Ga naar de inhoud

EU respecteert internationaal recht … à la carte

Het internationaal recht, het internationaal recht, de Europese Unie is een hevig verdediger van het internationaal recht, tenminste als het in haar kraam past. De verkrachting van dat recht door Rusland in het geval van Oekraïne kon op een fenomenale reactie van de EU rekenen in de vorm van economische sancties, opvang van vluchtelingen en miljardenhoge leveringen van wapens.

4 min leestijd

De verkrachting van hetzelfde internationaal recht door Israël krijgt in het beste geval een gefluisterde afkeuring, en er geldt geen Europees verbod op wapenexport naar Israël, noch op de transit van VS-wapenleveringen via Europese (lucht-)havens.

Maar er is nog een ander minder bekend geval waar het internationaal recht het moet afleggen van commerciële belangen van Europese bedrijven en de uitbestedingspolitiek van het EU-grensbeleid. Het betreft de westelijke Sahara, een gebied zo groot als de helft van Frankrijk dat grotendeels door Marokko bezet en bestuurd wordt. Tot 1975 was het een kolonie van franquistisch Spanje, en als Spanje zich terugtrok nam Marokko de rol van kolonisator over. Het recht op zelfbeschikking van het kleine Sahrawi-volk was weliswaar erkend door het Internationaal Gerechtshof in Den Haag, en werd door het Polisario gewapenderhand verdedigd, maar dat woog niet op tegen het Marokkaanse leger.

Internationaal recht of niet, de Europese Unie vond het altijd interessanter om Marokko’s aanspraken op de westelijke Sahara niets in de weg te leggen. Frankrijk ging verder als Macron eind juli de Marokkaanse aanspraken op het gebied erkende. En Spanje, dat traditioneel de Marokkaanse claims op de westelijke Sahara verwierp, verklaarde in augustus dat er een nieuw tijdperk was aangebroken over de relaties tussen beide landen, waarbij Spanje de “autonomie van de westelijke Sahara onder Marokkaans gezag” als de beste oplossing zag. Het is natuurlijk gemakkelijker om handelsovereenkomsten af te sluiten met een gevestigd regime dan met rebellen die hun rechten opeisen. De laatste jaren kwam daarbij dat de EU ook probeert heel Noord-Afrika op te nemen in zijn poging om de zuidelijke buitengrens van de EU naar die regio te verplaatsen.

Men vraagt zich misschien af of er veel te rapen valt bij een gebied dat hoofdzakelijk uit woestijn bestaat en slechts 600.000 inwoners telt. Het gebrek aan water verhindert een noemenswaardige landbouwactiviteit; er zijn wel fosfaatmijnen maar de belangrijkste activiteit is de visvangst in de visrijke gebieden langs de 800 km lange kustlijn. En dat is de voornaamste reden voor de Europese interesse voor het gebied, en de inschikkelijkheid voor de Marokkaanse claim op het gebied.

Wanneer de EU handelsovereenkomsten afsluit met Marokko, gaat Rabat er steevast van uit dat de westelijke Sahara deel uitmaakt van de overeenkomst. Op die manier konden Europese vissers actief blijven langs de Sahrawi-kust.

Maar EU’s eigenste Hof van Justitie had al vanaf 2015 bezwaar tegen het uitbreiden van overeenkomsten met Marokko tot westelijke Sahara . In 2016 en in 2018 stelde het Hof dat de westelijke Sahara alleen deel kon uitmaken van overeenkomsten met Marokko als er daarvoor toestemming was door het Sahrawi-volk. De EU dacht zulke toestemming te kunnen aantonen door ‘consultaties’ te houden in het gebied. Maar het Hof betwistte die interpretatie omdat niet het Sahrawi-volk was geraadpleegd maar bewoners van het gebied, waaronder veel Marokkanen, terwijl een groot deel Sahrawi het gebied ontvlucht waren. Opnieuw tekenden Raad en Commissie beroep aan. Maar op 4 oktober verwierp het Hof het beroep definitief.

Men zou verwachten dat de o zo aan het internationaal recht verknochte EU en haar lidstaten zich bij deze beslissing van hun hoogste rechtsorgaan zullen neerleggen. Dat valt echter nog af te wachten. In een reactie stelt het Frans ministerie van buitenlandse zaken:

Het zou niet gepast zijn commentaar te geven op deze uitspraak van het Hof. In ieder geval herbevestigt Frankrijk zijn niet aflatende inzet voor het speciale partnerschap met Marokko en zijn vastberadenheid om dit verder te verdiepen. (…)  Zoals president Macron ter gelegenheid van de troonrede aan Zijne Majesteit schreef, blijft Frankrijk onder meer vastbesloten Marokko te steunen bij zijn inspanningen om de economische en sociale ontwikkeling van de Westelijke Sahara te bevorderen ten gunste van de lokale bevolking.”

Zal de uitspraak van het Europees Hof van Justitie in de EU even dwingend toegepast worden als bij uitspraken die het arbeidsrecht aantasten?