Nutteloos manifest
Afgelopen week maakte Nederland toch maar mooi twee keer wereldnieuws. Eerst werd Jacqueline Beekman uit Amstelveen wereldkampioen rummykup door in een Limburgse mergelgrot de beste speler van Zuid-Korea te verslaan. Ongeveer tegelijkertijd werd in het Amsterdamse politiek-culturele centrum De Balie het meest overbodige manifest ooit gepresenteerd.
Geschreven als column voor Konfrontatie Digitaal
De opstellers van “Het Sociaal-Kaptialistisch Manifest” zijn de heren van de waterlandstichting. Op de eigen website omschrijft de klup zich als “Een progressieve denktank die de linkse leegte te lijf gaat en antwoorden wil formuleren op de nieuwe uitdagingen van deze tijd.” Het zou me allemaal volledig ontgaan zijn als hun “Manifest”, althans een verkorte versie ervan, niet prominent in het NRC van 4 november afgedrukt stond en begon met de volgende tenenkrommende konstatering: “Sinds de val van de muur in 1989 accepteert vrijwel iedereen – de SP niet uitgezonderd – dat er slechts één duurzaam houdbaar economisch model is: het kapitalistische model.” Dat zet inderdaad goed de toon. Het ‘manifest’ gaat voort met het steken van veren in de kapitalistische reet, maar vindt dat er hier en daar toch iets ‘bijgesteld’ moet worden. Kijk zelf maar (pdf), als je me niet gelooft.
Er worden zeven “gulden regels van goed economisch beleid” opgelepeld die op één na allemaal zo obligaat zijn dat Balkenende zelf er geen enkel probleem mee zal hebben. Minstens zo kwalijk is dat op geen enkele plek een duidelijke keuze gemaakt wordt voor een ander beleid. Het blijft allemaal steken bij een larmoyant enerzijds anderzijds, met als eindbalans dat het eigenlijk allemaal best goed gaat maar hier en daar een kleine correctie behoeft. Het enige gedurfde punt betreft het signaleren van problemen rond het dogma van economische groei. Doch ook dat punt wordt eerst ingezet met een afschuwelijke knieval voor een van de meest verwerpelijke eigenschappen van het huidige systeem (“Inkomensverschillen zijn nodig om mensen te prikkelen om zich in te spannen”) om vervolgens als enige voorbeeld aan te komen met de populistische “topsalarissen” en wederom af te sluiten zonder aan te geven hoe het probleem dan opgelost zou moeten worden. Met dat soort vijanden heeft alles wat aan de macht is in Nederland geen vrienden meer nodig.
Voor zover er een politieke analyse aan het manifest ten grondslag ligt, is die terug te voeren tot het volgende: kapitalisme en vrije markt (“de heilzame effecten van vrijemarktwerking”) is geweldig, mits wat gecontroleerd. De ‘wilde’ ongecontroleerde variant dringt zich nu op, “het Amerikaanse model” en we moeten terug naar de beschaafde Europese versie, “het Rijnlandse model”. Nergens in het manifest valt te lezen dat ook de Europese kapitalistische ontwikkeling grotendeels gestoeld was (en is) op roof en uitbuiting van de rest van de wereld. Wat in het stuk ook schittert in z’n afwezigheid is het hele globaliserings-discours. Discussies rond Fort Europa, open grenzen en migratie? Nooit van gehoord. We gaan lekker terug verlangen naar de tijden van Den Uyl ofzo en dan zijn we wel weer links genoeg geweest.
De vraag is of we ons nu moeten gaan opwinden over dit soort laffe exercities en avondjes. Er wordt immers zoveel onzin uitgekraamd in dit land. Het verschil is dat er meestal niet bij gepretendeerd wordt ‘progressief’ te zijn en ‘de linkse leegte te lijf te gaan’. Dit manifest is familie van het paard van Troje. Het introduceert onder het mom van kritiek voornamelijk een apologie voor het huidige systeem. Sterker nog: er is geen ander wenselijk of mogelijk. Het gaat uit van de illusie dat je de ernstige problemen van vandaag kunt oplossen zonder fundamentele keuzes te maken. Dat is niet alleen laf en overbodig, maar ook gevaarlijk.
(ps: voor het geval de opstellers de traditionele verdediging mochten kiezen van “als je het dan zo goed weet, kom dan zelf met een beter enz.”: zie de website van Voor de Verandering voor minder ronkend gepresenteerde oplossingen. En kwa manifesten: De Bestuurschapscode die we op een regenachtige middag in elkaar flansden als reactie op de Rotterdamse ‘burgerschapscode’ snijdt al meer hout).
(Dit artikel was oorspronkelijk op GlobalInfo gepubliceerd door Kees Stad.)