Wijkraden: De Lokale Basis Van Het Politiek Leven
Op zoek naar de wortels van het municipalisme – de beweging die tot maatschappelijke hervormingen wil komen via gemeentelijke politiek – stootten we op een boek uit 1969 dat op de goedkeuring van Hannah Arendt kon rekenen. Dit boek draagt de titel Neighborhood Government en is van de hand van de Amerikaanse politicoloog en ‘neighborhood organizer’ Milton Kotler.
(Door Johny Lenaerts, oorspronkelijk verschenen bij Libertaire Orde)
Het is een belangrijke mijlpaal in het denken over basisdemocratie en burgerparticipatie. Toen het boek in 1969 verscheen werd het in de volgende bewoordingen door Hannah Arendt aanbevolen: ‘Ik ben ervan overtuigd dat dit de eerste serieuze analyse en discussie is van een kwestie die elke dag belangrijker wordt. Niemand weet wat de kansen van de beweging voor lokale controle zijn, maar de beweging zelf is onbetwistbaar belangrijk genoeg om de nauwgezette analyse te verdienen die Mr. Kotler eraan gewijd heeft. Ik beveel dit boek graag aan voor iedereen die geïnteresseerd is in een van de hoofdoorzaken van onze hedendaagse verwarring.’ De Belgische liberaire auteur Johny Lenaerts gaat voor ons na wat er in die tijd en in dat Amerika over een verschijnsel, dat ook heden onze aandacht meer dan verdiend, werd geschreven, lokaal zelfbeheer.
‘Community organization’
Hannah Arendt stond kritisch tegenover de representatieve democratie en opteerde in haar boek ‘On Revolution’ (1963) voor een radenstelsel. Blijkbaar zag ze het radenstelsel niet, zoals dat in het verleden meestal het geval was, gecentreerd op de fabrieken en bedrijven maar zou de buurt en de wijk er een cruciale rol in vervullen. Dit beantwoordde aan het toenemend belang van buurten en wijken in de sociale strijd van de jaren 1960 in de VS. Terwijl er in de fabrieken een grote stilte heerste, rommelde het in de getto’s en in bepaalde andere wijken van de grote steden. Daar was volgens Milton Kotler de basis te vinden voor een tegenmacht die de macht van de federale staat kon uithollen. Het is een idee dat Murray Bookchin ongeveer in dezelfde periode opgepikt heeft en tot hoeksteen van zijn libertair municipalisme gemaakt heeft.
Milton Kotler schreef zijn boek tegen de achtergrond van de oorlog in Vietnam en van de getto-opstanden in verschillende Amerikaanse steden. Deze rellen waren een combinatie van twee factoren: rassendiscriminatie en armoede. Er ontstond een brede protestbeweging met de Black Panthers en de ‘Students for a Democratic Society’ (SDS) als bekendste boegbeelden.
In de loop van de jaren 1960 waren activisten van SDS begonnen met lokale projecten uit te bouwen in zowel witte als zwarte gemeenschappen in een aantal Amerikaanse steden. De bekendste theoreticus van ‘community action’ was Tom Hayden (1939-2016). Zijn theorie berust voornamelijk op de stelling dat er een nationale revolutie vereist is indien de armen in de VS politieke en economische gelijkheid willen verwerven. Het is volgens hem niet voldoende weerstand te bieden aan de lokale machthebbers. Wil men verandering dan moet er een nationale aanval gelanceerd worden. De SDS legt bijgevolg de nadruk op de organisatie rond nationale kwesties zoals de federale antiarmoedeplannen, sociale wetgeving, verzet tegen de oorlog in Vietnam, enz. ‘Community organization’ is bijgevolg een revolutionair begrip dat nationale machtsstructuren kan aantasten, en zelfbeheer stelt de burgers in staat om nationale instellingen te veranderen en deel te nemen aan de nationale macht. In dit opzicht is ‘community action’ de organisatie van het volk om daadwerkelijk te participeren aan de nationale strijd. Het is vooral van stategische waarde. Men hoopt door deze activiteit bewustzijn en kennis over de nationale macht te bevorderen. Volgens de SDS impliceert zelfbeheer niet noodzakelijkerwijs lokale zelfvoorziening of macht van de wijk, maar is wijkorganisatie een essentieel onderdeel om bewustzijn en actie voor een nationale machtsgreep te ontwikkelen.
