Kapitalisme, een liefdesverhaal.
De nieuwste film van Michael Moore geeft een kritisch beeld van het kapitalisme. Alex Knight bekeek de film en schreef een recensie.
De film Kapitalisme, een liefdesverhaal van Michael Moore ging in oktober 2009 in 962 zalen in première. Het is tot nu toe zijn meest ambitieuze werk, waarmee hij zich richt op de oorzaken van de onrechtvaardigheden die hij in zijn films van de afgelopen twintig jaar heeft belicht. Dit keer is het kapitalisme zelf aan de beurt om als boosdoener te worden aangeklaagd via de kenmerkende tragikomische docu stijl van Moore. Hij gebruikt de film als middel voor een directe aanval op de oorzaken van de problemen. Moore heeft zo een plaats veroverd in het gangbare politieke debat voor een radicaal betoog. (waarbij radicaal moet worden opgevat als going to the root).
Het is een betoog dat zeer noodzakelijk is geworden omdat de economische crisis de lagere en middeninkomens ernstig aantast, ondanks de pogingen van Obama en het Congres om dat proces te stoppen door miljarden dollars naar de banken te sluizen.
Democracy Now (i) wist onlangs te melden dat terwijl de Dow Jones voor de eerste keer in een jaar de 10.000 grens haalde, foreclosures (ii) een recordniveau van 940.000 in het derde kwartaal bereikten. Met deze film, die draait in de belangrijke bioscoopketens, wordt een debat geopend over kwesties die de laatste tientallen jaren taboe waren in de VS. Zoals welvaartsverdeling, wie domineert het Congres, en hoe belangrijke economische beslissingen worden genomen.
In Kapitalisme laat Moore zien wat de economische crisis betekent voor de meestal onzichtbare Amerikaanse arme en werkende klasse. De film begint met een gezin dat het huis wordt uitgezet. In een hartverscheurende scène zien we vanuit de woonkamer hoe 7 politieauto’s komen aanrijden om het ongelukkige gezin op straat te gooien, omdat ze achterstanden hebben met hun betalingen. Moore legt in een interview uit (iii) dat “ We voor het eerst een foreclosure zien vanuit de persoon die uit het huis wordt gezet.” Deze benadering van beneden naar boven wordt de hele film door gehanteerd, zoals de verhalen van de kinderen in Pennsylvania die voor kleine vergrijpen naar een privé gevangenis worden gestuurd door rechters die smeergeld hebben ontvangen van die gevangenisonderneming, tot piloten waarvan het salaris zo laag is dat ze voedselbonnen nodig hebben.
Eerst laat Moore de kijkers zien hoe hoog de menselijke kosten zijn van het losgeslagen kapitalisme, daarna zet hij zijn aanval in op de Wall Street bedrijven die hij verantwoordelijk acht voor deze crisis. Zoals de film duidelijk maakt, bezitten de rijkste 1% van de Amerikanen meer dan de onderste 95%, een betreurenswaardige stand van zaken die geleidelijk zo is gegroeid sinds de tachtiger jaren van de 19e eeuw. Ronald Reagan, Alan Greenspan, en zijn twee maten Larry Summers en Robert Rubin worden in Kapitalisme verantwoordelijk gesteld voor de afbraak van reguleringen en de uitlevering van de federale overheid aan de banken.
De gesprekken die Michael Moore had met congresleden over de ongeveer $ 700 miljard dollar steun aan de banken in Oktober 2008 tonen de machtverschuiving die heeft plaatsgevonden het beste aan. De congresleden zijn opmerkelijk openhartig in hun ongenoegen over de steun aan Golman Sachs, Bank of America en Citigroup, die in hun ogen feitelijk een blanco cheque was. Afgevaardigde Baron Hill van Indiana vertelt hoe het Congres op dezelfde manier als met de Irak Oorlogswet onder druk werd gezet, met dreigementen over catastrofe en terreur. Congreslid Marcy Kaptur kan het nog sterker vertellen. “Dit was bijna een geheime dienst operatie,” klaagt ze. En als Moore haar vraagt of de reddingsoperatie een “financiële staatsgreep” van bankiers was, antwoordt ze, “Daar zou ik het mee eens kunnen zijn. Omdat de mensen hier (ze wijst naar het Capitool) feitelijk de leiding niet hebben. Wall Street heeft de leiding.”
