Ga naar de inhoud

Tegen apartheid en tirannie

Voor de bevrijding van Palestina en alle volkeren van het Midden-Oosten – Een verklaring van Iraanse ballingen

9 min leestijd

(Illustratie van website Nlka.net)

In de volgende verklaring leggen Iraanse feministen uit waarom het zowel mogelijk als noodzakelijk is om de Palestijnse bevrijdingsstrijd te steunen zonder de Iraanse regering te onderschrijven.

Hoewel we ons ver van Iran bevinden, geloven we dat om de dynamiek in elke situatie te begrijpen, het nodig is om geëngageerde anti-autoritairen uit de regio te raadplegen. Het is ook belangrijk om niet de fout te maken om te veronderstellen dat de beste manier om onderdrukte mensen in de ene context te steunen, onderdrukkers steunen in een andere context is. Alle strijd voor vrijheid en waardigheid is fundamenteel met elkaar verbonden.
Het collectief Roja publiceerde deze verklaring oorspronkelijk in het Farsi en vervolgens in het Frans. Naar eigen zeggen,

“Roja is een onafhankelijk links-feministisch collectief gevestigd in Parijs, bestaande uit kameraden uit Iran. Roja werd opgericht in reactie op de vrouwenmoord op Jina (Mahsa) Amini en de opkomst van de beweging Vrouwen, Leven, Vrijheid in september 2022. Naast het aanpakken van sociale strijd in Iran en het Midden-Oosten, neemt Roja actief deel aan lokale en internationalistische bewegingen in Parijs, waaronder solidariteit met Palestina. De naam “Roja” is geïnspireerd op verschillende talen: in het Spaans betekent het “rood”; in het Koerdisch betekent روژ “daglicht” of “lichtheid”; en in het Mazandarani betekent روجا “morgenster”.”

We nodigen de lezers uit om deze verklaring te begrijpen in de context van onze eerdere rapportage over antiautoritaire bewegingen in Iran, waaronder de opstand die werd uitgelokt door de moord op Jina Mahsa Amini, onder de slogan “Jin, Jiyan, Azadi”. Op dezelfde manier moeten we altijd de stemmen van de Palestijnen centraal stellen als het gaat om alles wat met hun bevrijding te maken heeft.

Tahya Falestine: Voor de bevrijding van Palestina en alle volkeren van het Midden-Oosten

Op de ochtend van 14 april 2024 trok de ongekende aanval van de Islamitische Republiek Iran op Israël de aandacht van mediakanalen over de hele wereld. Hoewel het Iron Dome verdedigingssysteem dat door de imperialistische machten is opgezet, de koloniale staat Israël beschermde, prezen sommigen die voor de Palestijnen wraak wilden nemen de “moed” van de Iraanse regering en spraken ze hun bewondering uit voor de “enige macht” in de regio die bereid is om de confrontatie met de imperialistische machten aan te gaan.

In deze oorlog, waarin Israël en Iran hun tanden op elkaar stukbijten, hebben sommigen een fascistisch standpunt ingenomen en onbeschaamd de kant van de genocidale staat Israël gekozen. Anderen, die een ‘kampistische’ houding aannamen, kozen de kant van Iran en knepen een oogje dicht voor de brute onderdrukking door de Iraanse regering van haar tegenstanders en anderen in het land. We richten ons hier niet op de eerste positie, maar op de tweede, degenen die de logica accepteren dat “de vijand van mijn vijand mijn vriend is”. Deze manier van redeneren oversimplificeert de ingewikkelde relatie tussen de Islamitische Republiek en Israël, door het te reduceren tot een binaire strijd van goed versus kwaad en te impliceren dat iedereen die tegen de staat Israël is automatisch in het “goede” kamp valt.

Voor ons kan de verdediging van de Palestijnse zaak en internationale solidariteit geen andere weg kennen dan verzet tegen de Islamitische Republiek Iran. De Islamitische Republiek Iran is niet echt gekant tegen de staat Israël, maar eerder tegen de volkeren van Iran en de hele regio, tegen iedereen die gelooft dat de taak van bevrijding afhangt van de volkeren zelf, niet van staten. Het verdedigen van de Palestijnse zaak houdt noodzakelijkerwijs in dat we afstand nemen van alles wat de overheersing van Israël over Palestijns land versterkt. Sinds haar oprichting in 1979 heeft de Islamitische Republiek Iran, ondanks al het lawaai dat ze produceert, niets anders gedaan dan water in de molens van de staat Israël gieten, zoals we hieronder zullen schetsen.

