Waterwet bedreigt recht op water in El Salvador
Drinkbaar water en waterzuivering zijn goed voor mens en milieu. Maar in El Salvador zorgt de concrete uitvoering voor méér sociaal onrecht. Rodolfo Calles van het Foro Nacional de Salud vertelt ons er meer over.
(Door Jasper Rommel, FOS, overgenomen van Dewereldmorgen, foto Rode Kruis/Facebook, via Nacla)
In El Salvador strijden middenveld- en milieuorganisaties voor een wet die het recht op water garandeert. Het Foro Nacional de Salud is een van hen en heeft van het recht op water een absolute beleidsprioriteit gemaakt. Zonder toegang tot drinkwater kan je immers niet gezond leven. Na vijftien jaar politieke discussies heeft de autoritair-populistische president Bukele daadwerkelijk een waterwet ingevoerd. Alleen is die verre van de wet waarop het middenveld gehoopt had. Rodolfo Calles legt de pijnpunten bloot.
Rodolfo, na al die jaren is er eindelijk een waterwet in El Salvador. Toch zijn jullie ontevreden. Waarom?
Calles: Ik ga dadelijk in op onze inhoudelijke bezwaren. Maar de manier waarop de wet tot stand is gekomen zegt al veel. De nieuwe regering heeft in drie maanden tijd een nieuwe wet door het parlement gejaagd. Al het werk en de voorstellen van de afgelopen vijftien jaar werden van tafel geveegd. Er was een inspraakprocedure – ik maakte zelf deel uit van de adviesgroep – maar het werd al snel duidelijk dat dit voor de regering een formaliteit was. Ze hield met geen enkele opmerking bij het wetsontwerp rekening. Het was pure schijnparticipatie.
Als Alliantie stellen we vijf centrale eisen waar gelijk welke waterwet aan moet voldoen: het mensenrecht op water moet gerespecteerd worden; water moet publiek, dus in handen van de overheid zijn; er moet een specifieke aanpak en bescherming komen van onze waterbronnen, ruimte voor inspraak van de bevolking en een faire verdeling van de kosten. Aan geen van die eisen is voldaan, en dan hebben we het nog niet over de andere elementen in de wet. Vandaar ons verzet.
Nochtans stelt het eerste artikel van de waterwet letterlijk dat ze het “mensenrecht op water garandeert”. Wat is het probleem dan?
Calles: Net zoals de inspraakronde is dat artikel puur versiering. Nergens wordt dat recht uitgewerkt. Integendeel, de wet schuift alle verantwoordelijkheden en kosten door naar de juntas de agua* (zie onderaan, red.). De staat zal het mensenrecht dus helemaal niet garanderen. De situatie dreigt nog te verslechteren, want de juntas hebben niet de capaciteit om het recht op water te garanderen.
Kan je dat verduidelijken?
Rodolfo: Volgens de wet moeten de waterleveranciers instaan voor drinkbaar water, 24 uur op 24. In middenklassebuurten en privéwijken waar rijken wonen zal dat geen probleem zijn. Daar heb je een performante dienstverlening van de watermaatschappij of een eigen privésysteem, omdat bewoners in die buurten voldoende betaalcapaciteit hebben. De juntas kunnen vandaag niet aan die eis voldoen. Ze hebben nauwelijks voldoende middelen om de huidige minimumkwaliteit en -levering te garanderen.
Volgens diezelfde wet zullen waterleveranciers die niet aan de voorwaarden voldoen, gesanctioneerd worden. Het is onduidelijk wat er uiteindelijk zal gebeuren als de juntas er niet uitraken. Een mogelijkheid is dat de gemeentes ze overnemen. Op zijn minst zouden beheer en distributie dan in publieke handen blijven. Maar de gemeentes worden zelf kapot bespaard door de regering. Het risico is dat privéfirma’s of consortiums de distributie zullen overnemen. We vrezen echt voor een verkapt privatiseringsscenario.
Dus aan de eis dat water een publiek goed moet zijn, is ook niet voldaan?
Rodolfo: De waterbronnen zelf worden wel publieke eigendom. Ook het beleid blijft in handen van de staat. Dat is belangrijk. Het bestuur van de Autoridad Salvadoreña de Agua (de toezichthouder en verantwoordelijk voor het waterbeheer, red.) zal uit dertien vertegenwoordigers bestaan: elf vertegenwoordigers van de overheid, één iemand van de publieke universiteit en één vertegenwoordiger van het middenveld. Die laatste vertegenwoordiger zal de president zelf aanduiden, tot zover de onafhankelijkheid van dat middenveld. Verder is er geen enkele vorm van inspraak uitgewerkt in de wet. Dat is echt een gemiste kans. Je zou structurele inspraak van de bevolking kunnen organiseren, waarbij je in dialoog gaat over waar de problemen zitten, zowel in distributie als in kwaliteit, hoe je waterbronnen beschermt en beheert, enzovoort. Maar dat past natuurlijk niet in het beleid van dit regime.
Het gevaar van privatisering ligt inderdaad op de loer, zoals ik al zei. Als privéfirma’s de juntas de agua overnemen, zullen die niet alleen de totale prijs doorrekenen aan de gebruiker, maar ook winstmarges nemen. In de praktijk zullen heel wat mensen moeten afhaken, en opnieuw te voet water moeten halen uit rivieren en meren. Ongezuiverd wel te verstaan. Dat risico vergroot zelfs zonder privatisering, want ook de juntas de agua zullen bijkomende kosten moeten doorrekenen aan de gebruikers. Aan de eis rond een rechtvaardige en faire prijs voor water wordt op die manier ook niet voldaan. Het is oneerlijk om dezelfde prijs te heffen in verpauperde wijken waar mensen ver onder de armoedegrens zitten als in de hippe wijken van San Salvador. Het ‘recht op water’ wordt gewoon dode letter voor de armen.
