Ga naar de inhoud

We moeten mensen hoop geven

In dit interview van Marie Durand betoogt Ugo Palheta dat links in Frankrijk zowel weerstand moet bieden aan de dreiging van het fascisme als een echt alternatief voor het Macronisme moet voorbereiden om extreemrechts echt te verslaan. (Het interview werd enkele weken voor de verkiezingen in Frankrijk gepubliceerd, GI)

10 min leestijd

(Foto van website sap-rood)

Ugo Palheta is socioloog en expert op het gebied van extreemrechts en fascisme. Zijn belangrijke boeken over dat onderwerp zijn La Possibilité du fascisme (La Découverte) en Face à la menace fasciste, sortir de l’autoritarisme (met Ludivine Bantigny, uitgegeven door Textuel). Hij is ook gastheer van een podcast waarvan de titel vertaald kan worden als ‘Middernacht in de eeuw’. In een interview voor Les Inrockuptibles spoort hij ons aan om zowel het fascistische gevaar te weerstaan als een echt alternatief voor het Macronisme voor te bereiden.

Jarenlang heb je – zo niet precies ‘voorspeld’ – op zijn minst de terugkeer van het fascisme in Frankrijk verondersteld, onder andere in je boek La Possibilité du fascisme, voor het eerst gepubliceerd in het Frans in 2018. Was je verrast door de omvang van de overwinning van het Rassemblement National op 9 juni?

Niet echt. De peilingen voorspelden het al enkele weken, maanden zelfs. Maar meer dan dat, ik heb de afgelopen zes of zeven jaar veel tijd besteed aan het benadrukken van de diepe wortels van de FN/RN-stem. Het is niet zomaar een proteststem, het is niet zomaar een voorbijgaande ‘koorts’. Het is een weerspiegeling van onderliggende trends in de Franse samenleving en politiek en – nog breder – in een kapitalisme in crisis. Tot slot, aangezien dezelfde oorzaken dezelfde effecten hebben, was er geen reden waarom de voortzetting van Macrons brutalisering van de Franse samenleving na de verkiezingen van 2022 de groei van extreemrechts niet zou blijven aanmoedigen.

Hoe interpreteer je de beslissing van Macron om vervroegde verkiezingen uit te schrijven? Is het een teken van zijn onvermogen om te regeren, van zijn politieke perversie, van zijn manier om met vuur te spelen, van het normaliseren van extreemrechts dat hij misschien eerder heeft gevoed dan bestreden?

Een beetje van dat alles. Ik zal niet ingaan op de psychologische aspecten, waar ik weinig interesse in heb. Maar ik denk dat je gelijk hebt als je die andere factoren noemt. Ten eerste is er in Frankrijk een wat Antonio Gramsci ‘crisis van de hegemonie’ noemde. Dat kan met name worden gezien in een crisis van de partijvertegenwoordiging (achteruitgang van de grote traditionele partijen, toenemende onthouding), maar ook in een crisis van de ideologische apparaten (de media en scholen, in het bijzonder), en, meer fundamenteel, in een crisis van het hegemoniale project van de heersende klasse. Vandaag de dag zijn er niet veel mensen meer die de beloften van het neoliberalisme van steeds grotere welvaart en persoonlijke emancipatie nog serieus nemen.

Zodra hij was verkozen – net als François Hollande en Nicolas Sarkozy voor hem – was Macron impopulair en moest hij het opnemen tegen grote sociale bewegingen (de gele hesjes, de beweging tegen pensioenhervormingen, de arbeiders die mobiliseerden in de publieke gezondheidszorg, enzovoort). En bij het begin van zijn tweede termijn [in 2022] kreeg hij niet eens een absolute meerderheid in de Nationale Assemblee – iets wat geen enkele vers verkozen president ooit niet was gelukt, in de geschiedenis van de Vijfde Republiek. Bovendien speelde hij voortdurend een gevaarlijk spel met extreemrechts, door hun beleidsvoorstellen (immigratiewetten, een wetsvoorstel over ‘separatisme’) en hun woorden (‘ont-beschaving’, de ‘organische natie’, ‘demografische herbewapening’) over te nemen, door sommige van hun figuren (Charles Maurras, Philippe Pétain) te rehabiliteren, of door bijvoorbeeld een interview met het racistische tijdschrift Valeurs actuelles te accepteren.

