Transnationaal Kapitalisme: Een interview met William Robinson
Een interview met de Amerikaanse politicoloog William Robinson, die niet schroomt om Marxistische instrumenten te benutten om aan te geven hoe de wereld in elkaar zit (en wat daar aan veranderd kan worden).
(oorspronkelijk
verschenen op Znet,
als vertaling uit de Griekse krant Eleftherotypia, 13 april 2007, vertaling globalinfo)
1. U
stelt dat we getuigen zijn van een historische mondiale overgang naar een
nieuwe fase van kapitalisme, met nieuwe vormen van macht en nieuwe vormen van
verzet daartegen. Ten eerste, wat is er nieuw aan het kapitalisme van nu?
Het
voornaamste kenmerk van dit nieuwe tijdperk is de opkomst van echt
transnationaal kapitaal en een nieuwe mondiaal geïntegreerd systeem van
productie en financieel. Productie is gefragmenteerd in ontelbare en
voortdurend verplaatsende fases die gedecentraliseerd zijn en over de planeet
verspreid. Tegelijkertijd zijn de verschillende segmenten functioneel opgenomen
in enorme mondiale ketens van productie en distributie. Elke autonome nationale
economie is geherstructureerd en extern geïntegreerd, zodat elke 'nationale'
economie onderdeel is gaan vormen van een groter mondiaal productiesysteem.
We hebben nu ook een waarlijk mondiaal financieel systeem. Er bestaat niet langer
zoiets als een nationaal financieel systeem. In feite is het financieel
kapitaal het meest mobiele en meest getransnationaliseerde deel van het
kapitaal. Dit heeft grote gevolgen. Geld-kapitaal bestaat in cyberspace, waar
het geen grenzen erkent en nauwelijks of geen staatscontrole ondergaat.
Geld-kapitaal stelt het vastgezette kapitaal onder zich. Degenen die
geld-kapitaal beheersen kunnen overal op de wereld waarde vergaren door
financiële manipulatie en dat vervolgens voortdurend verplaatsen naar plekken
elders op de wereld.
Dit mondiaal- geïntegreerde systeem van productie en financiën onderstreept de
groeiende penetratie en vervlechting van kapitaal in alle delen van de wereld,
georganiseerd rond de reusachtige transnationale bedrijven die de mondiale
economie aansturen.
Er zijn belangrijke nieuwe mechanismen die deze transnationalisering van kapitaal
bevorderen. De verspreiding van aandelenbeurzen bijvoorbeeld, van de central
van de wereldeconomie tot in de meeste, zo niet alle, hoofdsteden in de wereld,
gecombineerd met rond de klok handel, faciliteert een steeds mondialer en dus
transnationaler eigendom van aandelen. De mondiale integratie van nationale
financiële systemen en nieuwe vormen van geld-kapitaal, waaronder markten in
secundaire derivaten (= afgeleide producten van aandelenhandel, vert.) heeft
het ook makkelijker gemaakt voor kapitaalbezit om te transnationaliseren.
Andere
mechanismen van integratie zijn de sterke stijging van buitenlandse directe
investeringen (foreign direct investments, fdi) en de verspreiding van
dochterondernemingen van multinationals, de ongelofelijke groei van
internationale fusies en overnames, de groei van transnationaal vervlochten
raden van bestuur, de toename van grensoverschrijdende strategische allianties
in allerlei soorten en maten en de groeiende invloed van transnationale
"peak business associations"
Op deze
manier is een transnationale kapitalistische klasse ontstaan als de uitvoerende
vertegenwoordiger van kapitalistische globalisering.
2. U
wilt toch niet beweren dat nationaal of regionaal kapitaal niet meer bestaat,
of wel?