Volgens Milton Kotler ligt de belangrijkste waarde van de SDS-theorie in haar programma om revolutionair bewustzijn te ontwikkelen. Als ze zich organiseren leren de mensen in de community hoe de nationale machtstructuren werken en wat ze er tegen kunnen doen. Als ze de gemeenschappen van de verschillende steden waar SDS actief is met elkaar vergelijken, dan ontdekken de mensen gemeenschappelijke toestanden van ongelijkheid en formuleren ze een visie om de problemen gemeenschappelijk aan te pakken. De SDS is erin geslaagd witte en zwarte armen, alsook studenten en lokale bevolking samen te brengen.
Het belangrijkste probleem van deze benadering ziet Milton Kotler evenwel in de nadruk op de nationale macht, dat leidt naar een theoretisch begrip van de macht in plaats van naar een praktische kennis over diens toepassing. Indien volgens dit schema zelfbeheer zou bereikt worden, dan zou een gemeenschap niet in staat zijn macht uit te oefenen maar kon het een nationale leidersgroep ondersteunen omwille van zijn politieke theorieën. De nadruk op nationale machtsstructuren miskent volgens Milton Kotler de onafhankelijke lokale mogelijkheden, en hij kan enkel concluderen dat de betekenis van zelfbeheer in deze theorie erin bestaat een lokaal begrip van de ideologie en een lokale ondersteuning van nationale revolutionaire groeperingen te bevorderen.
Machtsoverdracht
Vele hedendaagse wijken, zo merkt Milton Kotler op, waren oorspronkelijk dorpjes of stedelijke nederzettingen die in de loop der tijden door de sterkste politieke eenheden geannexeerd werden. Omdat, zo vervolgt hij, de wijken ontstonden als politieke eenheden en ten onder gaan als hun lokale vrijheden worden ontnomen, kan het bij de uitbouw van lokale macht om niets anders gaan dan om het herscheppen van een wijkraad die een politieke autonomie bezit en vertegenwoordigd wordt in grotere eenheden, met name op stadsniveau. De macht van de centrale overheid en instellingen zou moeten overgeheveld worden naar de wijk.
Hierbij moeten twee polen aangesproken worden. De bevolking dient ervan overtuigd te worden om politieke autoriteit voor hun wijk op te eisen, en de centrale overheid moet ervan overtuigd worden macht af te staan. Het is enkel in een langdurig educatief proces dat de bevolking zich de praktijk van lokale controle kan eigen maken. En naarmate ze partiële overwinningen behaalt en haar toestand beetje bij beetje erop vooruit gaat, zullen ze ook winnen aan de vaardigheid om hun eigen zaken te regelen.
Het tweede probleem in de machtsoverdracht is van ernstiger aard. De centrale overheid zal niet erg geneigd zijn macht af te staan. Voor een bureaucraat, zegt Milton Kotler, bestaat er niets ergers dan de controle te verliezen over het leven van zijn ‘cliënten’. Het verlies van deze kleine opportuniteiten tot tirannie betekent het verlies van de persoonlijke macht dat door ons paternalistisch systeem als een extraatje aan de bureaucraten verleend wordt. Omdat ze zelf geen vrijheid hebben, kunnen de managers van het publieke leven de eis voor lokale vrijheid ook niet begrijpen – en al helemaal niet appreciëren. Alhoewel Milton Kotler opteert voor onderhandelingen om tot een machtsoverdracht van het centrale naar het lokale niveau te komen, sluit hij betogingen, protesten en boycotacties niet uit om druk uit te oefenen op de centrale overheid. In dit verband zou het belangrijk zijn bondgenootschappen met andere buurten van de stad uit te bouwen.
Een wijkradenstelsel zou volgens Milton Kotler voor een groot gedeelte een representatief systeem zijn, maar de beslissingsmacht zou volgens hem bij de demos – het volk – moeten berusten. In tegenstelling tot het nationaal niveau is directe democratie op lokaal niveau veel praktischer. Een wijkvergadering is reeds een maatschappelijke instelling, het komt erop aan dat ze beslissingsbevoegdheid verkrijgt. Daar zal strijd voor moeten geleverd worden. Als men eens zo ver is, zouden de verschillende wijken zich op stadsniveau met elkaar kunnen federeren, en vervolgens zouden verschillende steden een federatie met elkaar kunnen vormen. Want de macht dient van onderop georganiseerd te worden. De basiscel is de wijk.
Balans
Bij de herdruk van zijn boek in 2005 blikt Milton Kotler terug op de twintig jaar dat hij aan de zijde van basisgroepen voor ‘community control’ ijverde. Tijdens het organiseren van de wijken had hij de loyaliteit van de buurtbewoners ten aanzien van hun wijk kunnen vaststellen. In elke gemeenschap bespraken honderden gewone, niet verkozen arme mensen in hun wijkvergaderingen de problemen van hun buurt en namen ze voorzichtige beslissingen. Wijkraden sloten samenwerkingsverbanden af met andere wijken. De vrijheid van te beraadslagen over de publieke problemen van hun eigen gemeenschappen was een bron van geluk voor de buurtbewoners. De buurten vormden de ruimte voor hun activiteiten en hun gemeenschapsleven. Het was volgens Milton Kotler duidelijk dat een goede vorm van zelfbeheer hen hun waardigheid teruggaf. Welvaart kon enkel bekomen worden door de autoriteit en de verantwoordelijkheid van de mensen zelf.
