Kan Je Rijken Vertrouwen? De ‘Paradise Papers’
De Franse president Macron en de Nederlandse minister-president Rutte hebben er vertrouwen in, dat de financiële douceurs – zoals de afschaffing van dividendbelasting – in ondernemingen worden geïnvesteerd, opdat dit uiteindelijk aan eenieder ten goede komt (grotere welvaart, minder werkeloosheid, dat soort zaken). Het is dat vertrouwen, dat zij beiden uitdragen en soms zelfs uitspreken. Maar worden we niet door hen grof belazerd met die fijne glimlach op hun gezicht? De sociale wetenschap helpt ons verder voor een antwoord.
(Door Thom Holterman, oorspronkelijk verschenen op Libertaire orde, cartoons van ‘Willem’ overgenomen uit Charlie Hebdo, nr. 1319, 1 november 2017.)
Misbruik van voorzieningen
Zo is er de Franse onderzoeker bij een van de grote Franse wetenschappelijke instituten (het CNRS), de econoom Thibault Gajdos die ons uit de droom helpt. Hij doet dat in zijn artikel in het Franse dagblad Le Monde van 17 november 2017, getiteld ‘Peut-on faire confiance aux riches?’ (Kan je rijken vertrouwen?). Uiteraard heeft hij het alleen over Macron en de Franse regering. Gelet op de context van het onderwerp permitteer ik mij Rutte en de Nederlandse regering in zijn beschouwing te betrekken: het gaat immers over toeschietelijkheid voor rijken en het vertrouwen dat in hen wordt gesteld. Daarin doen Macron en Rutte niet voor elkaar onder als adepten van een neoliberale visie op de markt en maatschappij.
Thibault Gajdos stelt voor eens naar de ‘Paradise Papers’ te kijken. Die leren ons dat vooral (super)rijken alle mogelijke soorten regelgeving nagaan om hun fiscale bijdrage zo laag mogelijk te houden. Daarbij gaan zij zover dat zij onder de grens van het legitieme komen (om die reden sprak ik in een item over de ‘Paradise Papers’ over legale illegitimiteit). Hier krijgt aldus Gajdos het vertrouwen al een knauw. Natuurlijk is op te merken, dat iemand niet meer belasting hoeft te betalen dan waartoe hij of zij verplicht is. Maar de rijken over wie het gaat, gaan blijkens de ‘Paradise Papers’ verder. Bovendien komt bij Macron en Rutte nog iets anders boven drijven, juist als het gaat om armen. Als die van regelingen gebruik maken zijn ze niet te vertrouwen, want zij zijn uit op ‘misbruik van voorzieningen’. Het is een wantrouwen dat wordt gevoed door het rechtse discours en dat in de maatschappij is gesijpeld…
Thibault Gajdos kwam in de Verenigde Staten evenwel de volgende onderzoeksresultaten tegen. Paul Kiff (Universiteit Berkeley) en zijn collega’s bleken een systematische studie te hebben verricht naar de invloed van de sociale positie op de geneigdheid naar bedriegen, liegen en overtreden van regels (studie getiteld: Higher social class predicts increased unethical behavior, Proceedings of the National Academy of Sciences, 2012). In zeven verschillende situaties, binnen en buiten een laboratorium setting, bedriegen en liegen rijken meer en schenden zij de wet vaker dan leden van lagere klassen. Een grotere toegevendheid van rijken aan hun honger naar winst verklaart voor een deel deze onderzoeksresultaten [Deze uitkomst vult de meer dan een halve eeuw oude sociaal-pathologische studie Authority and Delinquency van de Engelse psychiater Alex Comfort mooi aan.]
Twee verschillende motieven
‘Er is iemand die om een onderhoud met u vraagt’. ‘Euh…Hoeveel verdient hij?’; hij heeft twee boeken voor zich ter voorbereiding op het gesprek: ‘Hoe met rijken te praten’ en ‘Hoe met slampampers te praten’.
Om het gedrag beter te begrijpen, heeft David Dubois, onderzoeker van het Europese instituut van openbaar bestuur (Insead), samen met collega’s, de Amerikaanse onderzoeksresultaten verfijnd. Gajdos schrijft daarover dat zij situaties hebben onderscheiden waarin men bedroog om zijn eigen belangen te dienen en waarin men bedroog om een ander ten dienste te zijn (het onderzoek is getiteld: ‘Social class, power, and selfishness: when and why upper and lower class individuals behave unethically’, in: Journal of Personality and Social Psychology, 2015). Deze onderzoekers constateerden dat de leden uit de hogere klasse meer bedrogen overeenkomstig het eerste geval (persoonlijk gewin) en zij uit de lagere klasse meer overeenkomstig het tweede geval (voor een ander). Rijken en armen onderscheiden zich dus niet wat het respect voor de regels aangaat, maar wel naar het motief waarom zij bereid waren het niet te nauw daarmee te nemen.
Mijn conclusie uit het voorgaande is onder meer de volgende. Als Macron of Rutte een appel doen op de armen om af te zien van frauderen, moet die dreigende toon tegelijk uitgaan naar de rijken. Ik schat echter in dat de president van de rijken (Macron) en de minister-president van de rijken (Rutte) zich niet aangesproken voelen. Zij zouden dan ook zichzelf moeten opleggen niet meer te bedriegen en te liegen. Dat staat evenwel hun functie niet toe.
Thom Holterman (gebaseerd op Thibault Gajdos in Le Monde van 17 november 2017).