Nee dat
zal ik niet zeggen. Maar je ziet wel een nieuw soort uiteenvallen van klasse
tussen aan de ene kant lokale en nationale fracties van kapitaal en aan de
andere kant transnationale fracties. Transnationaal kapitaal is nu de
overheersende fractie op wereldschaal. Transnationaal georiënteerde kapitalistische
groepen en elites zijn nu gevestigd in alle landen in de wereld, en ook binnen
de staat. Deze fracties, of hun bureaucratische partners, oefenen aanzienlijke
invloed uit op de meeste staatsapparaten, als ze die niet al geheel beheersen.
Vaak dicteren ze het beleid.
We
moeten begrijpen hoe kapitalisme georganiseerd is in een nieuwe
netwerk-structuur zodat het systeem functioneert via onderling verbonden webben
die de wereld overspannen. Dit is belangrijk omdat de oude verticale
bedrijfsstructuur uit de steentijd uitgestorven zijn. Kapitaal functioneert nu
via omvangrijke netwerken van onderaanneming en delocalisering
("outsourcing"), via talloze constellaties tussen verschillende
kapitalistische groepen en andere economische actoren.
Ik wijs
hier met name op omdat het het transnationale kapitaal is dat op de knooppunten
van deze mondiale netwerken zit. Dat betekent dat er nog steeds lokaal en
nationaal kapitaal kan zijn, maar dat die niet op kan boksen tegen het mobiele
transnationale kapitaal. Als ze concurrerend willen blijven, als ze het spel
willen kunnen blijven spelen, dan moeten ze wel banden aanknopen met het
transnationale kapitaal. En dat moeten ze op structureel niveau doen, op een
manier die ze in een ondergeschikte positie brengt ten opzichte van het
transnationaal kapitaal.
3.
Kunnen we dan ook spreken van een mondiale arbeidersklasse
Ja. Er
is een mondiale arbeidersklasse die de fabrieken laat draaien, de boerderijen
en kantoren van de mondiale economie. Hun leden kunnen gevonden worden in de
maquiladoras (vrijhandelszones), in de agro-industriële complexen over de hele
wereld, onder de legers van dienstverleners in de wereldsteden. Maar die
mondiale arbeidersklasse is intern gelaagd. Die is gescheiden naar nationale en
sociale, etnische en gender-scheidslijnen. Het voortduren van het bestaan van
de natie-staat zorgt ervoor dat het bewustzijn en de subjectieve ervaring van
de mondiale werkende klasse verwrongen wordt.
In
contrast daarmee beschikt de transnationale kapitalistische klasse over een
subjectief besef van zichzelf en de eigen belangen. Diens deelnemers komen in
toenemende mate bijeen in hun private instellingen zoals het World Economic
Forum in Davos en ze ontwikkelen een transnationaal klassebewustzijn. In deze
zin is het een klasse-voor-zich, om Marx's woorden te gebruiken, terwijl de
mondiale arbeidersklasse wel een klasse-in-zich is, maar nog niet voor-zich.
4. Waar
zit de politieke macht dan momenteel in deze nieuwe vorm van mondiaal
kapitalisme die je beschrijft?
Er is
een nieuwe transnationale samenstelling van macht. Ten dele zien we hier een
soort transnationale staat ontstaan, wat weer een nieuw aspect van dit tijdperk
is. De vraag is; hoe kan de transnationale klasse z'n politieke autoriteit uitoefenen?
Nou, een manier is door bestaande staatsapparaten in elk land te gebruiken,
daar zijn genoeg voorbeelden van. Een andere is door de omvorming van bestaande
internationale instellingen, zoals de oude Bretton Woods-instellingen (IMF en
Wereldbank, vert.). Of de afdelingen van het systeem van de VN en de vorming
van geheel nieuwe, zoals de WTO. Transnationaal kapitaal probeert de
structurele macht van de mondiale economie over afzonderlijke landen en
werkende klassen in elke natie-staat, om te vormen in directe politieke
zeggenschap of invloed via dit transnationale staats-apparaat.
