Willem Schinkel over het fascisme dat nooit (ver) weg is
Op een regenachtige zondagmiddag in Heerenveen gaf de socioloog Willem Schinkel de jaarlijkse Domela Nieuwenhuis Lezing. Schinkel fileerde het hedendaags fascisme tot op het bot en liet geen spaan heel van de regering en iedereen die denkt dat het daar wel meevalt met gruwelijke gedachtes. We gingen pessimistisch naar huis, maar dat was geheel de bedoeling van de spreker.
(met een aanvulling van 26 november onderaan)
Willem Schinkel is hoogleraar sociale theorie aan de Erasmus Universiteit Rotterdam. Maar hij is vooral ook een geëngageerd filosoof, die er niet voor schroomt om zijn onderbouwde mening te geven over actuele politieke ontwikkelingen. De lezing onder titel ‘Fascisme in de liberale democratie’ deed iets wat niet vaak gebeurt: het schetste met zeer brede vegen een omvattend beeld van wat er aan de hand is (en waar dat vandaan komt). Maar het gaf tegelijkertijd een paar zeer noodzakelijke details, de diepte in zo gezegd. En doorspekte dat ook nog met een groot aantal verbluffende citaten, van zwarte linkse denkers als WEB Du Bois en Aimé Cesaire, maar ook mensen als Anton Pannekoek en Walter Benjamin.
Het zal niet goed mogelijk zijn de toch al vrij ‘dense’ lezing samen te vatten zonder het verhaal schade aan te doen. In de NRC van afgelopen weekend stond trouwens al een ingekorte versie (die waarschijnlijk achter een paywall terecht komt, en ook die is een beetje schraal vergeleken bij het oorspronkelijke verhaal). Maar traditioneel komt de Domela Nieuwenhuis Lezing met een gedrukte versie van de lezing, dus dan moet je daar nog even op wachten.
Willem Schinkel begon zijn verhaal met het uitleggen waarom de definiëring van wat nu wel of niet fascisme is, wordt bepaald door historici met het voorschrift dat het woord alleen maar gebruikt mag worden voor of een moment in het verleden, of iets dat mogelijk in de toekomst zal gebeuren. Maar nooit voor iets dat nu gaande is. De spreker vindt het daarom niet heel zinnig om al die vinkjes af te werken en dan te bepalen hoe iets genoemd ‘ mag’ worden. Zinniger is om het te zien als een proces waarbij fascisme trouwens nooit weg is geweest.
De beperkte ‘ Nederlandse’ duiding is dus ongeschikt, en daarom verwijst Schinkel naar denkers uit de zwarte radicale traditie, die veel minder verrast waren over de opkomst van fascisme in de westerse wereld. Want de praktijken waren in koloniale omstandigheden al lange tijd praktijk geweest.
In het tweede deel van zijn verhaal legde Willem Schinkel uit hoe fascisme te werk gaat en waarom het lukt om witte arbeiders (die zichzelf vaak tot de middenklasse rekenen) aan zich te binden. Hun beloning, die vaak eerder symbolisch dan reëel is, is dat andere mensen er nog slechter aan toe zijn dan zij. Vlijmscherp beschreef Schinkel hoe ook de welvaartsstaat zo’ n ‘deal’ is met de witte lagere klasse. Want die kreeg daarmee een beloning in ruil voor uitbuiting van de ‘Derde Wereld’ . Dus daarmee was de rol van de sociaaldemocratie in deze duidelijk.
Fascisme is volgens Schinkel verbonden aan liberale politiek. Het is de ‘open horizon aan de rechterzijde van de liberale politiek, de dynamiserende kracht van de huidige orde’ . Schinkel stelt daarom hardop dat het geen zin heeft over de huidige verrechtsing na te denken, als je niet bereidt bent ook over kapitalisme en racisme en neokolonialisme na te denken. Of sterker nog: die te bestrijden. Die horen bij elkaar, dat is het systeem.
Fascisme, nog een mooie definitie van Schinkel, die zich altijd baseert op onderzoek van voorgangers, in dit geval Walter Benjamin, is “de poging de proletarische massa te organiseren zonder de eigendomsverhoudingen ten veranderen. Niemand die het over ‘ het probleem migratie’ heeft, hoor je over de noodzaak het kapitalisme te beëindigen.”
Maar voor de gehele lezing in drukvorm zul je dus nog even moeten wachten tot de organisatie achter de Domela Nieuwenhuis Lezing het verhaal in drukvorm heeft uitgegeven.
Na de lezing kreeg het publiek nog de gelegenheid een duit in het zakje te doen, en zoals zo vaak leverde dat weinig nieuw inzicht op. Vreemd hoe sommige mensen altijd weer de microfoon grijpen om te willen bewijzen dat ze het zelf beter weten dan de spreker. Toppunt was nog een heuse anarchofascist, (zoiets bestaat natuurlijk niet echt, vroeger kenden we de stroming als zelfbenoemde ‘nationaal-anarchisten,’ en ik dacht ze uitgestorven waren) die kwam beweren dat nationalisme toch echt goed was omdat Bakoenin dat ook had gezegd en FvD de enige was die ergens iets tegen deed (ik heb verdrongen of het nu de EU of het WEF was). Er zaten ook een paar SP-leden in de zaal, die van de spreker wilden horen dat zijn negatieve analyse van de rol van de sociaaldemocratie om rechts te weerstaan – en niet alleen dat – niet hun partij zou gelden. Maar daar kregen ze Willem Schinkel niet bepaald in mee. Ook de SP werd door hem genadeloos neergesabeld en de uitsmijter daarbij was de oproep om ze het woord ‘ socialistische’ af te pakken, want daar had die partij niets meer mee te maken.
Voorafgaand aan de lezing werd het publiek rondgeleid in het Domela Nieuwenhuis Museum, althans het deel van het Museum Heerenveen dat aan ‘Us Verlosser’ is gewijd. Dat gebeurde onder de deskundige leiding van Homme Wedman en Dennis Bos. Daarna volgden dus de wijze woorden van Willem Schinkel over de huidige politieke wanorde, die ons naar huis lieten gaan met het ‘optimistische pessimisme’ dat fascisme niet iets is om in de toekomst te vrezen. Het is er al! (en kan dus nu al bestreden worden ).
Aanvulling (26 november, 11:00 uur)
Een belangrijke constatering uit de lezing, gaat over het moment van kapitalistische omslag wanneer de ‘deal’ met de witte arbeider wordt opgezegd. Dat moment lijkt nu weer aangebroken. Schinkel (in NRC): “De Du Boisiaanse deal is door het kapitaal opgezegd. Ook voor witte arbeiders stokt het sociaal-democratische mobiliteitsproject: hun kinderen gaan het gemiddeld genomen niet beter krijgen dan zij, hun relatieve privileges gaan op de helling. Wat is er gebeurd? De Financialisering en mondialisering van de economie heeft het enerzijds minder noodzakelijk gemaakt nationale industriële arbeiders kruimels kapitaal toe te spelen, en anderzijds heeft het kapitaal ontdekt dat verschulding minstens zo effectief is als het uitdelen van privileges. Verschulding – de massale toename van publieke en private schulden – betekent binding aan de orde en is een rem op revolutionair potentieel.”
Het opzeggen van deze deal is het moment dat fascisme weer opleeft en waarop meer expliciet gemaakt wordt dat er privileges voor witte mensen, in het bijzonder witte mannen, dienen te zijn. Het moment waarop witte mensen proberen hun relatieve voordelen te consolideren nu ze die voordelen bedreigd zien.”