1.) Degenen die het recht op “zelfverdediging” van de Islamitische Republiek Iran aanhalen, herhalen simpelweg de argumenten die de staat Israël gebruikt om de vernietiging van Gaza en de genocide die daar plaatsvindt te rechtvaardigen. Ze redeneren binnen een kader waarin de levens van miljoenen mensen in het Midden-Oosten waardeloos worden geacht. Wat is de waarde van het “recht van de Iraanse regering om zichzelf te verdedigen”, zelfs volgens de normen van het internationaal recht, als dit “recht” zich vertaalt in twee weken van angst in Iran en van Irak tot Libanon in het vooruitzicht van een totale oorlog? Waarom zouden de verarmde volkeren van de regio de prijs moeten betalen voor de geminachte “eer” van een macht die zijn vijand van tevoren waarschuwt wanneer zijn raketten zullen arriveren?

2.) Ondanks hun tegenstand zijn de Islamitische Republiek Iran en de staat Israël en zijn Westerse geldschieters allemaal radertjes in dezelfde machine van het mondiale kapitalisme, die het Midden-Oosten telkens weer naar de afgrond duwen. Voor degenen die de rol van de Iraanse regering in de bloedige onderdrukking van de Syrische revolutie tegen de dictatuur van Assad over het hoofd zien, herinneren we aan de clandestiene ruilhandel van Iran tijdens de oorlog met Irak. Tijdens de oorlog riep de Islamitische Republiek dat “de weg naar Al-Quds door Karbala loopt”, terwijl ze tegelijkertijd wapens kocht van de staat Israël om Irak te bestrijden – een bittere ironie die duizenden Iraniërs en Irakezen het leven kostte. Het dubbele spel van de Iraanse regering is duidelijk: terwijl ze beweert alle commerciële uitwisselingen met Israël uit te sluiten, respecteert ze zelfs de Boycot-, Desinvesterings- en Sanctiecampagne niet.

3.) Dit wil niet zeggen dat de Islamitische Republiek Iran en de staat Israël gelijke machten zijn of dezelfde internationale-geopolitieke steun krijgen. Maar het zijn nuttige vijanden van elkaar. Overal waar emancipatoire strijd wordt gevoerd, reageren beide met onderdrukking. Ze vertrouwen allebei op het bestaan van de ander om hun interne tegenstellingen te verdoezelen en hun eigen misdaden te rechtvaardigen. De huidige toestand van “noch vrede noch oorlog” stelt hen in staat hun eigen voortbestaan te garanderen.

4.) Er is nog een reden waarom sommige mensen enthousiast zijn over de aanval die de Islamitische Republiek Iran heeft uitgevoerd: de Iraanse staat wordt ingesloten door sancties die zijn opgelegd door imperialistische staten, die zogenaamd alleen tegenover hen staan. Maar voor de Iraanse arbeidersklasse is het enige gevolg van deze aanval een waardedaling van de nationale munt en verdere verarming. Terwijl de prijzen stijgen met de waarde van de dollar – behalve natuurlijk voor degenen die rechtstreeks van de olie-inkomsten profiteren – is het minimumdagloon gedaald tot 3 dollar. Weten degenen die zich laten verleiden door de macht van de Islamitische Republiek Iran tegenover dominante machten iets over het leven van degenen in Iran – van etnische minderheden – die alleen overleven door smokkelwaar (zoals de Kulbars in Koerdistan) of brandstof (zoals de Sukhtbars in Baluchistan) te vervoeren? Weten ze dat, terwijl de Islamitische Republiek meer dan 300 drones en raketten stuurde die zelfs de slagers van Gaza niet te grazen namen, ze niet in staat was om ook maar de minste hulp te sturen om een dozijn Baluch mensen van de overstroming te redden?