Transnationale
instellingen proberen om mondiaal kapitalisme te coördineren en de
kapitalistische overheersing op te leggen over nationale grenzen heen. Neem het
IMF bijvoorbeeld. Door een structureel aanpassingsprogramma op te leggen dat
een land dwingt om zich open te stellen voor de penetratie van transnationaal
kapitaal, de onderschikking van lokale arbeid en de extractie van rijkdom door
transnationale kapitalisten, fungeert het IMF als een transnationale
staatsinstelling die faciliteert dat de lokale arbeid door mondiaal kapitaal
uitgebuit wordt.
Hoewel
het waar is de macht en autonomie van natie-staten verminderd is ten opzichte
van transnationale machtsstructuren, is dat beeld enigszins misleidend
aangezien die transnationale machtsstructuren verankerd zijn in elke natie door
concrete sociale krachten die materieel en politiek deel uitmaken van het
opkomende transnationale machtsblok.
5. Hoe
moeten we in deze context Amerika's strijd om hegemonie en mondiale expansie
interpreteren?
Je
vraag veronderstelt dat het buitenlandbeleid van de VS beschouwd moet worden
als een strijd voor VS-hegemonie. Ik denk niet dat we mondiale hegemonie, of de
rol van de VS-staat in de wereld, kunnen begrijpen als we die bekijken vanuit
zo'n natie-staat/interstaat kader. Analyses die de natie-staat centraal
stellen, slagen er niet in om het integratieve karakter van mondiaal
kapitalisme op zijn waarde te schatten.
Als we
met imperialsme bedoelen de onophoudelijke druk voor buitengerichte expansie
van kapitalisme en de afzonderlijke politieke, militaire en culturele
mechanismen die die expansie faciliteren, dan zien we inderdaad een duidelijke
voortdurend imperialisme in de 21e eeuw. Maar er is niets in dit 'nieuwe'
imperialisme dat erop wijst dat het een drang van de VS is om een imperium op
te bouwen in competitie met kapitalisten van andere natie-staten. Degenen die
dit beweren, zijn met hun historische analyses blijven steken in een eerder
stadium. Ze zitten gevangen in de wereld van het einde van de 19e en het begin
van de 20e eeuw. Ze beschouwen het wereldkapitalisme nog alsof het zich nog in
z'n nationale 'monopolie'stadium bevindt van de dagen van Lenin en Hilferding,
waardoor interventionisme van de VS alleen maar gezien kan worden als een
operatie voor "VS"-hegemonie over andere staten.
Recente
beleid van de VS, zoals het opleggen van neo-liberale structurele
aanpassingsprogramma's en de bevordering van vrijhandelsverdragen, hebben
ervoor gezorgd dat regio's en landen over de hele wereld zich verder
opengesteld hebben voor mondiaal kapitalisme, voor transnationaal kapitaal. Het
IMF en andere transnationale staatsinstellingen hebben niet opgetreden als
eenvoudige instrumenten van "VS"-imperialisme. Ik ken geen enkel
structureel aanpassingsprogramma van het IMF dat de omstandigheden schept in
het betreffende land dat "VS"-kapitaal op enige manier bevoordeelt.
Wat er gebeurt is dat het land waar de operatie plaats vindt, z'n arbeid en
grondstoffen open moet stellen voor kapitalisten uit elke uithoek van de
wereld. Het eerste dat de bezettingsmacht van de VS deed na de invasie van
Irak, was niet het land af te sluiten van al het kapitaal behalve zijn eigen,
maar was het afkondigen van een wet op buitenlandse investeringen die kapitaal
uit elke uithoek van de wereld uitnodigde om te investeren.
