Ga naar de inhoud

Tractoren zijn moeilijker te ontruimen dan mensen

In Frankrijk proberen “De opstanden van de aarde” de strijd om land en water te koppelen aan het klassenvraagstuk.

9 min leestijd

Zie eerdere berichtgeving op globalinfo over de ‘ opstanden der aarde’ hier.

Op weg naar de Franse Atlantische kust liggen grote velden met tarwe, maïs en zonnebloemen langs de wegen. Maaidorsers domineren de horizon; een groot deel van het graan wordt in deze laatste weken van juli geoogst. De afgelopen jaren is de regio Nouvelle-Aquitaine in het zuidwesten van Frankrijk een politieke hotspot geworden in de strijd tegen de privatisering van water.

In de lente van vorig jaar demonstreerde de beweging “Les Soulèvements de la Terre” (“De opstanden van de aarde” ) met 30.000 mensen tegen de bouw van zogenaamde Méga-Bassines in de gemeente Sainte-Soline (ak 692). 16 van deze tot 18 hectare grote waterbekkens moeten hier worden gebouwd om de graanvelden in de zomer kunstmatig te irrigeren. De intensieve akkerbouw in de regio gaat gepaard met een enorm verbruik van water en land. Rechten voor het gebruik van de door de staat gesubsidieerde waterbekkens moeten worden gekocht. Degenen die zich deze toegang niet kunnen veroorloven, lijden onder het dalende grondwaterpeil, waardoor rivieren en bronnen opdrogen.

Een jaar na de demonstratie komt de beweging half juli opnieuw samen in de regio. In het dorpje Melle, halverwege de waterbekkens en de Atlantische Oceaan, wordt een week lang een zogenaamd waterdorp ingericht. De belangrijkste bestemming dit jaar is de haven van La Rochelle aan de Atlantische Oceaan, aan het einde van de keten Méga-Bassines. Hier verlaat het graan dat door de waterbekkens wordt gevoed het land als voedsel, biobrandstof of diervoeder en bereikt het de wereldmarkt.

13 procent van de wereldwijde graanexport komt uit Frankrijk, dat daarmee de grootste graanexporteur van de EU is. De reden waarom Frankrijk op de wereldmarkt kan meespelen, is dat de landbouw in de EU zwaar wordt gesubsidieerd door het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB). Dit betekent dat graan op de markt kan worden aangeboden tegen een prijs die vaak onder de productiekosten ligt. De prijzen voor tarwe worden niet vastgesteld op de boerderijen in de regio, maar op de beurs in Parijs. Landbouwbedrijven kopen het graan van de boeren en houden het vast totdat het meer geld opbrengt op de markt. Hierdoor wordt voedsel een kapitaalinvestering en een speculatieobject voor grote bedrijven die alle stadia van de waardeketen controleren.

De kwestie van honger is geen kwestie van schaarste, maar van politieke macht. De verliezers in dit systeem zijn boeren in zowel het Zuiden als het Noorden. Zij worden verenigd door het feit dat ze weinig of geen landbouwsubsidies ontvangen, maar wereldwijd moeten concurreren met zwaar gesubsidieerde megaconcerns. Als gevolg hiervan is er een enorme afname van (kleine) boerenbedrijven in Frankrijk en de rest van de EU. Volgens de landbouwtelling heeft één op de vijf boerderijen in Frankrijk de afgelopen 15 jaar de deuren moeten sluiten en heeft het merendeel van de overgebleven boerderijen geen opvolger.

Allianties met boeren

De opstanden van de aarde hebben ook de strijd voor de resterende bestaansmiddelen van de boeren opgepakt door de kwesties van land en water centraal te stellen in hun politieke acties. De linkse boerenbelangenorganisatie La Confederation Paysanne, kortweg Conf, maakt ook deel uit van de alliantie (zie ak 703 over het werk van de alliantie). Vorig jaar tilde een van hun boeren met een tractor een pomp uit een van de waterbekkens in een “ontwapeningsactie”, zoals de beweging sabotageacties noemt, die de aandacht van de media trok.