Maar uiteindelijk is zijn beslissing een gok die waarschijnlijk niet zal lonen. Als hij erop rekende dat verdeeldheid ter linkerzijde hem een absolute meerderheid zou opleveren in een confrontatie met het Rassemblement National, dan ziet het ernaar uit dat dat plan mislukt is, gezien het akkoord tussen La France Insoumise, de socialisten, de groenen en de communisten. Als hij erop rekent dat het Rassemblement National zal afbrokkelen als het Frankrijk de komende drie jaar regeert, dan is dat een verachtelijke berekening die waarschijnlijk onjuist zal blijken, kijkend naar wat we in andere landen hebben gezien.

Wat zijn de meer onderliggende krachten die de terugkeer van extreemrechts in Frankrijk de afgelopen jaren mogelijk hebben gemaakt?

Het is een vrij eenvoudige cocktail, die in wezen uit vier elementen bestaat. Ten eerste: beleid dat sociale achteruitgang en concurrentie bevordert, wat overeenkomt met wat over het algemeen ‘neoliberalisme’ wordt genoemd (denk aan de pensioen- en werkloosheidsverzekeringshervormingen). Dat leidt tot een toename van allerlei soorten onzekerheid in de samenleving, en vooral tot een algemene angst om je bestaande sociale positie te verliezen. Ten tweede: een reactionaire politisering van kwesties als immigratie, islam en onveiligheid, gegoten in een xenofobe, racistische en autoritaire toonaard.

Op dat punt hoef ik alleen maar de immigratiewet te noemen die in december werd aangenomen dankzij de stemmen van FN/RN. Dan is er, ten derde, nog de voortdurende normalisering van extreemrechtse retoriek in de politiek en de media. Tot slot is er een offensief tegen links (en in het bijzonder tegen de dominante kracht van links, sinds de verschillende verkiezingen in de lente/zomer van 2022, namelijk France Insoumise), wat de FN/RN heeft gelegitimeerd als de belangrijkste verantwoordelijke oppositie. Als je die verschillende elementen door elkaar schudt, krijg je in een oude imperiale macht in verval als Frankrijk een extreemrechts op 40 procent.

Hoe heeft het ‘autoritaire neoliberalisme’ van Emmanuel Macron bijgedragen aan die opkomende fascistische verleiding?

Als eindeloos wordt herhaald dat er eenvoudigweg geen alternatief is voor de markt, concurrentie en baanonzekerheid (omgedoopt tot ‘flexibiliteit’), enzovoort, en als alle sociale bewegingen die deze neoliberale regressie aanvechten worden bestreden – ook met steeds gewelddadigere middelen – heeft dat zijn effect op een deel van de arbeiders- en middenklasse. Het bouwt het gevoel op dat de enige manier om hun leven te verbeteren niet is om het op te nemen tegen de bezittende klasse of het kapitaal, maar tegen degenen die onder hen staan of die onder hen zouden moeten blijven, dat wil zeggen raciale minderheden en immigranten, die bovendien oververtegenwoordigd zijn in de meest uitgebuite en armste sectoren van de bevolking.

In feite belooft extreemrechts weinig of niets op economisch en sociaal gebied. Ook zij geloven dat er geen alternatief is voor het neoliberale kapitalisme. Maar om die mensen voor zich te winnen, vertrouwt het op een rassenpact en belooft het, krachtiger dan de andere partijen, dat dit pact stand zal houden: jullie, de ‘echte Fransen’, moeten ‘meester in eigen huis’ blijven, dat wil zeggen aan de top blijven, vooruit blijven gaan, enzovoort. En dan is er nog een heel eenvoudig mechanisme, in termen van de autoritaire dimensie: als je allerlei wetten en retoriek over veiligheid uitvaardigt, begunstig je impliciet extreemrechts, door geloof te hechten aan de oplossingen die het altijd heeft voorgesteld. Net als met racisme. In de woorden van Jean-Marie Le Pen: ‘Uiteindelijk zullen de kiezers het origineel verkiezen boven de kopie’.

Veel waarnemers van het Franse politieke leven en de Franse geschiedenis hebben lang volgehouden dat ons land ‘allergisch’ was voor fascisme. Hadden ze ongelijk?

Dat idee van een ‘allergie’ heeft natuurlijk altijd meer te maken gehad met nationaal-republikeinse mythologie dan met enige historische realiteit. Bovendien verdedigt niemand dat idee nog echt in deze karikaturale vorm. En dan hebben we het nog niet eens over de intellectuele oorsprong van het fascisme, waarvan de historicus Zeev Sternhell overtuigend heeft aangetoond dat het op zijn minst gedeeltelijk Frans is (ook al heeft hij zeker de neiging om de andere bronnen te bagatelliseren). Het interbellum zag de opkomst van verschillende belangrijke, zelfs massale, bewegingen in Frankrijk die meer dan een terloopse gelijkenis vertoonden met het fascisme (in het bijzonder het Italiaanse fascisme), in het bijzonder, de Parti Populaire Français, de Jeunesses Patriotes, de Chemise vertes, en, natuurlijk, de Croix-de-Feu en Action Française.