De
VS-staat heeft geprobeerd een leidende rol te spelen ten behoeve van
transnationale kapitalistische belangen. Dat ze daar in toenemende mate in
falen, duidt niet op toenemende nationale rivaliteit maar op de problematische
omstandigheden van de klus die ze moeten klaren gegeven de crisis van mondiaal
kapitalisme. In deze zin zijn interventionisme en gemilitariseerde
globalisering minder een campagne voor VS-hegemonie dan een tegenstrijdig
antwoord op de crisis van globaal kapitalisme – op economische stagnatie,
legitimeringsproblemen en de opkomst van tegenhegemonische krachten.
6.
Welke specifieke nieuwe problemen worden er door dit nieuwe globalisme
veroorzaakt?
Het
systeem bevindt zich in chaos; z'n tegenstrijdigheden zijn explosief en eerlijk
gezegd bevindt de mensheid zich in groot gevaar. De mondiale crisis is er een
van sociale polarisatie en sociale reproductie, die een dieper structureel
probleem weerspiegelt van over-accumulatie. Het is ook een crisis van
duurzaamheid. Een ecologische holocaust is al begonnen. Als we niet terugwijken
van de afgrond, en dat behoorlijk snel ook, zouden we wel eens rampzalige
gevolgen tegemoet kunnen zien.
Laten
we een stapje terugdoen en het grote geheel bekijken. De jaren 1980 zagen een
herstel van winsten, volgend op de afname in de jaren '70. Er was een massale
golf van transnationale investeringen in de jaren 1980 en 1990, die leidden tot
overcapaciteit en overproductie. Kapitaal begon in toenemende mate om een
uitweg voor investeringen te vinden via financiële speculatie – het beruchte
"casino kapitalisme". De vluchtigheid van financiële speculatie bij
deze overaccumulatie, leidde in 1995 tot de Mexicaanse peso-crisis en diens
"tequila effect" elders, gevolgd door de Aziatische financiële
ineenstorting van 1997-98, de Russische, Turkse en Braziliaanse crises en een
wereldwijde recessie in 2001-02.
Het is
op dat tijdstip dat structurele en politieke drukgolven die binnen het systeem
opgehoopt zijn, leiden tot een militarisering van mondiale accumulatie. De
VS-staat als beschermheer van het systeem, zocht naar openingen voor nieuwe
uitwegen voor het mondiale surplus door middel van een militair Keynesianisme
en een oorlogsmobilisatie, door de "creatieve destructie" van de
oorlog. Sinds de jaren 1990 hebben we een voortdurende verschuiving gezien in
de as van accumulatie, van computer- en informatietechnologie als het snijvlak,
samen met financiële speculatie in aandelen, onroerend goed, en zo meer, naar
een militair-industrieel-aardolie-constructie-ingenieurs-complex.
Staten
zijn ontvankelijk voor de eisen van transnationaal kapitaal maar zijn
tegelijkertijd niet in staat om de overschotten op te vangen en te herverdelen,
om de kringen van accumulatie te regelen en dus sociale functies te vervullen.
Staten kunnen de behoeftes van de bevolking niet vervullen en de
tegenstrijdigheden oplossen. Dit alles lijdt tot een crisis van legitimiteit en
bestuurbaarheid, tot chronische instabiliteit, golven van criminaliteit,
sociale ontbinding, toenemende vervreemding.
Het
probleem van sociale controle wordt in de mondiale kapitalistische orde
fundamenteel. Dit werd bijvoorbeeld duidelijk aan het voorbeeld van de opstand
van de uitgeslotenen aan het einde van 2005 in Parijs. We zien een overgang van
sociale welvaartsstaten naar sociale controlestaten, de opkomst van
politiestaten die gevangenisindustriële complexen beheren waar de uitgesloten
bevolking in gestopt wordt, nieuwe vormen van apartheid op sociaal gebied en op
het gebied van ruimte, sociale zuivering, Katrina-achtige antwoorden van
militaire controle op rampen en andere crises. We gaan wellicht meer in het
algemeen in de richting van een mondiale politiestaat.
7.
Heeft globalisering niet ook veel landen uit onderontwikkeling getild?
