Importtarieven als wapen: Hoe Trump de rijken rijker maakt
Trump presenteert zijn nieuwe importtarieven als een “bevrijding” voor de Amerikaanse economie, maar in werkelijkheid vergroten ze vooral de kloof tussen rijk en arm. Werkende gezinnen betalen de prijs, terwijl miljonairs en multinationals profiteren van belastingvoordelen en hogere winsten.

(Foto: Gage Skidmore, Flickr & Pixabay via Canva Teams / CC BY-SA 2.0)
De handelspolitiek van Trump is in de eerste twee maanden van zijn tweede presidentschap buitengewoon onvoorspelbaar geweest. Deadlines voor invoerheffingen kwamen en werden zonder enige logica uitgesteld, waardoor de grensoverschrijdende handel in het ongewisse bleef.
Die volatiliteit was een nachtmerrie voor investeerders uit de bovenste één procent, maar zij krijgen nu enige duidelijkheid dankzij de inhuldiging van Trump’s zogenoemde “Bevrijdingsdag” — een alomvattend pakket van vergeldingsheffingen op alle geïmporteerde producten uit handelslanden die volgens Trump de VS-export benadelen via hun eigen reguleringsregimes.
Maar deze klasse van vermogende individuen heeft geen reden om zenuwachtig of bezorgd te zijn. Zij zullen op lange termijn financiële winst boeken, omdat zij over de middelen beschikken om zich adequaat aan te passen en financiële beslissingen te nemen die hun kapitaal doen groeien — om nog maar te zwijgen van de economische voordelen die zij zullen ontvangen dankzij de belastingverlaging die momenteel deel uitmaakt van de Republikeinse agenda.
Trump’s handelsoorlog is een klassenoorlog die bedoeld is om de progressieve belastingheffing te ondermijnen
Hetzelfde kan echter niet gezegd worden van de arbeidersklasse. De willekeurige inzet van heffingen op alle ingevoerde goederen is een regelrechte aanval op hun levensstandaard.
En dat komt omdat Trump’s handelsoorlog een klassenoorlog is die niet bedoeld is om de Amerikaanse maakindustrie nieuw leven in te blazen, maar om de progressieve belastingheffing te ondermijnen.
De regering-Trump heeft aangevoerd dat de invoering van heffingen cruciaal is om een nieuw tijdperk van welvaart voor de VS in te luiden. De regering verwacht dat zijn heffingsregime een enorme meevaller aan belastinginkomsten zal genereren, waardoor er de komende jaren duizenden miljarden dollars beschikbaar komen voor de federale overheid.
Het ingezamelde geld kan dan worden gebruikt om het begrotingstekort te verkleinen en de steeds groter wordende nationale schuld te financieren.
De staatskas zal – zo luidt de redenering – overlopen van de inkomsten, zodat de federale belastingsdienst (Internal Revenue Service) kan worden afgeschaft en vervangen door een nieuwe instantie, External Revenue Service.
Federale inkomstenbelasting zal geleidelijk verouderd raken en in de prullenbak van de geschiedenis belanden, om nooit meer te worden teruggehaald.
Kromme redenering
Deskundigen en waarnemers hebben al veel van de kernargumenten van Trump en zijn trawanten weerlegd. Het willekeurig toepassen van tarieven zal de productie van de VS niet herstellen, en een kleine rekenoefening bewijst dat de buitensporige inkomstenvoorspellingen van de regering niet kloppen.
Om de binnenlandse productie te stimuleren, moeten invoerheffingen worden toegepast en gericht zijn op sectoren met een relatief lage, maar groeiende vraag. Hernieuwbare technologieën en elektrische voertuigen zijn daar twee schoolvoorbeelden van. Anders zullen heffingen op sterk concurrerende goederen de prijzen opdrijven en VS-bedrijven benadelen ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten.
De enige manier om de verslechterende levensstandaard en extreme vermogensconcentratie tegen te gaan, is door de rijken te belasten
Bovendien zullen deze invoerheffingen niet worden betaald door buitenlandse bedrijven of landen. De heffingen worden dan betaald door inwoners van de VS. Ze zullen een reeks ingevoerde consumentengoederen duurder maken, wat de koopkracht van werkende huishoudens nog meer onder druk zet.
Eén schatting zegt dat ‘Bevrijdingsdag’ het beschikbare inkomen van het gemiddelde huishouden met minstens 1.600 en tot wel 2.000 dollar zal verlagen. Kortom, het zal de burgers niet verrijken.
Hogere prijzen kunnen de bedrijfswinsten verhogen als het consumptieniveau gelijk blijft, maar er is geen garantie dat deze extra inkomsten zullen worden geïnvesteerd in het uitbreiden van de productieve capaciteit van het land.
De bedrijfswinsten zijn de afgelopen 50 jaar enorm gestegen, maar deze winsten zijn niet geïnvesteerd in binnenlandse productie; in plaats daarvan zijn ze gebruikt om buitensporige salarissen voor topmanagers, dividendbetalingen aan aandeelhouders en recordaankopen van eigen aandelen te ondersteunen.
Toenemende ongelijkheid
Heffingen verergeren, als ze al iets doen, het al bestaande probleem van extreme ongelijkheid. Wanneer het economische aandeel van de rijken groeit, gebruiken zij deze nieuwe middelen om meer rijkdom te onttrekken aan de arbeidersklasse door kritieke activa aan te kopen, zoals woningen en infrastructuur waarvan gewone burgers afhankelijk zijn, zoals energiecentrales. Ze doen dat vaak via privaat vermogen en vermogensbeheerders.
De tarieven zullen nog meer van zuurverdiende rijkdom en inkomen van de arbeidersklasse overdragen naar de rijksten
Deze vermogensbeheerders verbeteren zelden de kwaliteit van de geleverde diensten, maar ze verhogen wel de tarieven om de winst voor hun vermogende klanten te maximaliseren.
De enige manier om de verslechterende levensstandaard en extreme vermogensconcentratie tegen te gaan, is door de rijken te belasten en het aanbod en de toegankelijkheid van publieke goederen te vergroten.
De heffingen die vandaag worden ingevoerd en de belastingverlagingen die op komst zijn, zullen weinig bijdragen aan het waarmaken van Trump’s beloften: het in evenwicht brengen van de begroting, het stimuleren van investeringen in productie, het verhogen van de inkomsten of het creëren van nieuwe banen met waardige lonen.
Ze helpen de arbeidersklasse niet en leveren haar geen voordelen op – maar ze zullen wel nog meer van haar zuurverdiende rijkdom en inkomen overdragen naar de rijksten.
Omar Ocampo is onderzoeker bij het Program on Inequality and the Common Good van het Institute for Policy Studies. Dit artikel verscheen eerder op Inequality.org. Vertaling: De Wereld Morgen