De moedige en eerlijke houding van Kaptur herkennen we ook bij haar optreden in het Huis van Afgevaardigden, waarbij ze Amerikanen oproept om zich te verzetten door bij een foreclosure in hun huis te blijven. De sheriff van Detroit, Warren Evans krijgt in de film ook een heldenrol als hij aankondigt niet langer mensen uit hun huis te zetten bij een foreclosure in zijn gemeente, omdat die uitzettingen veel leegstand en dakloze gezinnen tot gevolg hebben. Moore brengt ook de grassroots organisatie Take Back the Land in beeld, die op een geheel eigen wijze op de crisis reageerde door in het gebied rond Miami uitgezette gezinnen weer terug te laten keren naar hun huis.
Hoe gewone mensen terug vechten tegen een systeem dat hen inkomen, behuizing, gezondheidszorg en andere basisbehoeftes ontneemt is inspirerend om te zien, en vrij ongewoon op het scherm. Kapitalisme brengt de opstandigheid van de grassroots verassend goed in beeld door de mensen aan de onderkant van de piramide op humane wijze uit te beelden. Een man waarvan de boerderij is betrokken bij een foreclosure waarschuwt kwaad, “Er moet toch een of andere vorm van rebellie zijn onder de mensen die niets hebben, tegen hen die alles hebben.” Zijn woorden worden ondersteund door een kijkje achter de schermen bij Republic Windows & Doors, waar ontslagen arbeiders hun fabriek in Chicago hebben bezet en weigeren te vertrekken voor ze hun beloofde opzegtermijnloon hebben ontvangen. Voor Moore vertegenwoordigt dit het soort van directe actie dat gewone mensen nu dienen te gaan voeren om zichzelf te beschermen tegen het feit dat ze moeten betalen voor de wandaden van de rijkste een procent.
Het is een goede oproep tot actie. Maar, maar in de analyse over het kapitalisme ontbreekt hoe het systeem van economische macht nauw verbonden is met andere onderdrukkingstructuren van de VS zoals het imperialisme, het patriarchaat en de witte suprematie. Kapitalisme beïnvloedt verschillende mensen op zeer verschillende manieren, en terwijl enkelen hun baan dreigen te verliezen, vrezen anderen gevangenneming, verkrachting of zelfs getroffen te worden door een onbemand vliegtuig. Maar Michael Moore lijkt de discussie over racisme, seksisme en homofobie uit de weg te gaan om zo aantrekkelijk te zijn voor een mythisch homogene Amerikaanse arbeidersklasse. Naast een korte vergelijking met Rome, vermijdt de film een discussie over de rol van de VS. in de wereld. Hoe namelijk een militaristische buitenlandse politiek de belangen dient van de elite van bedrijven en financiële instellingen, ofschoon de oppositie tegen de oorlogen in Afghanistan/Pakistan en Irak nog nooit zo groot is geweest.
Een andere zwakte is dat Moore Barack Obama met fluwelenhandschoenen aanpakt. Ofschoon zijn economische adviseurs stevig worden aangepakt in de film, wordt de rol van president Obama bij de reddingsoperaties van de banken gebagatelliseerd, en komt hij tevoorschijn als kampioen van het volk, of tenminste als potentieel kampioen. In dit opzicht krijgt de president van Moore alle eer, net als van het Nobelcomité niet zozeer voor wat hij heeft gedaan, maar voor de ‘hoop’ op wat hij zou kunnen doen.
Wat stelt Michael Moore voor als alternatief voor het kapitalisme? Niet socialisme, maar een soort economische democratie, waarbij het mogelijk wordt dat gewone mensen zeggenschap krijgen over hoe hun geld wordt gebruikt, op hun werk maar ook bij het staatsbestuur. Moore neemt ons mee in de wereld van de coöperatieven in Amerika, waar arbeiders democratisch stemmen over financiële zaken, en waar salarissen gelijk zijn voor iedereen in de onderneming. In een fabriek verdienen de directeur en de lopende band werkers ieder ongeveer $ 60.000.