Verschillende landbouworganisaties zijn dit jaar ook vertegenwoordigd in het waterdorp. De Conf verkoopt worsten, regionaal gebrouwen bier en appelsap. Op het programma staan panels over de boerenprotesten in de winter en “Farm Slow Dating”, dat boeren die geen bedrijfsopvolging hebben samenbrengt met jongeren die een bedrijf willen beginnen. Naar aanleiding van de blokkade van de haven van La Rochelle is er een discussie over de wereldhandel. Morgan Ody, boerin en huidig voorzitster van La Via Campesina, de wereldwijde beweging van boeren en landarbeiders, vertelt over een van de voorstellen van de beweging over hoe een alternatief voor de Wereldhandelsorganisatie (WTO) vormgegeven zou kunnen worden. Landen moeten weer de kans krijgen om hun eigen markten te reguleren, niet de WTO of bedrijven: “We zijn niet tegen handel, maar we willen handel gebaseerd op solidariteit en voedselsoevereiniteit”.

Het kiezen van de landbouwindustrie als tegenstander opent de deur naar nieuwe allianties.

Een boerin van de Conf spreekt op het grote podium de avond voor de actiedagen. Samen met de actievoerdersters vertelt ze dat ze de komende dagen in opstand zal komen tegen de landbouwindustrie. Wat ze echter niet zegt op het grote podium is dat de Conf dit jaar niet zichtbaar zal zijn met haar vlaggen bij de acties. De reden hiervoor is de verkiezing voor de Franse landbouwkamer in het voorjaar van 2025. De FNSEA, de Franse boerenorganisatie, heeft de afgelopen decennia de meerderheid van de zetels in handen gehad. De Conf wil proberen munt te slaan uit het politieke momentum van de boerenprotesten, omdat veel boeren de FNSEA hebben verlaten omdat deze de oorspronkelijke eisen van de protesterende boeren voor betere producentenprijzen en bescherming van de nationale markten niet steunde. Daarom proberen ze op dit moment prioriteit te geven aan eisen voor betere prijzen en eerlijke marktvoorwaarden en zich niet te veel te richten op “ecologische kwesties”, vertelt de boerin.

Want niet alleen de Conf probeert munt te slaan uit de boerenprotesten. De rechtse Coordination Rurale domineerde op veel plaatsen de demonstraties. Ze had in de aanloop naar het waterkamp ook aangekondigd dat ze de acties zou verstoren, maar uiteindelijk gebeurde er niets (*). Het is een politieke balanceeract die de linkse boerenorganisaties uitvoeren tussen de alliantie met een radicale antikapitalistische beweging en politiek binnen de eigen beroepsgroep.

Brede steun onder de bevolking

Zelfs zonder de vlaggen van de Conf was het succes van de actie in La Rochelle vooral te danken aan de tractoren die urenlang de toegang tot de haven blokkeerden. De bereidheid tot militante actie onder boeren heeft een lange traditie. Blokkades van snelwegen en logistieke centra van grote supermarktketens vonden ook wekenlang plaats tijdens de boerenprotesten aan het begin van het jaar. Naast de effectiviteit van deze actie – 20 tractoren zijn moeilijker opzij te vegen dan honderden mensen – toont het ook de brede steun die boeren genieten onder de bevolking. Er is een verschil tussen een boerin die een weg lamlegt met een tractor en gemaskerde linkse mensen. Dit kan oneerlijk lijken en heeft ook geleid tot een verhit debat binnen links in Duitsland over de legitimiteit van vormen van protest.

Dit kan echter ook politiek en strategisch gebruikt worden, zoals de Soulèvements de la Terre doen. Hun activisten zeggen dat de opkomende lokale groepen, die vaak nauw samenwerken met de regionale boerenorganisaties, hen in staat stellen om beter verankerd te raken in de plattelandsgebieden. Een boerin kent haar buren, ze weet met wie ze moet praten en wie welke apparatuur bezit. De Fransen zijn trots op hun klassenstrijd, zoals ze herhaaldelijk zeggen op het kamp. Hoe dit eruit zou kunnen zien wordt zichtbaar, in ieder geval op de avond voor de acties. Naast de boerin staan ook een havenarbeider en een vertegenwoordiger van de organisatie A4, die strijdt voor permanente verblijfsrechten voor migrerende seizoensarbeiders in de landbouw, op het podium. De Soulèvements de la Terre zijn echter waarschijnlijk net zo ver verwijderd van een klassenstrijd in de politieke praktijk als de klimaatbeweging in Duitsland. De keuze voor de landbouwindustrie als tegenstander opent echter de deur naar nieuwe allianties.