Het is lachwekkend dat sommige historici zeggen dat het Franse fascisme geen imperialistische dimensie had. Juist omdat Frankrijk al een enorm koloniaal rijk had (in tegenstelling tot Duitsland en Italië, landen die gefrustreerd waren in hun koloniale ambities), had het geen behoefte aan die agressieve imperialistische dimensie. En hoewel het Vichy-regime werd geïnstalleerd in de nasleep van een militaire nederlaag en dus niet de triomfalistische dimensie van het Italiaanse of Duitse fascisme had, was het ook het product van een langer durende draai onder de Franse elites, een vastberadenheid om links en de arbeidersklasse in het nauw te drijven, en de kracht van nationalistische bewegingen, een cocktail die we in het fascisme in bredere zin terugvinden.

Denk je dat links een nieuw antifascisme moet uitvinden? Op welke basis? En welke regels zou het zichzelf moeten opleggen.

We hebben een dringende taak voor ons, en het gaat niet alleen om antifascisme. Als links niet verder gaat dan antifascisme zal het uiteindelijk zwaar verslagen worden. We moeten zowel de fascistische dreiging afweren als een alternatief voor het Macronisme voorbereiden: niet alleen op het gevaar wijzen maar hoop op verandering creëren. Serieus antifascisme vereist een inspanning op de langere termijn. Dat betekent in de eerste plaats dat we af moeten van een oppervlakkig en instrumenteel antifascisme – het soort dat we zien op verkiezingsavonden en oproepen tot een gemeenschappelijk front in tweede rondes van verkiezingen. Ik zeg niet dat we niet moeten nadenken over keuzes in de tweede ronde. Maar dat is waarschijnlijk de slechtste manier om de vraag over antifascisme te stellen.

Als het doel van de beweging het terugdringen – en uiteindelijk politiek elimineren – van extreemrechts is, dan moeten we beginnen met het herscheppen van een antifascistische politieke cultuur die past bij de huidige tijd. Dat betekent een cultuur die niet langer alleen of voornamelijk vertrouwt op het verzet tegen het nazisme als kompas. Voor veel jongeren is dat een bladzijde in de geschiedenisboeken. Natuurlijk kunnen en moeten we de geschiedenis van fascisme en antifascisme doorgeven, de wortels van extreemrechts begrijpen, neofascistische strategieën ontcijferen, enzovoort. Dat probeer ik te doen in mijn podcast Minuit dans le siècle. Maar vanuit de strijd tegen extreemrechts moeten we ook de maatschappij om ons heen herpolitiseren en het antifascisme verbinden met alle bevrijdingsbewegingen: vakbeweging, feminisme, strijd tegen racisme, voor ecologie, enzovoort.

Denk je dat links in staat is om zich te verenigen, ondanks de interne verdeeldheid?

Eenheid is nooit een gegeven: het is een strijd, in beide betekenissen van het woord. Eenheid moet gewonnen worden tegen de neiging van elke organisatie om alleen voor haar eigen belangen te zorgen. Dat is niet alleen een kwestie van politieke partijen: de vakbonden, verenigingen en collectieven hebben ook een belangrijke rol te spelen in de eenheid als we willen winnen. Maar we moeten ook een eenheid bereiken die niet slechts een kleinst gemene deler is. Eenheid moet gebaseerd zijn op het breken met deze maatschappij van competitie, ongelijkheid en vervreemding, die zoveel mensen niet meer willen.

We hebben met de verschrikkelijke ervaring van het presidentschap van Hollande (2012-17) gezien dat als we de ellendige reeks van links verraad herhalen, en als we het opgeven om de samenleving te transformeren in de richting van gelijkheid en sociale rechtvaardigheid, we onvermijdelijk de opkomst van extreemrechtse krachten zullen aanmoedigen en hen zelfs een kans voor open doel zullen bieden. De inzet kan dus nauwelijks hoger zijn. Het gaat niet alleen om eenheid, maar om het gebruik van die eenheid om een meerderheid in het land te winnen en te laten zien dat we de samenleving kunnen veranderen en ons leven kunnen veranderen. Extreemrechts is immers de partij van de wanhoop. We moeten de mensen dus hoop geven.

Dit artikel stond op Les Inrockuptibles. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.