te geven. Zou het niet prachtig zijn als vóór aanvang van de behandeling van de nationale begroting 2008 berekeningen zijn ontworpen die dichter bij de werkelijkheid aansluiten? Dat zou het politieke debat verrijken over de koers van de economie, de verhouding economie, welzijn en milieu, onze verantwoordelijkheid tegenover ontwikkelingslanden en de inhoud en koers van het buitenlands beleid.
Lou Keune
Tuur Elzinga
Theo Ruyter
(Lou Keune is verbonden aan de Universiteit van Tilburg en coördinator van het netwerk Vóór de Verandering, Tuur Elzinga is coördinator van XminY Solidariteitsfonds en Theo Ruyter is bestuurslid van Attac Nederland.)
(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Zie in bericht.)