De allerlaatste Igor Cornelissen
Vorig jaar, op 13 maart 2021, overleed Igor Cornelissen, 85 jaar oud, na een leven als journalistiek chroniqueur van de radicaal linkse geschiedenis. Hij heeft meer dan dertig jaar lang voor Vrij Nederland verhalen opgediept van sleutelfiguren in de Nederlandse linkse politiek. Maar hij heeft ook zijn eigen leven in boeken vastgelegd, in een reeks van vijf lijvige memoires die een feest zijn om te lezen. Zijn laatste, vijfde deel, Mijn Opa Rookte Ook een Pijp verscheen in 2020.
(globalinfo.nl zoekt naarstig donateurs)
Het laatste deel van zijn memoires speelt grotendeels in Zwolle, waar Igor Cornelissen naar (terug) verhuisde terwijl hij nog voor Vrij Nederland schreef. Hij was toen al door allerlei geschuif in de redactie van het weekblad naar de marge geschoven, en moest zijn verhalen gedeeltelijk in Het Parool publiceren. Ook schreef hij portretten van radicale activisten in het Anarchistische kwartaalblad De As, dat kort voor zijn overlijden ter ziele ging. Cornelissen had toen al geconcludeerd dat hij ‘waarschijnlijk geen ander tijdschrift’ zou zoeken om nog in te publiceren.
Zie hier een in Memoriam en overzicht van zijn werken.
Mijn Opa Rookte Ook Een Pijp beschrijft zijn laatste tien jaar in Zwolle. De titel is een grumpy referentie naar de opmerking die hij vaak te horen kreeg als hij met zijn pijp verscheen en jongeren dan lieten weten dat ze hem een oude knar vonden. Maar het boek is een klassieke Cornelissen, vol geweldige verhalen over politieke activisten en journalisten, waarbij de VN-journalist Max Pam als een soort running gag elke paar pagina’s over de knie gaat. En het zit ook vol met de andere typische Cornelissen- onderwerpen: jazz, kroegen, lekker eten, oostblokannekdotes en liefdevolle beschrijvingen van bevriende literatuurliefhebbers. Maar vooral gaat het – net als in de vier eerdere delen – ook over zijn Joodse familieleden en hun lot in de Tweede Wereldoorlog, en welke buren zich daar wat van aantrokken.
Igor Cornelissen is behalve een erkend schuinsmarcheerder een self made historicus met een legendarisch eigen archief in de vorm van knipselmappen die hij op het laatst zelf bijhield maar ooit begonnen met het meenemen van het archief van dagblad Het Vrije Volk, toen dat ter ziele ging en niemand er belangstelling voor had. Daarna werd het aangevuld door archivarissen van Vrij Nederland, en zijn eigen verzamelwoede. Daarmee werd hij de grootste kenner van de verborgen geschiedenis van allerlei personen die meestal al lang vergeten waren. Cornelissen ging dan op zoek naar archieven, vrienden en familieleden die de persoon nog gekend hadden en vond soms opmerkelijke feiten. Hij had een voorliefde voor buitenbeentjes in de linkse bewegingen en kon die met veel empathie beschrijven. Vrij Nederland bood hem daarvoor jarenlang een uniek podium, waar hij zich volledig on uitleven.
Hij was zelf tien jaar lang activist geweest voor een Trotskistische afdeling van de Vierde Internationale, waar hij vaak aan refereert. Achteraf, concludeert hij, was die vooral bezig geweest om de revolutie te proberen te plannen terwijl ze allang een kleine minderheid geworden waren. Maar het levert bij hem geen rancune op, hij kan er met plezier aan terugdenken en over schrijven.
Zijn belangstelling ging altijd uit naar allerlei stromingen en personen die vaak concurrerende bewegingen waren, maar waar hij met plezier in kon wroeten. Zoals de ouwe Stalinisten bij de CPN. Maar zelfs regelrechte fascisten, of mensen als Joop Zwart die extreem links begonnen en ver rechts eindigden. Waar hij ook een zwak voor had, was spionnen en geheime diensten, met name als die wat met het Oostblok te maken hadden. Hun levens zijn natuurlijk voor een groot deel verscholen geweest en moeilijk te beschrijven, en misschien maakte dat het juist aantrekkelijk voor Igor. Hoe dan ook kende hij ontelbare biografieën van linkse personen tot in verre familievertakkingen en zelfs notoire brompotten als Van het Reve (de vader) behoorden tot zijn vrienden of kennissenkring. Een van de weinige die zich nooit liet benaderen, was de CPN-leider en laatste Stalinist Paul de Groot.
Een van de terugkerende personen in de memoires is zijn mede-Trotskist Maurice Ferares, die afgelopen week op 100-jarige leeftijd is overleden In zijn laatste deel beschrijft Cornelissen hoe hij bij de presentatie van een gedichtenbundel van Ferares gevraagd werd om wat te vertellen, en toen licht ironisch vertelde over hun verleden als revolutionairen. Ferares was niet heel blij met zijn bijdrage. Tot voor kort schreef hij nog regelmatig bijdragen voor het vakbondsblog solidariteit.
In Zwolle begon Igor Cornelissen met zijn eigen boekenverzameling een antiquariaat, samen met Jaap de Jong, dat nog steeds bestaat, In ‘t Wasdom.
Daar kun je ook – zolang de voorraad strekt – een gesigneerd exemplaar van het laatste deel van zijn memoires bestellen.
Het goede nieuws is ook dat er binnenkort een vestiging van dat antiquariaat geopend zal worden, in een dorp in Twente, waar het knipselarchief van Cornelissen te raadplegen zal zijn. Een schrale troost misschien nu de journalist zelf definitief is opgehouden met produceren. Maar voor wie de vijf delen memoires heeft gelezen, zal het een feest der herkenning zijn.