5.) De meest concrete prestatie van de Islamitische Republiek Iran van deze aanval is onmiddellijk zichtbaar in de straten van de grote steden van Iran. Het dramatische schouwspel van de uiterst gecontroleerde militaire aanval op de staat Israël heeft de fundamenten versterkt van een andere oorlog, de oorlog die de Islamitische Republiek sinds haar oprichting voert tegen vrouwen. De straten van Teheran en andere steden zijn getuige geweest van het ontvouwen van deze verschrikkelijke oorlog – een oorlog die gericht is tegen vrouwenlichamen en hun opstandige zielen, een oorlog die de domesticatie en verstikking van vrouwen dient. Hoe kan een dergelijk regime de onderdrukte volkeren van Palestina en de regio emanciperen? Vraagt de logica die terecht oproept om de apartheid van de staat Israël te bestrijden niet ook om op te staan tegen de seksuele en genderapartheid in Iran?

6.) De aanval van de Islamitische Republiek op de staat Israël bereikte ook nog iets anders: naast het verwonden van een Arabisch kind, slaagde het er voor tenminste een paar dagen en over de hele wereld in om de publieke aandacht af te leiden van Gaza, wat de Israëlische operatie tegen Rafah vergemakkelijkte. Op de achtergrond tijdens deze gebeurtenissen spraken de Verenigde Staten opnieuw hun veto uit over de erkenning van Palestina als staat door de VN. In werkelijkheid zijn het de aanhangers van Israël die de Islamitische Republiek Iran zouden moeten bedanken.

7.) Een andere belangrijke “prestatie” van de Islamitische Republiek Iran in de loop van haar geschiedenis is de marginalisering van de Palestijnse zaak binnen de Iraanse samenleving. Hoewel de zaak van Palestina ooit daadwerkelijk populair was, hebben 45 jaar van machthebbers die de zaak instrumentaliseerden geleid tot een zekere onverschilligheid binnen de Iraanse samenleving, en soms zelfs tot een afwijzing van de Palestijnse zaak. Ondertussen heeft de staat Israël ervoor gekozen om het fascistische, monarchistische rechts binnen de Iraanse oppositie te steunen, door het voor te stellen als de enige mogelijke opvolger van de Islamitische Republiek. Deze binaire en exclusieve oppositie – de Islamitische Republiek of een marionettenregime geïnstalleerd door de imperialistische machten – is hetzelfde verhaal dat de Iraanse autoriteiten gebruiken om volksmobilisaties binnen de grenzen van Iran te onderdrukken.

8.) Om haar eigen internationale populariteit te vergroten, heeft de Islamitische Republiek Iran hardnekkig geprobeerd om de opkomst van islamofobie – een van de vormen die racisme tegenwoordig aanneemt – in Europa en Noord-Amerika uit te buiten om zichzelf te presenteren als de “voorstander” van de rechten van moslims in het Westen. Degenen die de Islamitische Republiek Iran zien als een schild tegen islamofobie en haar om deze reden steunen, zouden zichzelf moeten afvragen: waarom is er in de dichtstbevolkte administratieve regio van Iran, Teheran, met bijna 20 miljoen inwoners, voor soennieten geen enkele moskee toegestaan om in te bidden? Waarom behoren de Iraanse soennieten, of ze nu Baluch, Koerd of Arabier zijn, tot de meest verarmde bevolkingsgroepen? Waarom zijn hun levens het minst waardevol in Iran? Waarom worden Afghaanse immigranten, in het bijzonder Hazara’s, beroofd van de meest elementaire rechten? Ze moeten zich ook afvragen hoe een staat waarvan de officiële en onofficiële media antisemitische ideeën verspreiden, werkelijk antiracisme over de hele wereld kan steunen.

Voor ons, leden van Roja, verzwakt de Islamitische Republiek Iran de door de koloniale staat Israël opgelegde apartheid niet, maar versterkt ze de omstandigheden die deze apartheid reproduceren. De weg naar de bevrijding van alle volkeren in de regio vereist een dubbele strijd: één tegen het Israëlische apartheidsregime en zijn aanhangers, en een andere tegen staten zoals de Islamitische Republiek Iran.