Ga naar de inhoud

Wie extreemrechts beleid zaait… oogst extreemrechts beleid

Zondag 9 juni werden de Europese verkiezingen afgesloten. Het meest opvallende van deze verkiezingen is misschien wel de opkomst van extreemrechts, dat een lang sluimerende verrechtsing in de EU consolideert. 

10 min leestijd

(Foto: Miguel Urban CRESPO in het Europees Parlement in Strasburg. Foto van GUE/NGL)

De huidige verdeling van extreemrechts in drie fracties in het Europees Parlement vertroebelt het beeld van de verkiezingsuitslag. We kunnen er echter niet aan voorbij gaan dat extreemrechts met iets meer dan 20 procent van de stemmen de op één na populairste kracht in Europa is, vóór de sociaaldemocraten. 

Extreemrechts is de leidende kracht geworden in Italië, Frankrijk, Hongarije, België, Oostenrijk en Polen, en de tweede macht in Duitsland en Nederland. De Partij van de Europese Sociaaldemocraten won alleen in Zweden, Roemenië en Malta, en speelde gelijk met rechts in Portugal. 

De partij van Le Pen, Rassemblement National (RN), won niet alleen de Europese verkiezingen in Frankrijk voor de derde keer op rij, met twee keer zoveel stemmen als de regeringspartij, maar werd ook de partij met de meeste Europarlementariërs. Dat illustreert de kracht van extreemrechts in Europa. Het resultaat veroorzaakte een ware aardbeving in Frankrijk, waar Macron zich genoodzaakt zag om vervroegde parlementsverkiezingen uit te schrijven. 

Extreemrechts is sinds de eeuwwisseling gestaag gegroeid in Europa: van nauwelijks genoeg leden om een fractie te vormen in het Europees Parlement tot de op één na grootste kracht nu. In tien jaar tijd heeft extreemrechts zijn steun verdubbeld en ontpopt het zich als een kracht die de parlementaire meerderheden in de volgende zittingsperiode zou kunnen bepalen. De eurocratische bureaucratie in Brussel neemt die mogelijkheid heel serieus en is daarom begonnen met een campagne om onderscheid te maken tussen ‘goed’ extreemrechts en ‘slecht’ extreemrechts. Een (‘goed’) extreemrechts dat ondubbelzinnig het neoliberale economische beleid, remilitarisering en geostrategische onderwerping aan de Europese elites en de NAVO omarmt, en een (‘slecht’) extreemrechts dat die in twijfel blijft trekken, zij het steeds schuchterder. 

De verleiding van een make-over

Tijdens de verkiezingscampagne opende de EVP-kandidaat voor het voorzitterschap, Ursula von der Leyen, de deur naar een pact met een deel van extreemrechts, vertegenwoordigd door Meloni, het ‘goede extreemrechts’. De voorzitter van de Europese Volkspartij (EVP), de Duitser Manfred Weber, sprak zich vorig jaar tijdens een ontmoeting met de Italiaanse premier Georgia Meloni al uit voor een akkoord met extreemrechts. Deze toenadering helpt de normalisatie van extreemrechts als een aanvaardbare partner, legitimeert niet alleen haar politieke ruimte, maar ook haar beleid en haatzaaiende uitspraken, die steeds meer terrein winnen bij het Europese electoraat. Dit is een goed voorbeeld van de leidende rol die extreemrechts naar verwachting zal spelen in deze nieuwe zittingsperiode, waarin het een sleutelrol zal spelen bij het behalen van parlementaire meerderheden. 

Het lijkt erop dat Le Pen niet opnieuw buiten deze make-overoperatie wil vallen. Ze is zich ervan bewust dat ze haar specifieke dédiaboliseringsproces moet voltooien, niet alleen om een stem te hebben in het volgende Europees Parlement, maar vooral om een kans te maken in de volgende Franse presidentsverkiezingen. Extreemrechts in Frankrijk heeft daarom bij Meloni aangeklopt in een poging haar krachten te bundelen en de tweede politieke kracht in het Europees Parlement te worden.

De komende drie weken worden de fracties van het Europees Parlement gevormd. Dan zal het volledige mysterie van Meloni’s keuze ontcijferd worden. Voor de sirenenzang van de Volkspartij of om een grote extreemrechtse fractie te leiden. Jorge Buxadé van het Spaanse Vox herinnerde Alberto Núñez Feijóo eraan: ‘Raak niet van streek want Giorgia Meloni is één van ons’. Er lijken voor rechts en extreemrechts een paar interessante en complexe weken in het verschiet te liggen om te zien hoe de fracties van het Europees Parlement uiteindelijk worden samengesteld. 

