Ga naar de inhoud

Sociale Geelzucht: De Gele Hesjes Aan Het Werk

De in de titel genoemde geelzucht slaat hier op het activisme van de Franse beweging van de Gele Hesjes. Het is een sociale geelzucht met als doel allerlei maatschappelijke uitwassen te elimineren in de hoop dat daaruit een ‘fatsoenlijke maatschappij’ te voorschijnkomt. Welke uitwassen? Wel, alles dat te maken heeft met sociale ongelijkheid en onrechtvaardigheid en dus ook zo’n uitwas als het groepje mensen dat alsmaar rijker wordt over de ruggen van de grote groep mensen die meer en meer in het precariaat verzeild raakt.

9 min leestijd

(Door Thom Holterman, oorspronkelijk verschenen op Libertaire Orde)

En een fatsoenlijke maatschappij, wat kan men zich daarbij voorstellen? Wel, het zal er een zijn waarin de kloof tussen het kleine groepje mensen en de grote groep is opgeheven, een waarin een evenwichtige en gerichte aandacht is voor ontzaggelijke problemen als klimaatverandering. De beweging van de Gele Hesjes is de zoveelste trigger om op al dit soort zaken de aandacht gevestigd te krijgen.

De in Frankrijk geboren maar in Berlijn woonachtige filosoof Guillaume Paoli heeft de beweging van de Gele Hesjes gevolgd. Hij beschreef niet alleen hun activiteiten, maar plaatste hun optreden en hun wensen ook in een breder kader, in zijn in het Duits uitgekomen boek getiteld Soziale Gelbsucht (2019). Het ging hem er niet om deze beweging kritiekloos te beschrijven. Hij wil hen recht doen, door hun vastberadenheid te onderstrepen om het leven in eigen hand te nemen. Paoli geeft dit weer in de zes hoofdstuk van zijn boek, waarbij hij uitgaat van twee kwesties.

Twee kwesties

Al vanaf het begin zijn de Gele Hesjes als groep uitgemaakt voor alles wat politiek lelijk is, zoals: rechts, antisemitisch, racistisch, haatvol. Men heeft daarop terug moeten komen. Het bleek namelijk dat zij juist de ‘sociale kwestie’ in de politieke discussie hadden teruggebracht. En ja, het begon met de strijd tegen de verhoging van de brandstofprijzen door de regering van Macron. Er kon evenwel aannemelijk worden gemaakt, dat achter de strijd tegen de brandstofverhoging een sociaal vraagstuk zat. Dit weerspiegelde een veelheid van maatschappelijke vraagstukken. Het introduceerde tegelijk de talrijke strijdpunten.

Die strijdpunten vat Paoli samen in twee kwesties. De regering kwam voor de kwestie te staan: ‘Hoe drijf je politieke beslissingen door tegen de wil van een grote meerderheid van de bevolking?’. Voor de gewone burger speelde daardoor de kwestie: ‘Hoe kan men zich effectief tegen deze rampzalige loop der dingen verzetten?’. Deze twee kwesties geven richting aan de manier waarop Paoli de ‘sociale geelzucht’ in de zes hoofdstukken behandelt. Ik loop deze hoofdstukken door en licht enkele zaken toe. Het kon niet uitblijven dat hij breed het repressieve optreden van de Franse politie beschrijft in relatie tot het autoritarisme dat Macron als neoliberaal heeft geadopteerd. Ik zal daar in deze bespreking niet lang bij stilstaan. Wel ga ik er uitgebreid gebruik van maken in een andere tekst, die ik voorbereid, en die onder meer over democratie in een uitzonderingsstaat zal gaan (een oxymoron? Ja!).

De tegenstrijdigheid die schuilgaat in (neo)liberalisme en autoritarisme is immanent aan de machtsidee dat gebruikt wordt om de staat (de Franse, maar ook de Nederlandse, enzovoort) op te tuigen. Hoezeer de politieke discours besmet is met termen die deze tegenstrijdigheid tot uitdrukking brengen – en ook een gelding hebben voor Nederland, blijkt wel uit een recente bijdrage van Zihni Özdil in het weekblad Vrij Nederland (van 25 januari 2020) zoals, ‘liberale autocratie’, ‘democratische dictatuur’.

