Zweden en Finland bij de NATO…
Wie de voorbije 30 jaar overloopt, sinds het einde van de Sovjet-Unie (december 1991), ziet er de gestage uitbreiding van het westers militair bondgenootschap naar het oosten, tot aan de grens met Rusland. Door de hereniging van Duitsland werd de ex-DDR de eerste NATO-victorie, daarna gevolgd door verschillende uitbreidingsgolven: 1999: Polen, Hongarije en Tsjechië, 2004: de Baltische staten, Bulgarije, Roemenië, Slowakije en Slovenië, 2009: Albanië en Kroatië, 2017: Montenegro, 2020: Noord Macedonië… Een enorm succes voor Washington, dat van de NATO het instrument gemaakt heeft om de Amerikaanse geostrategische belangen wereldwijd te verdedigen.
(Door Herman Michiel, oorspronkelijk verschenen bij Ander Europa, kaart wikipedia.org (CC By SA 3.0)
Een regelrechte ramp echter voor de wereldvrede, omdat de Amerikaanse strategen zich mordicus verzet hebben tegen alle pogingen, al in de jaren ’80 onder sovjet leider Gorbatsjov en vervolgens – na opheffing van het Warschaupact – onder de zeer westers-vriendelijke Russische president Jeltsin en zelfs onder zijn opvolger Poetin, om niet alleen de Koude Oorlog te beëindigen, maar de kansen op oorlog in het algemeen, in het bijzonder de kans op nucleaire conflicten te verminderen. Als de term peace dividend [1] nauwelijks doorgedrongen is tot het politieke vocabularium, is het omdat de Verenigde Staten, om het even Democratisch of Republikeins geleid, er actief voor geijverd hebben dat de westerse militaire én nucleaire aanwezigheid de absolute voorrang heeft op de wereldvrede. Wie dit een partijdige interpretatie vindt, moet de strikt academische studie Not One Inch van de Amerikaanse historica M.E. Sarotte lezen [2], die uiterst nauwgezet alle stappen van de minutieus geplande US-NATO-strategie uit de doeken doet. Als er onder Europese politieke leiders enige ongerustheid was over deze agressieve koers, dan hebben ze er zich nooit tegen schrap gezet, maar integendeel, het politieke spel in zéér beperkte Atlantische kringen meegespeeld.
Wie echter een kaart van Europa ter hand neemt, zal merken dat er in de Atlantische omsingelingsbeweging een opmerkelijk hiaat is, aangezien Finland en Zweden geen NATO-leden zijn. Noorwegen is het wel, maar toch met een aantal serieuze beperkingen. Zo bepaalde Oslo bij zijn toetreding als stichtend lid in 1949 dat de NATO er geen kernwapens mocht installeren, noch militaire basissen of legereenheden in vredestijd. Een soortgelijke beperking liet Denemarken optekenen bij zijn toetreding. Anderzijds neemt het niet-lidmaatschap van Finland en Zweden niet weg dat ze als ‘partners’ grotendeels geïntegreerd zijn in het militair bondgenootschap.
De NATO-strategen zien dus een historische kans om hun ‘trek naar het Oosten’ met een nieuwe triomf te verstevigen. Het militaire belang daarvan is ontegensprekelijk – Finland heeft een 1300 km lange grens met Rusland, en Zweden is van strategisch belang voor de Baltische zee – maar ook ideologisch zou het volle lidmaatschap van Finland en Zweden bewijzen dat neutraliteit op den duur niet houdbaar is, en dat iedereen zijn kamp moet kiezen: de NATO of Poetin. Lange tijd gold de Noordse neutraliteitspolitiek als een succes voor de vredesdiplomatie, die ook in Scandinavië zelf op veel steun kon rekenen, maar nu de publieke opinie er ten gevolge van verontwaardiging over Poetins inval in Oekraïne aan het kantelen is, opent er zich een ‘window of opportunity’ voor de NAVO-strategen. Die zijn er zich sterk van bewust dat het ‘venster’ zich opnieuw kan sluiten, bijvoorbeeld als de gevolgen van een lange oorlog op allerlei gebieden (vluchtelingen, energievoorziening, militaire budgetten,…) beginnen voelbaar te worden. Men moet er niet aan twijfelen dat de ‘sense of urgency’ die in Washington heerste toen ze in de jaren ’90 Jeltsin als een gewillige pion in handen hadden om hun NATO-expansie door te drukken ook nu weer volop speelt. Zelfs de hart- en alcoholproblemen van de Russische president werden toen door westerse diplomaten angstvallig in het oog gehouden, want na Jeltsin zou er zich wellicht nooit meer zo’n kans op de inschikkelijkheid van het Kremlin voordoen .
Diezelfde gehaastheid ziet men nu ook in het geval van de NATO toetreding van Finland en Zweden. Dat de Zweedse minister van buitenlandse zaken Linde haastig naar Washington moest op 5 mei voor een onderhoud met haar Amerikaanse collega Blinken kon bijna voorspeld worden. Al is de stemming in Zweden nu pro-NATO, men wil er blijkbaar geen risico’s nemen en eerste minister Andersson sloot een referendum over de toetreding uit. Ook in Finland is er momenteel een ‘open venster’, aangezien de Linkse Alliantie, lid van de regeringscoalitie en in principe tegen NATO- lidmaatschap, onlangs liet weten van dat lidmaatschap geen principekwestie te zullen maken.
Toetreding van nieuwe leden tot het NATO-bondgenootschap vereist volgens de statuten de unanieme goedkeuring van alle leden, wat in principe een nieuw obstakel zou kunnen vormen. Kroatië verklaarde bijvoorbeeld dat het tegen toetreding van de twee Scandinavische landen zou stemmen. Maar Washington zal ongetwijfeld zulk haar uit de boter weten te plukken. Toen er in 1997 door Washington bepaald was dat Polen, Tsjechië en Hongarije als eerste ex-Oostbloklanden zouden toetreden waren er bedenkingen in Europa, en door heel wat belangrijker landen dan Kroatië (Duitsland, Frankrijk…), wat Clinton er niet van weerhield de uitbreiding van de NATO aan te kondigen nog voor de top van Madrid waarop dit moest beslist worden.
Eén ding is duidelijk: wie kiest voor de NATO, kiest voor een verderzetting van de oorlog in Oekraïne, zonder enige poging tot onderhandeling. Al hun woordvoerders (Biden, Austin, von der Leyen, Borrell, Michel, Stoltenberg… ) hebben het alleen over de overwinning op het slagveld, niet één ervan over onderhandelingen. Citoyens, faites vos choix!
——————-
[1]Met peace dividend, ‘opbrengst door vrede’, werd ten tijde van de Val van de Berlijnse Muur en de ontbinding van de Sovjet-Unie en het Warschau-pact het vooruitzicht benoemd om wat bespaard kon worden op militaire uitgaven uit te geven aan investeringen in sociale vooruitgang.
[2]M.E Sarotte, Not One Inch, America, Russia and the Making of the Post-Cold War Stalemate, Yale University Press, 2021.
Lees over het lidmaatschap van Zweden en Finland ook Ludo De Brabander, Zweeds en Fins lidmaatschap van de NAVO hangt in de lucht, Marc Vandepitte, Waarom uitbreiding van NAVO met Finland en Zweden geen goed idee is, Freddy De Pauw, Biden en zijn haviken.