Het einde van het tweepartijenstelsel?

In 2019 slaagden, voor het eerst in de geschiedenis van het Europees Parlement, de Volkspartij (EVP) en de Sociaaldemocraten (S&D) er niet in een absolute meerderheid te behalen. Bij deze verkiezingen, vijf jaar later, zijn de socialisten niet langer de op één na populairste kracht. Ze zijn door extreemrechts gedegradeerd tot een historische derde plaats. De socialisten en de Volkspartij hebben de wind niet in de zeilen. Ze moeten de grote coalitie die Europa tot nu toe heeft geregeerd steeds meer uitbreiden met nieuwe krachten.

In de vorige zittingsperiode hebben de liberalen van Renew Europe, en bij bepaalde gelegenheden de Groenen, een fundamentele rol gespeeld bij de vorming van meerderheden in het Parlement en bij de goedkeuring van de belangrijkste maatregelen: de Green Deal, de Europese remilitarisering, het Pact inzake immigratie en asiel, enzovoort. Precies die twee groepen hebben nu het meeste verloren: 20 respectievelijk 18 zetels. Hoewel ze zich in 2019 tot op zekere hoogte opwierpen als vernieuwers van een verouderd tweepartijenbestuur, heeft hun onvermogen om aan de verwachtingen te voldoen ertoe geleid dat ze een hoge electorale prijs hebben moeten betalen. Desondanks lijken ze twee fundamentele krachten te zijn bij het veiligstellen van grote coalitiemeerderheden. 

Het duidelijkste voorbeeld van de erosie van de Renew Europe-formule is misschien wel Emmanuel Macron in Frankrijk, wiens partij niet eens 15 procent van de stemmen haalde. Macron vertegenwoordigt een soort lege politieke figuur, een uithangbord om uit de crisis van de machtsblokvertegenwoordiging en de corruptie van de grote partijen te komen. Dat werd verkocht als een formule die het extreme midden in één enkele partij zou samenbrengen. Een modelpoliticus uit de wereld van het bedrijfsmanagement, die juist wordt gezien als manager van de ongelijkwaardige ‘civil society’, maar garant staat voor de neoliberale (wan)orde. Kortom: een soort buitenstaander om de status quo te handhaven.

In feite maakt Macron deel uit van een wereldwijde trend van de opkomst van autoritaire neoliberale populistische leiders uit het bedrijfsleven en de financiële wereld, die niet langer vertrouwen hebben in professionele politici, maar in plaats daarvan hun eigen elitebelangen sturen vanuit de frontlinie van de politiek. Deze verkiezingen hebben niet alleen geleid tot de ondergang van het Macronisme als de prins van het neoliberale Europeanisme die de grote coalitie moest vervangen. Ze openen ook een onzeker scenario voor de vervroegde parlementsverkiezingen (juni) en voor de Franse presidentsverkiezingen. En degenen die zich probeerden te profileren als vertegenwoordigers van het Spaanse Macronisme, de Ciudadanos, hebben met het verlies van hun acht Europarlementariërs definitief het loodje gelegd. 

Protest en rechtse hergroepering

Er lijkt een nieuwe groep in het Europees Parlement te ontstaan rond de Italianen van de Vijf Sterren Beweging en de Duitsers van de Sahra Wagenknecht AlliantieVoor Rede en Rechtvaardigheid. Een slecht gedefinieerde politieke ruimte, gebouwd op partijen die gemeen hebben dat ze het moeilijk vinden om zich aan te sluiten bij een van de andere fracties in het Parlement, hetzij door politieke verschillen of door het veto van andere krachten, zoals historisch het geval was met de Vijf Sterren Beweging. Deze groep is vergelijkbaar met het Europa van Vrijheid en Directe Democratie (EFDD) in de zittingsperiode 2014/2019. Het is evenwel nog maar de vraag of ze genoeg bondgenoten zullen vinden om te kunnen voldoen aan de parlementaire regel van minimaal 25 Europarlementariërs uit ten minste zeven verschillende EU-landen. 

Meer dan 100 gekozen leden van het Europees Parlement hebben geen duidelijke fractie in het Europees Parlement. Dat laat duidelijk het gewicht van de antipolitieke proteststem zien in deze verkiezingen, vreemd aan de gevestigde fracties in het Europees Parlement. Een goed voorbeeld hiervan is Fidias Panayiotou, een 24-jarige Cypriotische tiktokker, die de tweede werd en met meer dan 20 procent van de stemmen twee zetels won, en ook Alvise Pérez, de kandidaat van Se Acabó La Fiesta (‘Het feestje is afgelopen’), een van de verrassingen in Spanje, die met 800.000 stemmen drie zetels won. 

