Ga naar de inhoud

Tomato revolution: de (on)schuldige tomaat

De industriële tomatensector is één van de sectoren waarin mens en milieu uitgebuit worden. Veilige en gezonde arbeidsomstandigheden zijn in deze sector veelal gebrekkig of afwezig terwijl arbeiders onderbetaald worden. Veel vluchtelingen werken in de sector als arbeidskracht zonder enig statuut. De impact van deze industrie reikt ver. Door een gebrek aan keten-transparantie is er eveneens sprake van labelfraude op mondiale schaal. Chinees geproduceerde tomatenpuree wordt zo bijvoorbeeld vaak verkocht onder een Italiaanse merknaam. Dit voedt de illusie van ‘lokale’ producten uit Europa terwijl de tomaten veelal een lange en weinig traceerbare afstand afgelegd hebben, met de bijhorende CO2-uistoot terzake.

8 min leestijd

(Door Rani Vanlerberghe, VZW Climaxi, overgenomen van DeWereldMorgen)

Deze industrie draait jaaromzetten tot bijna tien miljard dollar. Als poging om licht te schijnen op deze weinig bekende industrie, voert vzw Climaxi actie in de vorm van een mini-tentoonstelling. Via deze actie proberen we mensen bewust te maken van het huidig systeem en wordt er opgekomen voor een ethische, duurzame en menswaardige toeleveringsketen voor iedereen. Climaxi heeft zich voornamelijk gebaseerd op de bestseller Het Rode goud van journalist Jean-Bapiste Malet. Meer informatie over Tomato Revolution vind je op de website van Climaxi.

De lange reisweg van de tomaat

De tomaten-business is een kleine wereld met een handvol hoofdrolspelers: Italië, China en Amerika hebben een vierde van de tomatenproductie wereldwijd in handen. De economische route van de tomaat is wijdvertakt: op alle continenten wordt ze verdeeld, gecommercialiseerd en geconsumeerd. De voedingsmiddelenindustrie verwerkt jaarlijks 12 miljard producten met industrieel verwerkte tomaten. Mondiaal voorziet China vandaag in de grootste productie aan tomaten, waardoor het land een vertrekpunt is voor verschillende internationale routes. Zo is Cofco Tune een van de marktleiders in China: het bedrijf verwerkt jaarlijks 1.8 miljoen ton verse tomaten en produceert zo 250.000 ton tomatenconcentraat. Dit beslaat slechts een derde van de Chinese productie. De geoogste tomaten vanop de duizenden velden van Xinjiang, zijn de grondstof voor het Cofco-tomatenconcentraat dat vervolgens naar meer dan tachtig landen wordt geëxporteerd. Dit betekent dat de tomaten niet in China geconsumeerd maar voornamelijk als tomatenconcentraat verhandeld wordt op de internationale markt voor, onder andere, de Europese productie van pizza’s en sauzen. China verspreid hun tomatenconcentraat via een belangrijke tussenstop van waaruit het verder verdeeld wordt: Italië. De belangrijkste Italiaanse havens voor Chinese concentraat zijn Napels en Salerno. Salerno is een kleinere haven en ontvangt dagelijks vrachten met tomatenconcentraat. In 2015 verwerkte de haven bijvoorbeeld 98.000 ton Chinese concentraat. Een deel hiervan is bestemd om opnieuw te verdelen binnen de Europese markt. Naast de import en expert van concentraat, zet Italië sterk in op de handel in conservenblikken met (gepelde) tomaten. Van de 1.6 miljoen ton wereldwijde geëxporteerde tomatenconserven in 2015, werd 77% gerealiseerd door Italië. Het bedrijf Pettigroup heeft een aanzienlijk marktaandeel in de productie van tomatenconserven. Een afdeling van het bedrijf in Campanië verwerkt echter geen tomaten maar richt zich de Europese branding van tomatenconcentraat. Zo worden vaten concentraat vanuit China geïmporteerd om ze vervolgens in te blikken met het label Made In Italy. Een keurmerk dat aanslaat voor de Europese markt.

