100 jaar Radenrepubliek München: Poëzie Is Revolutie
In het kader van het 100-jarige jubileum van de Novemberrevolutie in Beieren loopt in de stadsbibliotheek van München (Monacensia) tot 30 juni 2019 een overzichtstentoonstelling met betrekking tot de rol die schrijvers en dichters in de revolutie en de radentijd hebben gespeeld. De leidende vraag is: Wat is de relatie tussen literatuur en politiek? De tentoonstelling vindt plaats in het Hildebrandhaus, Maria-Theresia-Str. 23, 81675 München (BRD); toegang is vrij.
(Bron:Thom Holterman op Libertaire Orde)
Hieronder is de vertaling (door thh) uit het Duits van de tentoonstellingsinleiding te vinden.
In november 1918 roept Kurt Eisner in München de ‘Vrijstaat Beieren’ uit, de monarchie is voorbij en de democratie is binnen handbereik. Het dringende verlangen naar vrede en een nieuwe sociale orde bracht mensen van alle politieke achtergronden samen: soldaten, arbeiders en intellectuele tegenstanders van de oorlog.
Talrijke schrijvers zijn ook betrokken bij de evenementen. Met Kurt Eisner, Gustav Landauer, Erich Mühsam en Ernst Toller richt de tentoonstelling ‘Poëzie is revolutie’ zich op die schrijvers die belangrijke politieke spelers zijn geworden. Zij hechten veel belang aan het poëtische woord voor sociale verandering. Toch zijn ze het niet altijd eens over de vraag hoe ze hun humanistische doelstellingen moeten verwezenlijken.
Door hun contrarevolutionaire tegenstanders worden deze vier schrijvers al snel gereduceerd tot een gemeenschappelijke noemer: ‘Joodse literatoren’, ‘landvreemde elementen’, ‘politieke bedriegers’ en ‘bolsjewistische agitatoren’. Hun Joodse afkomst wordt voor het stoken van antisemitische onrust geïnstrumentaliseerd door de contrarevolutie.
Door hun idealisme moeten schrijvers kort na de revolutie vrezen voor hun leven. Kurt Eisner is het slachtoffer van een aanslag, Gustav Landauer wordt vermoord door soldaten van de Vrijkorpsen. Erich Mühsam en Ernst Toller zijn veroordeeld tot lange gevangenisstraffen. Ze vechten ook voor hun politieke doelen in de gevangenis als schrijvers en verdedigen zich tegen rechtse propaganda en willekeur van de staat. Dit alles is op indrukwekkende wijze terug te vinden in brieven, dagboeknotities en ontroerende werken zoals Tollers‘ Schwalbenbuch’.
Na hun gevangenschap verlieten Ernst Toller en Erich Mühsam Beieren, dat na de onderdrukking van de radenrepubliek een reservoir van rechtse krachten was geworden. Tijdens de nationaalsocialistische periode werd Toller uitgewezen en pleegde hij wanhopig zelfmoord in ballingschap. Mühsam werd door de nationaalsocialisten vermoord in een concentratiekamp.
De tentoonstelling ‘Poëzie is revolutie’ toont het leven en werk van de vier schrijvers aan de hand van talrijke biografische documenten, manuscripten, dagboeken, brieven, voorwerpen en foto’s. De historische omwentelingen kunnen met name worden ervaren door de uitgebreide verzameling folders uit de archieven van Monacensia waarvan er talloze tijdens de tentoonstelling zijn te zien. De nalatenschappen van de vier hoofdrolspelers zijn over de hele wereld verspreid, wat niet in de laatste plaats de dramatische wendingen van het lot in hun leven duidelijk maakt.
Meer informatie over de tentoonstelling op de site van het museum; klik HIER.