Het is een proteststem, gemobiliseerd om ‘de democratie terug te krijgen die ontvoerd is’ door de corrupte politieke oligarchie, door ultrarechts traditioneel omschreven als ‘partidocratie’, resulterend in de verdediging van een soort antipolitiek. Het electorale succes van deze campagne, die beweert een democratie te redden die door de elites is ontvoerd, kan niet worden begrepen zonder het democratische tekort te beoordelen van de samenlevingen waarin ze opduikt. Het is daarom geen toeval dat het vooral duidelijk is bij de Europese verkiezingen, de systemische transformatie van een geglobaliseerde samenleving en de delegitimering van politiek en beleid dat daarbinnen heeft plaatsgevonden in het licht van de devaluatie van ideologieën. Zowel binnen als buiten het systeem winnen buitenstaanders steeds meer politiek gewicht in het Europees Parlement. 

Wat zijn de vooruitzichten voor links?

Hoewel links nog steeds de laatste plaats inneemt in het Europees Parlement in afwachting van de oprichting van een nieuwe fractie, is het er in tegenstelling tot 2019 in geslaagd om het verlies af te zwakken en zou het zelfs licht kunnen stijgen, zodra de verdeling van nieuwe leden die geen lid zijn van een fractie in de komende weken duidelijk wordt. Bijzonder relevant waren de resultaten in Finland, waar links de op een na grootste kracht is, in Italië, waar links opnieuw vertegenwoordigd werd, en in Frankrijk waar Insoumise de grootste groep Europarlementariërs voor links opleverde.

Deze verkiezingen toonden eens te meer het groeiende verlies aan legitimiteit van de EU onder sociale bewegingen in heel Europa, waarbij niet-stemmen het opnieuw won in bijna elk land. De EU vindt het steeds moeilijker om geassocieerd te worden met ‘Europese waarden’ zoals democratie, vooruitgang, welzijn en mensenrechten. Een organische crisis in de Gramsciaanse zin van het woord, het resultaat en de verdieping van de crisis van het post-Maastrichtse model van Europees kapitalisme, dat een waar neoliberaal keurslijf is, met een dodelijke combinatie van bezuinigingen, vrijhandel, roofschulden en onzeker, slecht betaald werk, het DNA van het huidige financiële kapitalisme. 

Die legitimiteitscrisis betekent niet alleen dat EU-beslissingen koste wat het kost de nationale parlementen proberen te omzeilen, maar ook dat elk referendum of elke raadpleging van burgers die direct of indirect te maken heeft met Europese kwesties met argwaan en angst wordt bekeken. Elke dag ontwaken meer en meer mensen uit de Europese droom en raken op drift tussen een neoliberaal en militaristisch Europeanisme dat door de EU-elites wordt verdedigd en een uitsluitingsnationalisme dat zich op nationaal niveau ontwikkelt. Een organische crisis in het Europese project die ruimte creëert die mutaties, aanpassingen, herschikkingen en vooral de opkomst van monsters in de hand werkt, zoals we bij deze verkiezingen hebben gezien. 

Verkiezingen die de verschuiving van Europa naar rechts bevestigen, waar extreemrechts niet langer als eurosceptisch maar als eurohervormingsgezind overkomt en zich een plaats in het bestuur van de EU voorbehoudt; het failliet van de oude grote coalitiemeerderheden; het einde van het Macronisme en zijn poging tot een groot Europees centrumrechts te komen; de opkomst van outsider-opties van antisysteem en antipolitiek protest; en de groei van niet-stemmen en de ontgoocheling met de machinerie van de EU. Dat alles tegen een achtergrond van het slaan op de oorlogstrommels, wat ons gevaarlijk dicht bij het scenario van een nieuwe wereldwijde militaire confrontatie brengt, tegen een achtergrond van klimaatnood en de ontmanteling van het multilaterale bestuur en het internationale recht die de wereld sinds de Tweede Wereldoorlog hebben geregeerd. 

Het is een gevaarlijke cocktail die nieuwe conflicten voorspelt, een nieuwe samenstelling van de spelers, een verbreding van het slagveld en vooral een versnelling van nieuwe en oude trends. Maar er is één les die duidelijk naar voren komt uit deze Europese verkiezingen: als je extreemrechts beleid zaait – het migratiepact is slechts één voorbeeld – dan oogst je… extreemrechts beleid.

Dit artikel stond op Público. Nederlandse vertaling redactie Grenzeloos.