Fraude

Tomatenconcentraat is zo één van de talrijke producten waarbij de tomatenindustrie fraudeert. Het concentraat wordt volgens de technisch directeur van de Pettifabriek in Nocera (Italië) enkel vermengd om de gewenste smaak en kleur te bekomen. Dit klopt niet – het concentraat wordt gemengd om een andere reden: producten met verschillende kwaliteit mixen. Het beste, eersteklasconcentraat bevat uiteenlopende origines: Chinees, Spaans, Italiaans of Californisch. Door verschillende lage kwaliteiten te vermengen met een klein percentage hoge kwaliteit, kan concentraat via de laagste prijs verkocht worden aan grote merken. De lage prijs is nuttig om de afzetmarkt te vergroten. Niet enkel de inhoud maar ook de verpakking moet de illusie van keuze hoog houden. Na een proces van concentratie produceren megabedrijven zoals Petti nog maar één type koopwaar in diverse verpakkingen. In een blik zit krak hetzelfde concentraat voor de hele wereld beaamt Malet. De verpakking is verschillend maar de inhoud is identiek. Zo werd in 2004 de prominentste Franse tomatenpureeproducent (Le Cabanon) opgekocht door Chinese ondernemers volgens Malet. In 2014 verkocht de Chinese groep Le Cabanon aan de Portugese groep Unicom. Tot 2014 verwerkte deze fabriek enkel tomatenconcentraat uit China terwijl de verpakking nog steeds Made in France (met het vertrouwde logo) hanteerde. Dergelijke praktijken vinden niet enkel in Frankrijk plaats terwijl de Europese wetgeving geen verbod oplegt. Dergelijke praktijken zijn zodoende eerder de regel dan de uitzondering in Noord-Amerika, Europa en West-Afrika.

Additieven

Concentraat uit Californië is traceerbaar terwijl dit bij Chinees concentraat veelal niet mogelijk is. De landbouwgronden liggen verspreid over de regio van Xinjang en worden besproeid met pesticiden, welke onder meer ook gebruikt worden voor de kweek van zonnebloemen en katoen. Gevolg is dat tomatenconcentraat uit de supermarkt – ondanks  de een Italiaanse vlag op de conserven – nauwelijks of geen tomaten uit Italië bevat maar bestaat uit met-pesticiden-besproeide tomaten uit China. Om de winst hoog te houden, worden in verschillende fabrieken additieven toegevoegd aan het tomatenconcentraat. Zo is Chinees concentraat veelal aangedikt met dextrose, wortelpoeder, sojavezels, zetmeel en toegevoegde kleurstoffen. Malet bezocht in 2016 de Internationale voedingsbeurs genaamd Salon International de l’Alimentation (SIAL) met de belangrijkste Chinese bedrijven uit de sector. Daar kwam hij te weten dat geen enkel Chinees bedrijf aanwezig op SIAL een puur, niet-versneden product commercialiseert op de Afrikaanse markt. De additieven staan nergens vermeld op de voedseletiketten van het product, zelf niet op de blikjes op het SIAL. Dit soort fraude wordt systematisch toegepast. Zo bestaan blikken soms uit 45% concentraat en 55% additieven en in sommige gevallen is dit nog extremer. In Ghana (Afrika) zijn er blikken ontdekt afkomstig van Chinese bedrijven met een waarde van 31% concentraat en 69% toegevoegde stoffen. In België luidt de reglementering (Artikel 20) omtrent etikettering dat additieven die in een ingrediënt van het voedingsmiddel aanwezig zijn niet vermeld moeten worden in de ingrediëntenlijst op het etiket.

