AS 205: Matig!
Hier onder volgt de Inleiding bij de AS 205 met als thema Matig!, geschreven door Rymke Wiersma en Jaap van der Laan. Voor bestellen en meer informatie over dit nummer, klik HIER. [thh]
(Bron: Libertaire Orde)
Deze AS over soberheid sluit nauw aan bij eerdere nummers van de AS over Veganisme, Dieren, Auto’s, Deeleconomie, Bookchin en andere. Het gaat in dit nummer naast de individuele keuzes die jezelf kunt maken ook over de economische voorwaarden voor een soberder en toch gelukkiger leven.
Soberheid betekent hier niet dat we de broekriem moeten aanhalen zoals in tijden van crisis de overheden ons voorhouden om de belastingen te verhogen en de lonen niet te hoeven verhogen met als doel de bedrijfswinsten op peil te houden. Soberheid betekent veeleer een vrijwillige keuze voor een bewust leven en weloverwogen consumeren. Dat is de individuele kant aan soberheid. Die individuele kant komt in het eerste artikel in dit nummer, geschreven door Weia Reinboud, scherp naar voren. Zo kun je kiezen je leven vorm te geven met zo min mogelijke concessies. Die individuele kant wordt ingegeven door bekommernis over de oneerlijke verdeling in deze wereld en door de zorgen over de vernietiging van ons milieu en de klimaatveranderingen. Daarnaast is er een, zeker zo belangrijke, maatschappelijke kant aan soberheid.
Allereerst de verdeling. Het is onacceptabel dat er ruim een miljoen Nederlanders in armoede moeten leven en een ander deel in overdaad en dat er over de hele wereld honderden miljoenen onder een bestaansminimum leven terwijl in andere landen een ruime welvaart heerst. Daar verandert alle ontwikkelingshulp weinig aan. Wat Nederland betreft zou het ook een gotspe zijn om die miljoen arme Nederlanders voor te houden dat ze soberder zouden moeten leven, terwijl ze een beroep op de voedselbank moeten doen om te eten te hebben. Zoals Marius de Geus in zijn artikel in dit nummer al schrijft zijn het vooral de middenklassen en in veel mindere mate de lagere inkomensklassen die hun consumptie zouden moeten beperken. Alleen een eerlijke verdeling van de rijkdom in ons land kan hier meer gelijkheid brengen.
Het is echter een denkfout om de individuele burger de schuld te geven van de afbraak van het milieu en de uitputting van de grondstoffen. De op winst gerichte industrie verpest het milieu en niet degene die geboren is in dit land. Dat is echter geen excuus om onbeperkt te consumeren, naast het streven naar een andere maatschappelijke ordening is het wel degelijk zinvol te streven naar een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk. Het betekent wel dat er meer moet gebeuren dan dat we ons individueel matigen.
Een andere maatschappelijke kant is de milieuvernietiging waarop de kapitalistische economie zijn groei baseert, zoals het uitputten van de bodem, de verspilling van grond- en delfstoffen, de vergiftiging van de natuur, de vervuiling van het oppervlaktewater en de lucht, de uitstoot van koolstofdioxide, fijnstof en stikstofoxides enzovoort. De ongebreidelde productie van goederen voor de consumptie is schadelijk voor onze natuurlijke omgeving en uiteindelijk ook voor onszelf, als mensen, omdat we deel uit maken van diezelfde natuur. Het kapitalistische systeem houdt zich in stand door voortdurende groei en daarbij wordt alles te gelde gemaakt. De oplossingen die bedacht worden voor de schadelijke effecten zoals voor de klimaatveranderingen die door de CO2 uitstoot optreden worden weer binnen het systeem gebracht zodat er weer winst op gemaakt kan worden. Zo worden wind- en zonne-energie een onderdeel van de kapitalistische economie, terwijl fundamentele keuzes over minder productie ontweken worden.
Er zijn veel vragen die dan bij je opkomen, over fundamentele en minder fundamentele onderwerpen. Kunnen we niet met minder energiegebruik toe? Waarom moet iedereen een individuele auto hebben? Kunnen we geen goederen produceren die lang meegaan en niet weggegooid maar gerepareerd kunnen worden? Daardoor zouden we minder hoeven te produceren. Is het echt zo moeilijk om de consumptie te verminderen? Maar ook individuele vragen, helpt het wel als ik minder of geen vlees eet, als ik niet meer het vliegtuig neem maar de trein of de fiets. En als dat dan zo is wordt het me in deze maatschappij wel moeilijk gemaakt om verantwoorde keuzes te maken. Vliegreizen zijn vaak veel goedkoper dan de trein, openbaar vervoer kost in veel gebieden veel meer tijd dan de auto.
Het is vaak ook niet makkelijk je te onttrekken aan de op reclame gebaseerde verwachtingspatronen in je omgeving. Wie heeft er nu geen smartphone en hoeveel jongeren durven zich nog anders te kleden dan hun peergroup.
Waarom het niet eenvoudig is minder te gaan consumeren beschrijft Marius de Geus in zijn pleidooi voor minder consumeren. Dit artikel is nog vooral gericht op wat jezelf kunt doen om matiger te leven. In het interview met Marta Resink van de landelijke organisatie en beweging Omslag komt naast haar eigen verhaal ook naar voren dat voor een mondiale en duurzame ontwikkeling er op meerdere thema’s ingezet moet worden.
Roger Jacobs analyseert het denken van Murray Bookchin over de productie en consumptie naar aanleiding van de vraag van de redactie wat Bookchin’s ideeën over ‘Post Scarcity Anarchism’ inhouden. Een citaat:
‘Als het de doelstelling van kapitalisme of (staats) socialisme is om de behoeften te doen toenemen, dan is het de doelstelling van het anarchisme om het keuzevermogen te doen toenemen. Hoe zeer de consument ook verleid wordt om te geloven dat hij of zij vrij kiest toch is hij / zij heteronoom en staat hij / zij onder invloed van een gemanipuleerde noodzaak; in tegenstelling daarmee is het vrije subject autonoom en streeft spontaan rationeel overwogen doelstellingen na’
In zijn beschouwing “De gematigde kunst van het leven’ bepleit Marius de Geus een vrijwillig terugschakelen van consumeren en gehaastheid. Hij noemt daarbij een aantal denkers waarvan de gedachten van de stoïcijnen in het hierop volgende artikel door Rymke geanalyseerd worden. We kunnen nog veel van hen leren op het gebied van matigheid.
In het volgende artikel ‘ Weggeefwinkels en andere initiatieven’ worden een aantal voorbeelden van nu al bestaande organisaties beschreven die gericht zijn op minder consumeren en hergebruik.
Deze serie artikelen wordt afgesloten door Johny Lenaerts. Hij beschrijft de in Frankrijk opgekomen beweging onder economen die pleiten voor een krimpeconomie in het westen waardoor er groei mogelijk is in andere delen van de wereld.
‘Het punt is niet om ervan af te zien om meer en meer te verbruiken, maar juist om minder en minder te verbruiken – en er is geen andere manier om de beschikbare reserves te bewaren voor toekomstige generaties. Dit is waar ecologisch realisme over gaat.’
Ook Thom Holterman gaat in op de ontwikkelingen in Frankrijk en plaatst nog een aantal puntige commentaren bij dit onderwerp.
Deze AS rondt af met de gebruikelijke rubrieken en boekbesprekingen.
Rymke Wiersma en Jaap van der Laan