Vuurstoel

Het eerste hoofdstuk van het boek van Paoli gaat over de terugkeer van de Grote Angst bij de regering. De Franse republiek is op 8 december 2018 in de hoogste alarmfase gebracht. De Gele Hesjes hadden namelijk opgeroepen tot een ‘Mars naar het Élysée’ te Parijs (de ambtswoning van Macron). Dat werd bewaakt door 500 personen van het 1ste Infanterieregiment. Buiten rolden gepantserde eenheden Parijs binnen en verplaatsten zich 8000 personen aan ordetroepen. Op daken van gebouwen van de Champs-Élysée werden scherpschutters van de politie geïnstalleerd. We zijn dan een halve eeuw na Mei ‘68…

Paoli: ‘Zelfs als van de beweging van de Gele Hesjes niets overblijft, zal iedereen zich nog de angst herinneren die door de machthebbers van Frankrijk ging’. Paoli, zo moet men weten, is naast auteur ook een aantal jaren huisfilosoof van het Leipziger Theater geweest. Zijn gevoel voor enscenering klinkt ook in zijn beschrijving door. Ik wil daarom de lezer niet onthouden welke verbinding hij legt tussen de zojuist genoemde angst en de roman Regering (1931) van B. Traven (in het tijdschrift De AS 157, thema ‘Schrijvers & anarchisme, vindt men een bijdrage over B. Traven van Martin Smit).

B. Traven verhaalt over de vuurstoel en het gebruik ervan door een inheemse stam in Mexico in zijn genoemde roman. Het loopt als volgt. Bij de ceremonie van zijn ambtsaanvaarding zit de hoofdman op een uitgeholde stoel, waarin gloeiend houtskool ligt. Het ritueel voltrekt zich om de hoofdman met zijn verhitte billen een paar dingen bij te brengen. Ten eerste: aan wie hij zijn functie te danken heeft; ten tweede: waartoe hij zich heeft verplicht; ten derde: hij moet zich niet op zijn gemak gaan voelen opdat hij niet aan zijn stoel zal kleven. Paoli dan: ‘De Gele Hesjes zijn Macron’s vuurstoel geweest’.

Geniale invallen

In het tweede hoofdstuk, dat over ‘verhoogde zichtbaarheid’ gaat, behandelt Paoli de geniale inval om het verplichte gele hesje (in Frankrijk moet dit in de automobiel aanwezig zijn) als een teken van protest te gebruiken. Een andere geniale zet is geweest de rotondes als actieknooppunten te beschouwen en in te nemen (er zijn zo’n 3000 rotondes gebruikt). In de anarchistische literatuur wordt regelmatig, als het om organisatiestructuur gaat, over netwerk-organisatie en honingraat-model geschreven om de horizontaliteit en de mogelijkheid tot federeren metaforisch in beeld te brengen. De ‘rotonde-democratie’ is daarop een creatieve aanvulling, met dank aan de Gele Hesjes.

Het gaat hier om basisdemocratie wat Paoli verder aan de hand van zijn bevindingen uitwerkt om tegelijk te laten zien welk deel van de Franse bevolking zich hier manifesteert. Het zijn de mensen die ‘assemblees’ oprichten en een ‘assemblee van assemblees’ organiseren, in welke vormen van directe democratie ‘Oproepen’ worden bediscussieerd en verspreid, zoals vanuit de Franse plaats Commercy (in de nog te verschijnen de AS 206 met als thema ‘Oproer’ worden enkele van die oproepen in vertaling gepubliceerd). En dan blijkt dat dus een heel ander deel van de Franse bevolking te zijn dan wat hetze-achtige media beweren. De bespreking van deze zaken loopt door in het derde hoofdstuk ‘Wat beweegt de beweging’. Het is veel meer dan een protest tegen de brandstofprijs waarmee het begon. Zonder een vooraf opgesteld programma toont zich hier een emancipatiebeweging van bijzondere soort, zoals eentje zonder leiders.