Lessen voor links in Duitsland

Bij de vraag wat links in Duitsland kan leren van de Opstanden der Aarde hoort ook de vraag naar de verschillen en mankementen. In Frankrijk bestaat er historisch gezien een links dat op zijn minst gedeeltelijk geworteld is op het platteland, waar het beleid maakt, sociale infrastructuren bouwt, collectieve winkels beheert en boerderijen overneemt. Maar zelfs in sommige landelijke regio’s won extreemrechts 80 procent van de stemmen bij de parlementsverkiezingen in juli. Het huidige Duitse links is grotendeels gelokaliseerd in de grote steden. De politiek voor het platteland (in Oost-Duitsland) is haar achilleshiel; de kloof in kennis en gedeelde organisatie-ervaring is enorm. Dit kan niet meer zo gemakkelijk veranderd worden – vooral omdat rechts deze kloof in sociaal beleid en publieke infrastructuur voor het platteland al lang strategisch uitbuit. De defensieve reflex “ze zijn toch allemaal rechts”, zoals steeds vaker te horen was van stedelijk links tijdens de boerenprotesten in Duitsland, wakkert dit schijnbare dualisme tussen stad en platteland en daarmee het verhaal van rechts verder aan. Interventies tegen de rechtse toe-eigening van de protesten kwamen voornamelijk vanuit de beroepsgroep, zoals van de jonge AbL (Arbeitsgemeinschaft bäuerliche Landwirtschaft, alternatieve boerenbond, vert.) en de FAU (Freie Arbeiter*innen Union); van hen kan veel geleerd worden in termen van alliantiepolitiek.

De politieke strijd voor land en water is een hoopvolle strijd omdat het de klassenkwestie niet uitspeelt tegen de ecologische kwestie, maar ze samenbrengt.

Mogelijke aanknopingspunten voor politieke interventie om land en water te beschermen zijn echter vergelijkbaar. In Duitsland is de situatie op de grondmarkt nog dramatischer dan in Frankrijk. Pacht- en grondprijzen exploderen en niet-agrarische bedrijven kopen al enkele jaren landbouwgrond op, vooral in Oost-Duitsland. De AbL demonstreerde 35 jaar geleden in de haven van Brake aan de Noordzee tegen de import van veevoer en oneerlijke vrijhandelsovereenkomsten onder het motto “Boeren in nood hier, verhongeren daar”.

Vechten tegen het landveroveren van extreemrechts en de uitwassen van het geglobaliseerde agrarische kapitalisme betekent ook het democratisch (her)toe-eigenen van de bodem, het water en de zaden en deze veiligstellen als gemeenschappelijk bezit. Dit vereist mensen die naar het platteland gaan om voor dorpen en landschappen te zorgen. Als boeren en buren moeten ze op solidariteit gebaseerde afzetstructuren, openbaar welzijn en ondersteuningsnetwerken opzetten waarop een beroep kan worden gedaan in tijden van crisis. Er wordt niets gewonnen als de waterbekkens vernietigd worden, maar er geen land en mensen meer zijn voor de boerenlandbouw. De vraag is niet langer alleen hoe ons voedsel wordt geproduceerd, maar vooral wie de basis ervoor in handen hebben. De politieke strijd voor land en water is een hoopvolle strijd omdat het de klassenkwestie niet uitspeelt tegen de ecologische kwestie, maar ze samenbrengt.

Julia Thöring studeerde landbouwwetenschappen en is politiek actief in verschillende groepen op het gebied van landbouw en plattelandsgebieden.

(*) Noot van de vertaler: er werden wel wat incidenten gemeld, groepen die op de fiets op weg waren naar het kamp, werden bijvoorbeeld onderweg aangevallen door rechtse activisten.