Om zijn economische recept kracht bij te zetten, is Moore zelfs filmarchieven ingedoken en zo heeft hij lang vergeten filmfragmenten over het voorstel van Franklin D. Roosevelt (FDR) voor een Second Bill of Rights (iv) ontdekt. Dat voorstel van FDR garandeerde zinvol werk, een redelijk loon, fatsoenlijke huisvesting, adequate medische verzorging en goed onderwijs voor iedere Amerikaan. Het is opvallend hoe gevaarlijk radicaal zulke gewone opvattingen in ons huidige politieke klimaat overkomen, zelfs als ze komen uit de mond van een VS president. De centrale boodschap van Kapitalisme, een liefdesverhaal is dat economische zekerheid een gewoon Amerikaans recht is. Een systeem dat het recht op die zekerheid zou ontkennen om zo de rijkdom van een kleine groep te vergroten, is pas echt radicaal.
Een oplossing voor de economische crisis die voorkomt dat er miljoenen mensen uit hun huis worden gegooid of uit health care worden gezet, zou een scherpe breuk betekenen met een systeem dat winsten hoger waardeert dan het vervullen van menselijke behoeftes. De grote verdienste van de film is dan ook dat het publiek kennis maakt met niet gangbare voorstellen om uit de economische malaise te komen. Het is tijd voor links Amerika om uit hun schuilplaatsen te komen met voorstellen om de economie beter in te richten. Ik zie geen enkele reden waarom we minder stoutmoedig zouden moeten zijn dan president Roosevelt 65 jaar geleden.
Hier volgt een uitreksel van de redevoering van Roosevelt uit 1944 over de Second Bill of Rights:
“We kunnen niet tevreden zijn, hoe hoog de gemiddelde levensstandaard ook is, als een deel van ons volk, of het nu een vijfde of een tiende deel is, slecht gevoed of gekleed is en in onzekerheid leeft.
Deze republiek groeide naar zijn huidige sterkte, onder de bescherming van bepaalde onvervreemdbare rechten, waaronder het recht op vrijheid van meningsuiting en godsdienst, juryrechtspraak en vrijwaring van onredelijke huiszoekingen en vrijheidsberoving. Dat waren onze rechten op leven en vrijheid.
Nu onze natie in omvang en statuur is gegroeid en onze industrie expandeerde, bleken deze politieke rechten echter inadequaat om gelijkheid bij het bereiken van geluk te garanderen.
We moeten nu vaststellen dat echte individuele vrijheid niet kan bestaan zonder economische zekerheid en onafhankelijkheid. “Behoeftige mensen zijn niet vrij.” Hongerige en werkloze mensen zijn de voedingsbodem voor dictatorschap.
Deze economische wijsheden worden nu als iets vanzelfsprekends geaccepteerd. We hebben zogezegd een tweede Bill of Rights geaccepteerd, waarmee een nieuwe basis van zekerheid en welvaart kan worden gelegd voor iedereen ongeacht status, ras of geloof.
De rechten omvatten o.a.:
-Het recht op zinvol werk met een redelijk loon in de industrie, het winkelbedrijf, de boerderijen of in de mijnen van het land.
-Het recht op voldoende verdiensten om te voorzien in adequaat voedsel en voldoende kleding en ontspanning.
-Het recht van iedere boer op een winstgevende productie waarmee hij in staat is zijn gezin een fatsoenlijk leven te laten leiden.
-Het recht van iedere zakenman, klein en groot om te handelen in een sfeer van vrijwaring van oneerlijke concurrentie en overheersing door monopolies in binnen en buitenland.
-Het recht van ieder gezin op een fatsoenlijke behuizing.
-Het recht op adequate medische verzorgingen en een goede gezondheid.
-Het recht op adequate bescherming tegen de economische bedreigingen van ouderdom, ziekte, ongevallen en werkloosheid.
-Het recht op goed onderwijs.
Al deze rechten zijn verbonden met zekerheid. En nadat deze oorlog is gewonnen moeten we na de implementatie van deze rechten, bereid zijn om ons te richten op nieuwe doelen van menselijk geluk en welzijn.”
* Het orginele artikel is te vinden op het weblog endofcapitalism.com de vertaling is van Tijn van Beurden
Noten:
i) Website
ii) Foreclusures zijn beslagleggingen door de bank bij hypotheekachterstanden. (noot vertaler).
iii) Website
iv) De Bill of Rights omvat de eerste tien amendementen van de grondwet in de VS. (noot vertaler).
.