Gedurende de jaren 1960 werden in vele Amerikaanse steden wijkorganisaties opgericht die hun eigen regels opstelden en dikwijls maatregelen namen in verband met huisvesting, gezondheidszorg, onderwijs, economische ontwikkeling en vele andere diensten en voorzieningen. Dit alles gebeurde via een legaal kader van territoriaal gedefinieerde nonprofit wijkorganisaties die intern georganiseerd werden op basis van direct democratische vergaderingen met verkozen uitvoerende raden.
‘We bevonden ons in een race tegen de tijd,’ schrijft Milton Kotler. Terwijl de buurten hun overleg- en beheersvaardigheden ontwikkelden, trachtten stedelijke politici koortsachtig federale antiarmoedefondsen binnen te halen en dwarsboomden ze de wijkorganisatie. ‘Zouden we het voorrecht van zelfbeheer van de centrale en federale overheid verwerven voordat we zouden verslagen worden door lokale politici,’ zo vroeg Milton Kotler zich af. ‘Zou de federale overheid de rijkdom van de wijkraden voor de eendracht en het geluk van de steden en het land beseffen, of zou ze zich opstellen aan de kant van de burgemeesters en de politici om het zelfbeheer van de wijken te breken?’
‘We verloren’ zo stelt Milton Kotler bitter vast. Ondanks de krachtige federale wetgeving om de vorming van wijkraden te bevorderen en de wijk in staat te stellen een gedeelte van de belastingen die ze gewoonlijk betaalden aan lokale, nationale en federale overheden te verkrijgen, kwam het debat op nationaal niveau niet van de grond.
Te midden van dit machtsconflict nam een aantal zwarte gemeenschapsleiders deel aan gemeenteraadsverkiezingen en verkregen ze officiële functies in het stadsbestuur. Hun loyaliteit verplaatste zich van de lokale macht naar de centrale macht. Ze gebruikten de lokale macht veeleer als een springplank om verkozen te worden in de gemeenteraad dan als een direct middel voor verandering. De basisgroepen werden aldus beroofd van de kracht van hun eigen politieke leiders en verloren hun macht. Daarenboven kregen vele gestudeerde Afro-Amerikanen, die eens in de getto’s van deze wijken woonden, betere kansen op werk en huisvesting in het centrum van de stad of in de voorsteden.
Deze uittocht van politieke en professionele leiders uit de wijk verminderde de kracht van de lokale organisaties om de sociale en economische omstandigheden van het buurtleven te verbeteren. Gemeenschappen die eens trots en actief waren, verzwakten in minder dan tien jaar tijd en konden zich niet meer beschermen tegen externe krachten. Drugs en misdaad vulden het machtsvacuüm, terwijl nieuwe bureaucratische welzijnsprogramma’s een beetje thuisleven voor de armen in stand hielden. ‘We hebben de democratie op het podium van verkozen vertegenwoordigers geplaatst, zonder ruimte te laten voor directe beslissingen,’ stelt Milton Kotler vast.
Zo was de situatie bij het begin van de 21ste eeuw in de arme wijken. Maar in de middenklasse en rijkere gemeenschappen ziet Milton Kotler in haast elke stad en suburb van de VS wijkraden ontstaan die invloed uitoefenen op de lokale overheid. Op enkele uitzonderingen na, hebben ze geen overheidsfondsen en beschikken ze enkel over een raadgevende macht, maar impliceren ze wel de directe participatie van miljoenen Amerikanen.
Beginnen
Niet alles wat Milton Kotler in zijn boek beschrijft is relevant voor vandaag. En ook kan de Amerikaanse situatie niet zo maar naar Europa overgeplaatst worden. Maar het blijft wel een leerrijke bijdrage.
Is het municipalisme ook in staat een revolutie teweeg te brengen, zo hoor ik een scepticus al vragen. Waarop Hannah Arendt zou antwoorden: ‘Begin er maar mee. We zullen wel zien waar we uitkomen.’
Johny Lenaerts
* Milton Kotler, Neighborhood Government. The Local Foundations of Political Life, Oxford: Lexington Books, 2005;
* Murray Bookchin, Sociale ecologie en politiek, Utrecht: Kelderuitgeverij, 2018.