Voorziet de overheid dan niet in subsidies of in een tussenkomst voor klein gebruik?
Rodolfo: De wet vermeldt een variabele waterprijs, die afhangt van onder andere de gebruikte waterbron, het verbruik, de kwaliteit van het water en de bestemming ervan. Het werkt zo: de distributeurs moeten aan de bron een meter installeren en betalen tussen de 3 en de 20 cent per kubieke meter aan de overheid. Ik heb gisteren bij een junta de berekening gemaakt op basis van het minimumtarief van 3 cent, ervan uitgaande dat de junta het laagste tarief betaalt. Zelfs dan verdubbelen de kosten. De junta levert water aan 700 gezinnen, die nu ongeveer 7 dollar per maand betalen om de kosten te dekken. Met de nieuwe wet zal de prijs oplopen tot 14 dollar. Dat klinkt misschien niet spectaculair, maar een kwart van de bevolking leeft onder de armoedegrens en in de streken waar de juntas de agua actief zijn, ligt dat cijfer veel hoger. Het is nu al een uitdaging om iedereen te laten betalen, een verdubbeling van de prijs zal zich laten voelen. En dan nemen we nog niet de extra kosten voor de waterzuivering in rekening.
Water wordt duurder, inspraak van de bevolking komt er niet en er is zelfs gevaar op privatisering. Besteedt de wet aandacht aan het milieu?
Rodolfo: Helemaal niet. De verantwoordelijkheid voor duurzaam beheer en zuivering van waterbronnen wordt ook doorgeschoven naar de juntas. Pas op: het is niet slecht om de bevolking te medeverantwoordelijk te maken voor een goed en duurzaam watergebruik. Daar heb ik niets op tegen. Maar het moet wel gepaard gaan met een overheidsbeleid dat financiële en technische ondersteuning biedt. En dat is compleet afwezig. Opnieuw: dat is gewoon niet realistisch. De juntas hebben niet de middelen om die investeringen te doen en de gezinnen hebben niet de centen om meer te betalen. Nochtans is waterzuivering en duurzaam beheer broodnodig op het platteland.
We hebben het tot nu toe enkel over drinkwater voor de bevolking. Een ander probleem is dat water in El Salvador over het algemeen erg schaars is. Toch kent de wet vergunningen zonder verbruiksbeperking toe aan bedrijven en bouwpromotoren. Op termijn zal dat tot grotere problemen leiden. Onbeperkt waterverbruik door de agro-industrie, bijvoorbeeld in de suikerrietsector, of voor de bouw van nieuwe luxewijken zal onherroepelijk tot watertekorten in omliggende gemeenschappen leiden. De wet zegt dat drinkwater prioriteit moet krijgen, maar net zoals met artikel 1 van de wet staat nergens uitgewerkt hoe dat gehandhaafd zal worden. Ook vanuit milieuoogpunt zijn die onbeperkte vergunningen uiterst problematisch.
Wat is de reactie van de bevolking?
Roberto: Eerlijk, de bevolking heeft momenteel geen weet van wat haar boven het hoofd hangt. Wij zijn net gestart met een informatie- en sensibiliseringscampagne gericht op de juntas de agua en de bewoners in hun gemeenschappen. Daarnaast begeleiden we hen in de erkenningsprocedure, want ook dat wordt een verplichting. Er bestaan bijna 3000 juntas in dit land. We zijn nu aan de slag met 30. Ik wil maar zeggen: de taak is gigantisch.
Ik vrees dat velen pas zullen wakker schieten als het te laat is. Als volgend jaar blijkt dat ze niet voldoen aan de wet en boetes opgelegd worden. Die boetes zullen trouwens even hoog zijn voor iedereen. Als privébedrijven die opgelegd krijgen, zullen ze er eens goed mee lachen. Voor een junta de agua kan het onmiddellijk een bankroet betekenen.
Er is ook weinig interesse bij de bevolking. Zolang er water uit hun kraan blijft komen en de prijs nog niet omhooggaat, maken mensen zich weinig zorgen. Bovendien is de bevoegde minister samen met parlementairen van de regeringspartij bezig aan een propagandatour in de gemeenten, met de boodschap dat de nieuwe wet de waterproblemen bij de bevolking zal oplossen. Door de grote populariteit van de president en de uitgekiende communicatiestrategie slaat die boodschap aan.
Wat zullen jullie nog doen, naast informeren en de juntas de agua begeleiden in hun erkenningsproces?
Rodolfo: De bedoeling is om netwerken creëren van juntas de aguas en middenveldorganisaties, om de problemen aan te klagen en fundamentele veranderingen in de wet te eisen. Dat zal gepaard gaan met een nationale campagne. Hopelijk kunnen we nog veranderingen afdwingen voor het te laat is, en de juntas moeten sluiten en derden het overnemen. Maar het recht op water is te belangrijk om de strijd niet te voeren. We zullen de gemeenschappen niet aan hun lot overlaten.
Auteur: Jasper Rommel
*Juntas de agua: In El Salvador bestaan meer dan 2500 juntas de agua. Dat zijn zelforganisaties in de gemeenschappen die waterbronnen beheren en water tot bij de mensen brengen. Je vindt ze vooral op het platteland, waar het systeem van de watermaatschappij niet reikt, of de mensen niet het geld hebben om zich aan te sluiten op het net. De juntas zijn grotendeels zelfbedruipend, op hier en daar een kleine gemeentesubsidie na. Hun technische en financiële capaciteit is meestal erg beperkt.