De geglobaliseerde tomaat

De tomaat – zowel de industriële als de boerderijvariant – wordt verbouwd in meer dan 170 landen volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en kent al vijf decennia een spectaculaire opgang. De industriële tomaat, met 38 miljoen ton verwerkte vruchten in 2016, vertegenwoordigt een vierde van de totale productie. De tomaat is dus universele koopwaar geworden in de huidige vrije markteconomie. Daardoor hebben meer mensen toegang tot tomaten en afgeleide producten maar dit heeft eveneens een keerzijde. De voorbije twintig jaar hebben vele bedrijven die zich voornamelijk richten op de lokale markt, de deuren moeten sluiten. Het is voor deze producenten onmogelijk om te concurreren met de grootschalige import aan tomatenconcentraat uit aan bodemprijzen. Bij de productie van ‘de industriële tomaat’ staan efficiëntie en winst voorop, waardoor het naleven van milieu- en arbeidersrechten op de achtergrond verdwijnt. Meer nog, het is net doordat de kosten voor milieubescherming en correcte arbeidsverloning sterk gedrukt worden, dat producenten dergelijk lage prijzen kunnen hanteren. Dergelijk systeem gaat echter ten koste van mens, milieu en klimaat.

Slechte werkomstandigheden

De grootschalige tomatenindustrie heeft weinig aandacht voor veilige en gezonde werknemersomstandigheden. In een land als China worden talkrijke arbeidersrechten geschonden. Zo krijgt een arbeider op het veld een zeer laag loon, net als een arbeider vanuit de productielijnen. Landbouwer worden bovendien blootgesteld aan pesticiden en ondervinden daardoor negatieve gezondheidseffecten. Hetzelfde geldt voor de arbeiders instaan voor de productie van de pesticiden zelf. Wetenschappelijke studies tonen aan dat er een link is tussen pesticides en bepaalde aandoeningen zoals parkinson, kanker, vruchtbaarheidsproblemen, longaandoeningen en immuniteitsproblemen. Zo krijgen arbeiders Wusu (Xinjiang, China) per 25 kilogram aan tomaten slechts 30 eurocent. Dit komt neer op iets meer dan een cent per kilogram. Wie een container van 375 kilogram vult, wordt zodoende slechts vier euro uitbetaald. Vrouwen ontvangen voor hetzelfde werk 20% minder loon dan hun mannelijke collega’s terwijl een gemiddelde werkdag op het veld tot 12 uur kan oplopen. Op het veld werken mensen van alle leeftijden waaronder ook kinderen van 14 jaar. De arbeiders hebben geen mogelijkheid tot kinderopvang dus nemen ze hun jonge kinderen uit noodzaak mee naar het veld. De kinderen lopen er rond en eten achtergebleven tomaten op met witte vlekken en sporen van pesticides. De handen en gezichten van de arbeiders vertonen irritatie en huidziekten door het gebruik van pesticides. Vanaf 10 jaar werken de kinderen mee op de velden en nemen ze deel aan de tomatenoogst bestemd voor buitenlandse multinationals. Zo ontsnappen ook gevangenen uit strafkampen niet aan dit regime. Volgens ngo’s telt een land als China miljoenen dwangarbeiders. Deze dwangarbeid komt voornamelijk door de Oeigoerse minderheid. Dat heeft een coalitie van 180 ngo’s eerder al vastgesteld. De Europese economie is afhankelijk geworden van deze Chinese export maar is karig met commentaar over deze wantoestanden. Een ander voorbeeld van de slechte werkomstandigheden vindt plaats in de fabriek Jintudi Foodstuff (Tianjin, China). Daar werken arbeiders zeven dagen op zeven (i.e. 56 uur per week) voor een loon van (omgerekend) amper €500. (On)bestaande arbeidswetten en -contracten bieden arbeiders weinig tot geen juridische waarborgen of bescherming. Er is daarom ook een hallucinant hoog cijfer aan arbeidsongevallen in deze fabrieken. Wij raden aan om het boek Het Rode Goud te lezen als je meer wil weten over deze industrie.