Macronie

Wat de beweging gaande houdt hangt samen met de arrogantie die Macron uitstraalt (en de woede die dat oproept) en met wat hij aan Macronie sociaaleconomisch enerzijds heeft opgebouwd (de rijken rijker) en anderzijds gesloopt (groei van het precariaat). Dit vindt men terug in het vierde hoofdstuk ‘Macronscopie’. Macron spreekt over lui ‘die niets zijn’; hij scheldt ze uit voor ‘hervormingsresistente Galliërs’, ‘luiaards, extremisten, cynici, werklozen, die maar naar de overkant van de straat hoeven te lopen om werk te vinden’. Hij trakteert ze op ongekende repressie, bestaande uit traangas, rubberkogels, exploderende granaten, preventief opsluiten – het hele arsenaal van de uitzonderingsstaat.

Waar komt deze man vandaan en wat hoopt hij te bereiken met zijn liberaal-autoritaire regime, dat hij democratie noemt. Dit levert de verbreding waarover ik sprak, die Paoli uitwerkt. Het vijfde hoofdstuk past daarbij als uitdrukking van die verbreding, omdat hij daar niet alleen iets over zichzelf als beschouwer-activist-auteur schrijft, maar ook een aantal elementen van de beweging van de Gele Hesjes evalueert.

Is dit activisme krachtig genoeg machthebbers naar huis te sturen? En als dat zou lukken, is het laten oprotten van de machthebbers (het degagisme) voldoende om bevrijd te zijn van de schurken. Met andere woorden wat moet er daarna gebeuren? En hoe zal het lukken de plaats van de macht onbezet te laten, want je kan er donder opzeggen dat opvolgers van de machthebber nu juist staan te popelen die plaats in te nemen…

Afschaffing van politieke partijen

Het is niet moeilijk in het voorgaande een kritiek op de parlementaire democratie te herkennen. Die kritiek is niet nieuw, zegt Paoli terecht en het is dan dat hij naar Simone Weil verwijst en haar gedenkwaardige stuk over de afschaffing van de politieke partijen uit 1940 bespreekt. Daarna behandelt hij de opkomst in ons tijdperk van ‘bewegingen’ (waaronder die van Macron), waarbij je ziet dat een aantal ervan zich vervolgens ontpopt als politieke partij (waaronder die van Macron). Door ingebouwde veiligheidselementen is de beweging van de Gele Hesjes daar (nog steeds) aan ontkomen – die heeft begrepen dat een ‘politieke partij’ betekent: ingroei in het systeem dat afgewezen werd…

Het laatste hoofdstuk draagt als titel ‘Dit is slechts strijd, het begin gaat verder’. De Gele Hesjes hebben laten zien waartegen je kan vechten en hoe. Zij weigeren zich te laten vertegenwoordigen in klassieke (parlementaire) zin, zodat de machthebber geen greep op ze kan krijgen. Het begon als verzet en de strijd heeft een open einde; het ging niet om het werken aan een utopie. Waar ging het dan wel om? Dat was en is het afweren van een voortschrijdende dystopie, dus het leven in een onheilspellende maatschappij – bijvoorbeeld zo een als Macron in de zin heeft op te bouwen.

Diens verbetenheid om dat te bereiken is groot, mede gelet op de methodische demontage van pensioenen, sociale zorg, ziekenhuizen, arbeidswetgeving, onderwijs. Hij is bereid om dat met behulp van een type repressie te doen dat de Financial Times (door Paoli geciteerd) noemde: democratisch despotisme. Langs die weg wil hij een liberaal-autoritair regime opbouwen – en de Gele Hesjes willen dat verhinderen. Ziehier de clash van de twee kwesties.

Paoli, Guillaume, Soziale Gelbsucht, Matthes & Seitz, Berlin, 2019, 161 blz., prijs 15 euro, geïllustreerd (met foto’s van het Franse collectief Plein le dos).