Je
vraag is gesteld vanuit een misleidend analysekader van de natie-staat, alsof
wat "ontwikkelt" of wat "onderontwikkeld" is, een
natie-staat is. Dit negeert het bestaan van klasse-polarisatie, machtsrelaties
en sociale ongelijkheid binnen elke natie-staat. Globalisering heeft veel
mensen in het Zuiden in deelnemers -consumenten – omgevormd van de mondiale
markt – en heeft de cultuur van mondiaal kapitalisme verspreid, met zijn
individualisering, consumentisme, escapisme en banaliteit. Maar het heeft ook
een afglijden naar beneden (downward mobility) gegenereerd, marginalisering en
armoede voor veel meer mensen.
Ongelijkheden
hebben wereldwijd ongekende proporties bereikt. Het patroon is een polarisering
tussen de 20 procent van de bevolking die vooruit gaat aan de ene kant en de 80
procent die achterblijft aan de andere kant. Er zijn nieuwe transnationale
klasse-ongelijkheden die niet begrepen kunnen worden vanuit een
Noord-Zuid-kloof. Het mondiale Zuiden is in toenemende mate verspreid over de
planeet, evenals het Noorden. India heeft nu 200 miljoen middenklasse
consumenten die deelnemen aan de globale markt, evenals China, ook al zinken
meerderheden in die landen in bestaansonzekerheid. Mondiale sociale polarisatie
snijdt op nieuwe manieren door de nationale grenzen heen.
7.
Welke werkbare strategieën zie je om transnationaal kapitalisme het hoofd te
bieden?
Sociale
rechtvaardigheid vereist een zekere mate van transnationaal sociaal bestuur
over dit mondiale systeem van productie en financiën als een noodzakelijke
eerste stap naar een radicale herverdeling van rijkdom en macht naar de arme
meerderheden. Wat zou zo'n nieuwe component van herverdeling inhouden en hoe
zou die verwerkelijkt kunnen worden? Het zou in ieder geval een ommekeer van
neo-liberaal beleid vereisen op natie-staat-niveau. Maar herverdeling alleen is
niet genoeg. Deze zou verbonden moeten zijn aan de transformatie van klasse- en
eigendomsverhoudingen. Lokale klasse- en eigendomsverhoudingen hebben mondiale
implicaties. Webben van onderlinge afhankelijkheid verbinden het lokale met het
mondiale.
Haarden
van tegenhegemonie beginnen nu duidelijker vorm te krijgen, bijvoorbeeld met de
opkomst van een anti-neoliberaal machtsblok in Latijns Amerika rond Venezuela.
Desalniettemin is de uitdaging hoe te komen van een reactief mondiaal verzet
naar een proactief mondiaal programma. De recente ervaringen van onder anderen
Venezuela, Brazilië, Zuid-Afrika en Haïti, laten ook duidelijk zien wat de
beperkingen zijn van de invoering van een project dat op herverdeling gericht
is als het zich alleen op het niveau van de natie-staat afspeelt.
Elke
aanval op de kapitalistische staatsmacht moet een belangrijke transnationale
component bevatten. Strijden op niveau van de natie-staat zijn allerminst
onbelangrijk. Ze blijven doorslaggevend voor het vooruitzicht
op sociale rechtvaardigheid en progressieve sociale verandering. Maar elke van
deze gevechten moet deel uitmaken van een breder transnationaal
tegenhegemonisch project en een programma ter beteugeling van de mondiale markt
en de macht van mondiaal kapitaal. Een alternatief voor mondiaal kapitalisme
moet een transnationaal project zijn, met deelname van transnationale
vakbewegingen, transnationale sociale bewegingen, transnationale politieke
organisaties, en zo verder.
————————-
De
auteur William Robinson is professor in sociologie, mondiale en internationale
studies en Latijns Amerikaanse en Iberische Studies, aan de Universiteit van
Santa Barbara in Californië. Zie verder de website van de universiteit over zijn werk.