Ga naar de inhoud

We consumeren ons kapot

We
consumeren ons kapot, te midden van onze ongekende rijkdom, zonder dat meer
consumptie ons geluk nog verhoogt. Dat is onze paradoxale toestand in de 21ste
eeuw, de eeuw van de hyperconsumptie.

3 min leestijd
Placeholder image

Dit
stuk is oorspronkelijk verschenen op het weblog van de auteur

Onze
ecologische voetafdruk is onhoudbaar. We consumeren alsof we vier planeten
hebben. De klimaatopwarming is slechts één van de alarmsignalen. Bovendien
maakt de groeiende consumptie ons niet langer gelukkiger. De tevredenheid
stijgt niet meer met de toename van onze materiële rijkdom. Mensen lopen tegen
hun grenzen aan. Ze raken verstrikt in een eindeloze cyclus van werken en
consumeren. Tijdsdruk en stress groeien. In die rat-race ontbreekt de tijd om
te genieten van onze ongekende rijkdom. Het maakt ons economisch gedrag
irrationeel, onze economie inefficiënt. We staren ons als boekhouders blind op
het BNP, op de omzet van ons land, zonder de uitputting van de planeet of de
druk op ons welzijn te verrekenen.

Afkicken
van onze consumptieverslaving betekent niet stoppen met consumeren, wél
duurzaam consumeren: binnen ecologische grenzen genieten van onze overvloed
zonder anderen eenzelfde genot te ontzeggen. Het gaat om het herontdekken van
sufficiëntie, een norm van genoeg. Van niets te veel stond boven de
Apollotempel in Delphi.

Om onze
ecologische voetafdruk te verkleinen, moet de eco-efficiëntie van wat we
produceren en consumeren omhoog. Maar we consumeren de winst van
eco-technologie onmiddellijk op als we onze consumptiepatronen niet aanpassen.
Eco-efficiëntie werkt niet zonder sufficiëntie, zonder een norm van genoeg. Dat
vraagt een andere levenshouding. De klassieke theorieën verheerlijken schaarste
en stimuleren onze zogenaamd eindeloze behoeften. Een eigentijdse benadering
vertrekt vanuit de ecologische grenzen en sociale rechtvaardigheid. Anders zal
de verdelingsstrijd alleen verscherpen, zeker wanneer de ecologische impact van
onze consumptie de levenskwaliteit bij ons en meer nog in het Zuiden verder
aantast.

We
moeten met schaarste leren leven als een deel van onze menselijke conditie.
Noem het een duurzaam hedonisme. Niet meer maar beter, dat is de keuze voor een
omslag van onze economie en onze consumptie.

Daarbij
heeft iedereen een verantwoordelijkheid. Een samenleving bouw je immers niet op
een eigen-ik-eerst-logica, op een consumentistisch nastreven van eigenbelang.
We moeten opnieuw sterker als burger handelen, vanuit een rijker mensbeeld dan
de huidige consu-mens. Een moreel appel is echter te vrijblijvend. Een andere
economie overstijgt de mogelijkheden van individuele consumenten. Zo'n
ecologische omslag vereist dat de overheid er maximaal op inzet, met oog voor
de levenskwaliteit van de 21ste eeuw én voor grotere sociale rechtvaardigheid,
in eigen land, mondiaal en tegenover volgende generaties. Het gaat er niet om
meer mensen als consument te overtuigen om tegen de stroom in te zwemmen, het
gaat om het veranderen van de stroomrichting. Kortom, duurzaam leren genieten
van onze overvloed en ook anderen de kans geven ervan te genieten, vandaag en
de volgende generaties. Anders consumeren we ons kapot."

Dirk
Geldof, We consumeren ons kapot. Uitgeverij Houtekiet. 2007, 200 p.